meer een discussiegroep is. Op een dag werd mijn man opgebeld door een mijnheer die gehoord had dat mijn man dol was op klassieke muziek. Hij was al meer dan twin tig jaar lid van het concertgebouw Zijn vrouw was ziek en daarom vroeg hij of mijn man in haar plaats mee wilde gaan. Natuurlijk nam mijn man het aanbod met beide handen aan. Hij kwam te weten dat Cincinnati een uit 92 man bestaand symphonie orkest bezit, dat onder leiding staat van Max Rudolph en dat beroemde artisten van over de hele wereld in het concertgebouw optreden. Die man en zijn vrouw behoren nu tot onze beste vrienden. Mijn man gaat nu vaak naar een concert. Mijn dochter en ik gaan meestal mee. Mijn zoon kan klas sieke muziek niet appreciëren, maar kortgeleden gaf een groep van bovengenoemd orkest een uit voering op zijn high school en nu begint hij er wat meer om te ge ven. Misschien dat hij a.s. win ter een keertje met ons mee zal willen gaan. Mijn man volgt avondcollege aan de University of Cincinnati en krijgt als student reductie op de toegangsprijzen van het concert gebouw. Wij betalen maar 1 dollar per plaats en hebben musici van wereldvermaardheid gehoord: de ook in Europa hooggeprezen Van Cliburn, de violist Yehudi Menu- hin, die ik in mijn jonge jaren ai.tijd zo graag heb willen horen, en nier te vergeten de meester op het gebied van klassieke gi taarmuziek Andres Segovia! En je geniet evenveel of je op een stu- dentengalleiy zit of op de duur ste plaatsen, waar of niet? Hier in Madeira (suburb van Cin cinnati waar de meesten een college degree hebben en een in komen van 10.000 en meer, be horen wij tot de "armsten". In werkelijkheid is dat zo erg niet want in een andere omgeving zouden wij tot de "normaal verdienenden" behoren. Op 1 October a.s. zullen wij hié*^ drie jaar zijn. We hebben een uit gebreide Amerikaanse kennissen kring en er zijn hechte vriend schappen tussen ons en verschil lende Amerikaanse families ont staan. Vriendschappen die bestand bleken tegen minder gunstige in vloeden. In fact, wij hebben onze Amerikaanse vrienden juist in de nood leren kennen.Wij kennen wei nig Indische en Hollandse mensen en die wonen zo ver van ons van daan dat we ze maar een enkel keer tje per jaar zien. Wij zijn niet naar Amerika gegaan om rijk te worden. Wij willen gelukkig zijn in de zin zoals wij in Indië ge lukkig waren. Met ruime en vrij-^A heid en de kans je eigen gang teV-' gaan zonder anderen te hinderen, maar met het besef dat je vriend schap kunt geven waar men je no dig heeft en vriendschap te ont vangen als de nood aan de man komt. Maar ik ben nuchter genoeg om te bekennen dat rijk zijn aan geld en goederen zijn plezierige kan ten heeft en als je het op een eerlijke manier kan worden en zo lang je er niet door bezeten wordt

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

American Tong Tong | 1964 | | pagina 6