BEMSTIKi RUBRIEK
„NEW GENE
TRANSPORTONDERNEMING
De inkomstenbelasting Buitengewone Lasten (art. 51)
agent van de FORD-automobielen
en N.S.U.-motorrijwielen
Scooters en Bromfietsen
te Hollandia Noordwijk
#1
Het is ons een genoegen de
heer P. G. Dessauvagie die een
deskundige is op het gebied
van belastingzaken en accoun
tancy bij onze lezers te kunnen
introduceren als medewerker van
de nieuwe rubriek: Belastingza
ken.
Vooral, nu als een Sinterklaas
surprise de definitieve aanslag
der inkomstenbelasting 1954 uit
gereikt is geworden, kan het geen
kwaad eens na te gaan hoè men
zijn biljet heeft in te vullen.
Want heeft men zijn biljet te
hoog ingevuld door onbekend
heid met de bij de wet geoorloof
de aftrek, dan heeft men door
gaans éérst te betalen, alvorens
zijn bezwaarschrift in behande
ling kan worden genomen.
Met het oog hierop heeft de
redactie van „Onze Brug" ge
meend er goed aan te doen de
rubriek „Belastingen" te openen.
Voor incidentele gevallen heeft
men zich echter te wenden tot het
kantoor „Accountancy Belas
tingzaken" van de heer P. G.
Dessauvagie, Copernicusstraat
116, waar men ook juridisch fis
caal advies kan bekomen.
HET op juiste wijze opmaken van
een aangifte-biljet voor de inkom
stenbelasting is heden ten dage geen
eenvoudige zaak. Een onvolledig of
onjuist ingediende aangifte kan al
dadelijk leiden tot een te hoge aan
slag. En zelfs indien men zulks be
merkt en tijdig tegen een dergelijke
te hoge aanslag bezwaren indient,
zal men desondanks op z'n minst
enige maanden geduld moeten oefe
nen, voordat de „vermindering"
wordt toegekend. Het leed is gro
ter, wanneer de Ontvanger der Be
lastingen voor de invordering der
te hoge aanslag geen uitstel ver
leent.
Het ligt in de bedoeling om in dit
blad onder deze Rubriek te wijzen
op voetangels en klemmen, welke in
onze belastingwetgeving légio zijn,
en voorts om aan degenen, die hun
aangifte-biljet zelf verzorgen, enige
richtlijnen en toelichtingen te ver
strekken. Hieronder volgt de eerste
toelichting.
Zo kunnen degenen, die zich bv.
in 1954 hebben moeten „inrichten"
in een hen in datzelfde jaar toege
wezen woning, art. 51 toepassen op
hun aanslag. D.w.z. door „aftrek
van deze woning-inrichtingskosten
van het inkomen over 1954 kan men
voor aat jaar een verminderde aan
slag bewerkstelligen.
iJE zg. rehabilitatie-uitkering,
weiKe fiscaal niet bedoeld is de ge
leden oorlogsschade geheel of ten
dele te vergoeden, en welke uitke
ring voor de Inkomstenbelasting „on
belast blijfc, oefent géén invloed uit
op vorenbedoelde „atirek voor wo
ning-inrichting". In dit verband heeft
de Minister van Financiën het na
volgende opgemerkt:
„I'en aanzien van hen, wier
noodzakelijk huisraad en lijfgoed
in Indonesië door oorlogsgeweld
zijn teniet gegaan, kan er voor
de toepassing van meergenoemde
aanschrijving van worden uit
gegaan, dat de rehabilitatie-uitke
ringen, noch geheel, noch voor een
deel, strekken tot goedmaking dier
schade, en kunnen voorts de kan
sen op afzonderlijke vergoeding
van die schade worden verwaar
loosd."
De Inspectie der Belastingen zal
echter veelal om overlegging vra
gen van de betalingsbewijzen van
het bedrag, dat voor de „woning
inrichting" is besteed. Het is dus
zaak de desbetreffende quitanties te
bewaren, totdat de betreffende aan
slag definitief is vastgesteld. Slechts
bij uitzondering zal kunnen worden
volstaan met een deugdelijke specifi
catie van het voor de woning-in
richting bestede bedrag.
Naar de letter heeft art. 51 slechts
betrekking op de vorenbedoelde „wo
ning-inrichtingskosten", welke be
taald zijn in hetzelfde jaar van de
woning-toewijzing. Doch daarnaast
wordt aangenomen, dat óók het
meubel-voorschot, dat men in het
zelfde jaar van de woning-toewijzing
ontvangt, voor „kosten-aftrek" in
aanmerking komt. Degenen, die me
nen, dat op de hun reeds opgelegde
aanslag art. 51 alsnog behoort te
worden toegepast, kunnen hierom
middels een bezwaarschrift verzoe
ken. Dit bezwaarschrift moet wor
den ingediend BINNEN TWEE
MAANDEN na de dagtekening van
het aanslagbiljet. Art. 51 betreft nl.
een „aftrek" op een „aanslag-inko
men".
Er zijn echter nog meerdere „kos
ten", waarvoor „aftrek" kan worden
verzocht. In de volgende nummers
van dit blad zal hierop een toelich
ting worden gegeven door
P. G. Dessauvagie.