Uitzending van werkkrachten die ook hier gevonden kunnen worden; telkens weer zien wij de Regering door haar salarismaatre gelen o.m. de indianisatie bespoedigen, die de strijd om het bestaan van de greep moei I i jker maken. Wij voelden en voelen ons deel van Ne derland en denken ons nog ons Indie als een Groter Nederland, maar als wij zien hoe nu pas en dan nog weifelend aan de verbetering van de Indische defensie begonnen wordt, na Abessinie wordt net ons bang om het hart. Want wij zouden niet voorpost kunnen zijn, die op het hoofdleger terugvalt, maar op zijn hoogst afgesneden voorhoede! Wij zullen hier blijven strijden voor een beter besef van en een grotere daad kracht bij het Nederlandse volk. F.H. de Hoog Samenvattend stelt Dick hier, dat na 20 jaren erkend bestaan nog steeds in de essentiele zaken afstoting wordt on dervonden van Nederland. En dat er twee soorten Nederlanders bestaan: zij die teruggaan (en die hun rechten verzekerd weten) en zij die niet teruggaan en hun bestaansrechteh niet verzekerd weten. (Later werd iets dergelijks ondervonden van de Indonesische Regering, die duide lijk verschil maakte tussen asli Indo- nesiers en warga negara's.) De tweede wereldoorlog naderde drei gend: de fascistische staten kwamen snel op. Italië liep Abessinie onder de voet. De Indo wist, dat bij het ontbreken van garanties hij in een oorlog in Azie af gesneden zou zijn, want onze defensie was hopeloos verouderd en zwak. Er zit een schijnbare tegenstrijdig heid in de Indo-eisen van a. volledige gelijkgerechtigdheid met de import- Nederlander" en b. grondrechten. Niet waar? Word een van tweeen: "Inlander met recht op grond of Nederlander zon der grondrechten maar absolute gelijk waardigheid met uitgezonden krachten. Nederland echter wilde zich wel ver zekerd weten van een loyale steungroep in het opkomend Indonesische nationalisme maar wilde dit nationalisme niet tegen de haren in strijken door de Indo s rech ten op de grond te geven, die bij wet ge reserveerd waren voor Indonesiërs. Dick de Hoog ging daarom uit van een Groot-Nederland-idee: goed: minder ga ranties dan uitgezonden krachten, maar in ruil daarvoor andere garanties, b.v. op grond. Het gaat er niet om of Dick de Hoogs idee uitvoerbaar was, maar het was de enige oplossing in de blijvende on zekerheid, v/aarvan De Hoog vaststelde: er moest voor alles aan een stuk door gestreden worden. De zozeer begeerde volkomen eenheid stuitte en stuit nog steeds op vele vor men van afstoting, meestal een gevolg van onbegrip van Nederlandse zijde, waar men schijnbaar niet begrijpen kan dat iemand die niet in Nederland ge boren en getogen is onmogeiijk"hele- maal Nederlander zijn kan. En dat zijn gemis aan bepaalde Nederlandse vormings waarden ruimschoots vergoed wordt door vormingswaarden uit Indonesië, die niet minderwaardig, niet politiek en niet anti-Nederlands zijn. Dus blijft voor de Indo ook buiten Indie in buiten Ne derland altijd de strijd in contacten met Nederlandse gemeenschappen. Dr. J.W. Meyer Ranneft, aan wie Dick bovenstaande brief schreef, is een van de zeer weinige Nederlanders met VOL begrip van de positie van de Indo. Nu, op hoge leeftijd in Nederland, is hij nog steeds een warm verdediger van

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

American Tong Tong | 1964 | | pagina 4