AANSTIEL aanstellerig, geaffecteerd, graag de aandacht trekkend, (soms) behaagziek; "Moet zien, Magda zo aanstiet bij de nieuwe onderwijzer, altijd lachen!" (Zou de "umlaut" aanstel - aanstiel hier

Zat laatst op een terrasje aan het Spui (Tante Wies zegt hardnekkig Spij met een aanstiel uit haaltje) uit te kijken op al die rare wandelaars, die daar voorbij komen. Komen ook twee Ambon- nezen

(Mevrouw Fredje van der Horst, klein van stuk, moeder van 2 jongens, kordaat, vro lijk, nooit "aanstiel". Ze moet inderdaad een ideale Si Bentiet geweest zijn, daar op dat Soos-bal! L.D.)

aan bepaalde regio's. Ik denk bijvoorbeeld aan woorden als: bouwmaker opschepper), aanstiel, de lekkerste van de allemaalste. Die uitdrukkingen zijn er er ook, maar de meeste zijn na de repatriëring van

openlijk aanstiel noemde) schenken. Eerst na een paar dagen in de pasanggrahan van Singaradja, Bali's hoofdstad, kwam Mam door de uitstekende verzorging weer op verhaal. Nadat Pap, Oma en de met ons

de me "aanstiel", totdat er wel 100 meisjes waren die het ook zo droegen. Toen was het mode. Van dezelfde kleur hadden we strikjes op onze blou se en die waren van karèt en je kon ze bij de Chinese

: „Soo aanstiel dat mens

rijk "getooid" kan raken, waardoor de perfectie van het hapje wordt ver stoord. Evenals bij Mirban, die zijn wijsvinger nogal "aanstiel" vrij houdt, wordt op deze wijze de wijsvinger/ tastemaster "hors

„Die jongeluis, die jongeluis! Haar-nja aanstiel. Meisjes boentoet-koedéé, jongens èkor-bébek". Als ik laat-maar kondeh-perdom - kondeh aksieü" (duim op)

„E-é-é, pas op hoor, dit heet Titiaan rood," zegt Thea met een aanstiel gebaar aan haar coiffure. „Twee keer spoelen voor ik deze kleur kreeg!" Ze gaat voor de spiegel staan. „Weet je Dé, weet je wat

Blangkedjerèn, dat haar haar „aanstiel" met een pink van het voorhoofd strijkt EN ALTIJD WAT DOET. What a girl!