A LETTER FROM DICK DE HOOG Spotlight on Dutch-Indonesian History (XXII) The series of articles about Dutch- Indonesian history has come to an end by now. It will be very difficult to write about the developments of the Dutch-Indonesian Com munity during the last years before the war and the years during and after the war, as: I. many documents of historical value got lost in the Japanese and the Indonesian independence war, 2. existing documents often have an out spoken political point of view, either pro- putch or pro-Indonesian. As a rule the history of every people or ethnic group is rather confused, as opinions and sentiments of all kinds dominate over the bare historical facts. How confused then the history must be of the Dutch-Indonesian group, torn away as it is from "own country" and scattered over the whole world! We therefore think it appropriate to switch over to anothers style of reporting on this history: a series of documents and comment aries under a new head and in the Dutch language to retain as much as possible of the original thoughts. This article (No. XXII) marks already the change. We reproduce here an original letter of the president of the Indo League, F.H. "Dick" de Hoog, presented to the vice- President of the People's Council (Volksraad) On June 27th 1936, throwing a clear light on the position of the Indo League after nearly 20 years of existence. And now the Letter: Het zal spoediq twintig jaren zijn, dat het Indo-Europees Verbond zal hebben bestaan. Zijn hele bestaan door is het steeds een strijd geweest en zal het dit wel blijven. Strijd voor de erkenning van het recht op een plaats onder de zon voor de blijver in Ned- Indie, zijn geboorteland, strijd tegen misken ning, vooroordeel en achteruitstelling. (Noot: het is typisch dat De Hoog begint met de rechten te verdedigen van de Totok blijver; dus de man die niet naar Neder land terug wil of als in Indie geborene sterke gehechtheid had aan Indie. De gemid delde Totok immers wilde na volbrachte diensttijd naar Nederland terug, en had dus geen belangstelling voor de positie van de Totok die blijven wilde. Het IEV trad op voor deze Totok.) Zelfs zijn ontstaan vond zijn oorzaak in strijd: strijd tegen een Nederlandse Rege ring die de Indo-Europeaan met zijn zich deel voelen van het Ned. volk, met zijn loyaliteit, met zijn hang naar de Neder landse cultuur, terug wilde stoten. Een pegering, die zich voelt als voogd, die zich straks terugtrekt (denk aan de trekkers-scholen die niet toegankelijk zouden zijn voor blijverskinderen, aan het KNIL met uit Nederland uitgezonden troepen naast de in Indie aangenomen krachten, kortom aan allerlei maatregelen waaruit de af-te-danken-voogd-gedachte duidelijk te bespeuren viel). Tegen dergelijke opvattingen van de toenmalige regering kwamen vele Indische Nederlanders op, verenigden zich en zo kwam het IEV tot stand. Ik sprak hierboven van de voortdurende strijd van het IEV. Toegelicht: In de eerste jaren ging het voorname lijk om rechten en aanspraken. Dikwijls hadden wij succes, maar op enige belang rijke punten is nog niet veel bereikt. Op onderwijsgebied bereikten veel, maar op het gebied van de grondrechten vinden wij nog steeds tegenwerking bij bet ver lenen van erfpacht aan de kleine landbou wer. Wij vechten voor werkgelegenheid voor ons en onze kinderen; wij trachten de zo noodlottige jeugdwerkloosheid te voorko men, maar telkens weer lezen wij van de

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

American Tong Tong | 1964 | | pagina 3