Wij weten nochtans niet wie
de naam verzonnen heeft. His
torisch is de naamgeving niet
te verklaren: toen de Indone
sische onafhankelijkheid onaf
wendbaar bleek en zowel de
blanke als bruine Dutchmen In
donesia verlaten moesten, kon
Nederland bij Amerika aanklop
pen voor ruimere toelatingsquo
ta voor deze Dutchmen. Tneinde
duidelijker vast te leggen
(maar waarvoor eigenlijk?) dat
Mi uit Indonesia kwamen, zou
rSn de naam "Indonesian Dutch"
hebben kunnen vaststellen. De
Amerikanen zouden hier verder
toch geen bezwaren tegen kun
nen hebben? Het toelaten van
de categorie was hoofdzaakI
We vermoeden dus dat Neder
land met deze naam is komen
aandragen en dat Amerika dat
voorstel verder zonder verder
na te denken heeft overgenomen.
Maar waarom heeft Nederland
dat geddan? In deze combina
tie is immers het eerste woord
altijd bijvoegelijk; het tweede
woord zelfstandig. Volgens de
ze naam zijn wij dus Indonesi
ërs "met een Hollands merk."
zoals in "Irish-American"
wRrdt uitgedrukt; een Amerik
aan van Ierse afkomst. Is de
man namelijk Ier gebleven, al
woont hij lang in Amerika, dan
heet hij American Irishman.
Zonder ook maar in het minst
te suggereren dat de Indonesi
sche kwaliteit inferieur is,
moeten wij toch vaststellen dat
wij geen Indonesiërs zijn. Onze
groep is officieel staatkundig
en volkenhundig geweest de
groep der Indo-Europeanendus
Europeanen "met een Indisch
tjap". De Nederlandse Regering
wist dat en had dus technisch
de naam Indonesian Dutch of
Indo-Dütch moeten kiezen.
Waarom het niet gedaan is,
weten wij niet. We kunnen toch
moeilijh veronderstellen dat
de Nederlandse Regering heeft
willen zeggen: het zijn geen
Nederlanders maar Indonesiërs,
maar omdat ze een Nederlands
paspoort dragen, noemen we ze
maar Dutch-Indonesians!
Hoe dan ook: we zitten nu
maar weer met de gebakken per
en en het spijt ons alweer te
moeten constateren dat de In
dische groep in al te goed
vertrouwen en door gebrek aan
eigen activiteit met een
slecht passende naam zit op
gescheept.
Ik vermoed dat verschillen
de lezers dit artikeltje niet
zo leuk vinden: er komt maar
tweespalt van; over veel zaken
is het beter te zwijgen, enz.
enz. Maar ik vind dat juist al
dat vervelende struisvogelgedo^
en net doen of bepaalde vers
chillen of positieve eigensch-
happen niet bestaan, alleen
maar meer last veroorzaken en
meer twist.
Onze fout is dat wij ver
schillen gaan onderschikken
i.pl.v. nevenschikken en daar
door ontstaan hatelijke en
bovendien onjuiste begrippen.
Ze komen telkens weer terug.
Onlangswerd nog op een bijeen
komst van besturen van Hol
landse en Indische groepen met