I 1957 1eJAARGANG, DECEMBER 1956 mmm ONDER-ONTWIKKELD GEBIED CULTUUR EN WELVAART ITGAVE VAN DE STICHTING „ONZE BRUG" - ONDER REDACTIE VAN MEVR. A. G. de GRAVE ^CerMjeeót 1956 T7' Tv' .Wv:V:T7T Als wij op de plaats van onze oude kalender de nieuwe hangen die ons in het jaar 1957 de dagen aan zal geven, zal geen onzer ontkomen aan vragen met betrekking tot zijn Vigen toekomstig lot en dat van zijn gezin, geliefden en vriendschappe lijke betrekkingen. Hoe dithoe dathoe zushoe zo Meestal weten we dit niet met ab solute zekerheid. We hebben de om standigheden van het leven niet al tijd zelf, of niet ten vólle zelf in de hand. Andere mensen en factoren buiten ons om spelen daarin een rol. Dit spreekt wel heel duidelijk uit de velen vervullende angst voor een eventuele derde wereldoorlog. De do delijk gevreesde oorlog met zijn alles vernietigende moderne atoom-wa pens. Veel, onnoemelijk veel leed zal ons bespaard blijven als in 1957 de vrede bewaard kan worden. De kaarten der wereldpolitiek liggen momenteel gelukkig iets gunstiger dan enige maanden geleden, maar we leven in een eeuw of moeten wij zeggen een tijdperk dat zich ken merkt door explosiviteit en plotse linge, overrompelende gebeurtenissen. Deze zijn vaak van hevig drama tische aard. 't Menselijk leed dat zich plaatse lijk voltrekt is onbeschrijfelijk en voor de meesten die daarbij niet per soonlijk betrokken, zijn, onvoorstel baar. Maar toch draagt dit alles juist hierdoor bij tot het ons dieper be- wustworden van de grote onaantast bare geestelijke waarden waarop niet alleen het Christendom maar ook andere wereldgodsdiensten geba seerd zijn. Het is immers juist de verlooche ning, de terzijde stelling van deze waarden die de weg vrij maakt voor oorlogen en geestelijke vernietiging van de mens en alles wat waarlijk Menselijk is. Dit laatste kunnen wij niet hoog genoeg aanslaan, want zijn wij niet allen, ongeacht geloof, ras en graad van ontwikkeling gescha pen naar Gods (geestelijk) beeld en Zijn (geestelijke) gelijkenis? Mogen we dit vernietigen of zelfs maar verloochenen door misbruik te maken van list en overmacht? Neen, geenszins. En alles wat dan hier dan daar plaats heeft aan terreur en bloedig geweld opent ons de ogen wijder voor het besef dat wij hebben te strijden voor het behoud en de hand having van de zedelijke normen, geestelijke waarden en morele krach ten die in de verbondenheid van de mens met God hun oorsprong vin den. Wie dit loslaat glijdt onherroepe lijk af naar het demonische, de anti christ in en buiten hem. IN dit weten ligt voor ieder van ons een persoonlijke verantwoorde lijkheid eneen taak die wij bij het betreden van het nieuwe jaar tot de onze kunnen maken, op welke plaats wij ook qesteld zijn. In het huiselijke of in het openbare leven. Een taak waarmede wij slechts zelden materieel voordeel en maar al te vaak moeite en teleurstelling oogsten. Een taak echter die ons plaatst als strijder in het grote leger van mensen die de toorts van op rechtheid en eerbied voor God en medemens brandende willen houden door alle in en om hem heen zieden de onrust en conflicten heen. Wij moeten daarbij bovenal be seffen dat wij, waar wij ook zijn. DEEL UITMAKEN van de wereld, de samenleving om ons heen. Wij kunnen en mógen ons daaraan niét onttrekken. Wat buiten ons gebeurt, voltrekt zich ook in ons zelve. De strijd van het zelfzuchtige in ons, o zo subtiel vaak, tegen ons Betere Ik is een strijd van ons allen, en daarom van vol keren en rassen. Hij woedt in veler lei vormen in en rondom ons! In dit besef moge 1957 ons ster ken en ons op de goede weg leiden of doen voortgaan. Hoe groter dit aantal is, hoe min der kans op geweld, schade en ver nietiging ontketend door de giftige machten van het kwaad der mense lijke zelfzucht, die ook in ons zelve zo'n onevenredig grote plaats in neemt. Moge 1957 ons in dit opzicht, wat het ons ook verder brengen moge aan vreugde en leed tot grote zegen zijn. Dan gaan wij een zinvol jaar tegemoet dat ons, ondanks alles, geestelijk rijker zal maken dan wij nu zijn. A. de Grave. t Was bange stil, daar in Bethlehems dreven, de herclerswake op 't Elrataveld, ze waren moe, ze knikkebolden even, ze hadden nel hun schapekens geteld, wat zou hel zijn, dat deze nach bijzonder en anders was, zo klamme en zo stil; geen sterreglans verlicht het grauwe donker, dicht viel de dauw, 't was zeldzaam ijzig kil totdat opeens de hemel openscheurde, een telle schijn viel op de aarde neer, de herders, ruw verrast door 't geen gebeurde wierpen verblind 't gelaat ter aarde neer gelijk muziek, zo hemels klonk 't in d'oren, een Englenstem op 't stille Elrataveld: ..Wees gij niet bang, want heden is geboren, 1MMANUEI, door rl'ouderen lang voorspeld; ga spoedig heen, ,ga 't kindeke eens zoeken, in Bethlehem, in d'oude Davidsstee, gij vindt het dra, omwikkeld slechts in doeken, in 'n voederbak van 't redeloze vee daar ligt HIJ neer, de Hope der verwachting, reeds eeuwen door de ouderen voorspeld en plots verscheen een grote legermachte, een Englenheir op het Elrataveld. Daar klonk een lied, een lied van Englenkoren, een Englenzang van hemels' melody, van reine accoorden in de Hemelkoren, een samenzang in zuivre harmony; Aan Gocl de eer, Hij, die troont in de Hoge, en vrede op aarde, vrede altoos meer, de God der Vaadren, innerlijk bewogen, ziet op de mens, in welbehagen neer." Och Vader, wij, die ons toch Christ'nen noemen, wij, die het zout van Uw genade zijn, wij falen steeds, in danken en in roemen, wij laten in onz' daaglijks Christen-zijn; de wereld krimpt ineen van 't vreeslijk lijden, het oorlogswee waart schrijnend overal rond, en wij, wij Christ'nen Heer, ach wij belijden, het vrede op aarde" slechts met onze mond... TOMASOUW Witte Rotsweg, Hollandia.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1956 | | pagina 1