Wixt ^ïtnerican
15 DECEMBER 1962
le JAARGANG No. 9
T H E O N L Y I N D E P E N D E N T D U T C H - IN D O N ESI A N MAGAZINE IN AMERICA
Prinses Wilhelmina overleden
EEN ONSCHATBARE ERFENIS
l
E PLU(?/8us'~5üHl2
QARIM c
XONIS^
Op 28 November hoorden we het 's
morgens als eerste nieuwsberichtPrinses
Wilhelmina overleden. Dat tussen al het
schokkend wereldnieuws in dit overlij
densbericht het éérst genoemd werd, be
wijst wel hoe hoog in eer zelfs in het
buitenland deze "bijna vergeten Prinses"
gehouden werd.
Alleen voor de oudere lezers was
Prinses Wilhelmina wat zij wérkelijk was:
Koningin, met alle vorstelijke hoogheid
en onaantastbaarheid, zelfs zonder het
woord "constitutioneel". Indonesiërs
noemden haar Ratoe Adil Vorstin
Rechtvaardigheid. In deze sfeer van
Oranjeliefde en Oranjetrots groeiden wij
in geluk en welvaat op.
Voor de jongeren, vooral zij die in
Holland opgroeiden, is "regeren" ver
bonden geraakt met gaande en komende
twistende Kamers en Kabinetten, ver
van de hoge onaanraakbaarheid van het
koningschap, want het vorstelijk huis
stond (en staat) daar ver buiten. De
warmte en dierbaarheid van een sterke
band tussen burger en Koningin hebben
zij nooit zo gekend als de ouderen.
Hoe snel en onverbiddelijk vliegt de
tijd. Sinds de dag dat "Wilhelmientje"
geboren werd, 31 Augutus 1880, zijn
voor de Indischman in Amerika een
Nederlands wereldrijk en zelfs de Neder
landse nationaliteit voorbij gegaan. Waar
heen gaan wij als Amerikaan? Voort
durend schokt de wereldvrede op zijn
grondvesten. Tijdens Koningin Wil
helmina dan niet? O ja, ook toen. Het
bewijst des temeer Haar voortreffelijke
eigenschappen als Vorstin dat Neder-
De kroning
landsch-Indië onberoerd bleef en geluk
kig was.
Des te meer realiseren wij de grootte
van het verlies van deze grote telg van
het Oranjehuis. De nagedachtenis van
Koningin Wilhelmina zal bij de Indisch
man altijd in hoge eer blijven. De on
baatzuchtige wijze waarop zij mens en
samenleving diende zal ons ten voor
beeld strekken, waar en hoe wij ook leven
zullen.
Tussen de boeken, die ik trouw bewaard
heb, bevindt zich dit werkje:
"Smithsonian Institution War Back
ground Studies ISLANDS AND PEOPLES
OF THE INDIES. By: RAYMOND
KENNEDY (Associate Professor of Soci
ology Yale University)"
In het midden van de omslag bevindt zich
het wapen van het Instituut met het devies:
"For the Increase and Diffusion of
Knowledge among Men."
Het is maar een klein boekje. Ik kreeg
het van een Captain van de Intelligence
Service van de Amerikaanse Navy, direct
na de oorlog, toen ik mij op het eiland
Morotai bevond. In September 1945 werd
ons Vrouwenkamp door de Australische
Navy daarheen geëvacueerd.
De Amerikaanse captain vertelde mij. dat
zijn Dienst dit werkje als studieboek kreeg,
toen zij naar tie South East Pacific werd
gestuurd.
Prof. Kennedy heeft het samengesteld uit
gegevens en statistieken van het vóóroor
logse Ned. Ind. bewind. Sommige daarvan
zijn thans natuurlijk verouderd en ver
schillende toestanden veranderd. Prof. Ken
nedy heeft er echter ook zijn eigen erva
ringen en bevindingen in geschreven.
Daarvan wil ik hier. voor dit artikel
geschikte, passages citeren.
Malay peoples arein general, remark
ably friendly and polite, not only to one
another, but to strangers as well. Among
about 90 percent of the Indonesian peoples,
one encounters an easy graciousness and
charm of manner unsurpassed anywhere else
in the world. This applies to all levels of
society, and the poorest Javanese, receiving
a stranger in his miserable hut, acts the
courteous gentleman naturally and effort
lessly. The beauty of the small-boned,
\mooth-skinned Malay body is enhanced by
a most impressive poise and dignity. Move
ments are calmunhurried, and graceful,
and even conversation is easy and soft-
spoken. The quiet and repose of the Malay
temperament do not signify a dull mental
ity, however. The white man is apt to con
fuse bustle with business, a forceful manner
with a sharp mind. But anyone who has
come to know the Indonesian people inti
mately, who speaks their language and has
worked and lived among them, would never
rate them low in intelligence. All unbiased
evidence indicates clearly that they are, on
the averagequite equal in mental capacity
to whites or any other race. Whatever
differences exist are due to inequalities in
training and education
De oudere Indische Nederlanders, die in
Indonesië geboren en getogen zijn, weten
maar al te goed, dat wat Prof. Kennedy
geschreven heeft, waar is.
Veel van onze tradities en gewoonten, als
wij die nog hebben gehandhaafd, zijn ver
bonden aan al die eigenschappen. Wat voor
soort Europees bloed er ook door onze
aderen stroomt en in welke kwantiteit ook,
wij hebben één afkomst gemeen, onze Indo
nesische voormoeder! En zij is het, die ons
deze onschatbare erfenis heeft meegegeven.
Hoeveel hebben wij daarvan overgehouden.
Hoe hebben wij haar belegd? Hebben wij
ons wel eens afgevraagd hoe wij met een
erfenis als deze, onze toekomst kunnen op
bouwen? Een verleden moet men alleen
maar vergeten, als men zich daarvoor
schamen moet en de toekomst kwaad kan
doen. Wij zijn thans in het land van Prof.
Kennedy. Wij weten nu dat vele zijner
landgenoten dit boekje hebben gelezen. Het
is te hopen, dat wanneer deze Amerikanen
ons ontmoeten, zij kunnen zeggen: "Yes,
indeed, they are from Indonesia". Er be
staat zo'n onaantastbaar Engels gezegde:
"Today is yesterday's tomorrow, but tomor
row's yesterday", waarmede gezegd is. dat
verleden, heden en toekomst een aaneenge
sloten geheel is. Wanneer men probeert er
één schakel uit weg te halen, dan is het
geheel gebroken en wordt het gerepareerd,
dan blijft er een lidteken over, waarmede
men gekenmerkt wordt. Het wordt zelfs in
je paspoort opgenomen! Ook over ons.
Indische Nederlanders heeft Prof. Kennedy
geschreven
Temperamentallythe mi x e d-b lood
people were much better balanced than
their fellow Eurasians elsewhere in the
Orient. 'They did not display the combina
tion of servility and aggressiveness attri
buted to British half-castes, because their
personalities were not warped by galling
discriminations. They were a living disproof
of the outmoded theory that mixed-bloods
inherit the worsts traits of both parental
groups. On the contrarythey demonstrated
(Vervolg op pag. 2)