DE ALGEMENE OUDERDOMS-
VERZEKERING
Administratie „ONZE BRUG"
Nassau Dillenburgstraat 3
Den Haag
WelEd. Heer,
Beleefd verzoek ik U mij te willen noteren voor een
abonnement op „ONZE BRUO,\
f 2.— per kwartaal werd reeds
Het abonnement ad J
7.50 per jaar zal worden
gestort op Oiro no. 6685
Naam
Artikel 13 is zeer belangrijk. Dit artikel zegt 11
dat het ouderdomspensioen INGAAT op DE
EERSTE DAG DER MAAND, WAARIN BE
LANGHEBBENDE VOLDOET aan de VOOR
WAARDEN voor het RECHT OP OUDER
DOMSPENSIOEN.
Zo men meent dat men reeds op het ouder
domspensioen recht heeft, terwijl de uitkeringen
ervan nog niet hebben plaats gevonden, dan moet
men zich wenden tot de Sociale Verzekeringsbank.
Ditzelfde geldt wanneer men om de één of andere
reden vermeent een verhoging te moeten hebben
op het ouderdomspensioen.
Het ouderdomspensioen van de weduwe, waar
van de echtgenoot, bij overlijden, in het genot van
ouderdomspensioen was, gaat in op de eerste dag
van de zesde maand, na het overlijden van de
echtgenoot. Ditzelfde geldt voor de weduwnaar,
waarvan de gestorven echtgenote ouderdomspen
sioen genoot.
Het bovenstaande heeft dus uitsluitend betrek
king op de achtergeblevene.
Immers na de vijfde maand zal aan deze achter
geblevene het pensioen worden uitgekeerd waarop
hij of zij recht heeft. In de eerste vijf maanden na
het overlijden van de man resp. de vrouw, die
ouderdompensioen genoot, verkrijgt de nabestaande
het volle ouderdomspensioen.
Blijkt nu na de vijfde maand, na het overlijden,
dat de nabestaande nog niet aan de voorwaarden
voor de uitkering van het ouderdomspensioen vol
doet, dat gaat de Sociale Verzekeringsbank nog
zes maanden door met het uitbetalen van het
volle ouderdomspensioen, mits in dit laatste tijds
verloop deze nabestaande aan de voorwaarden
voldoet, zijn of haar recht tot uitkering te doen
gelden.
Dit is natuurlijk een goed geluid. Artikel 15
gaat nog wat door met prettige gleuiden. Wij le
zen in dit artikel het navolgende:
„Na het overlijden van andere personen dan
die, bedoeld in het bovenstaande, wordt het ouder
domspensioen, dat aan hen is toegekend of aan
hen is uitbetaald, tot en met de laatste dag der
maand, waarin het overlijden plaats vond, uitbe
taald aan de persoon of personen, die daarvoor
naar het oordeel van de Sociale Verzekeringsbank
op billijkheidsoverwegingen in aanmerking komt,
onderscheidenlijk komen, mits deze daartoe binnen
zes maanden na het overlijden een verzoek bij de
Sociale Verzekeringsbank heeft (onderscheidenlijk
hebben) ingediend."
Ja lezers U moet er wat moeite voor over heb
ben als li prijs stelt op een rijke buit!
Zoals U echter wel zult merken, er is aan li
gedacht geworden. Men vraagt zich af „hoe is
het mogelijk dat men dat alles kan doen voor zo'n
luttele bijdrage?"
Laat Uw premie Ouderdomsverzekering dus in
het vervolg niet meer per dwangbevel incasseren!
P. G. Dessauvagie
REPATRIANTEN MOETEN NA 11 JAAR
BETALEN.
De stichting „Hulp aan Gerepatrieerden" heeft
voor het kantongerecht in Leiden een civiele pro
cedure aanhangig gemaakt, waarbij van een ge
repatrieerde uit Indonesië betaling wordt geëist
van een bedrag van f 195,02 voor een textiel-
pakket, dat aan hem verstrekt zou zijn. De stich
ting zou namelijk de rechten overgenomen hebben
van een inmiddels opgeheven andere stichting
„Nederland Helpt Indië", die de pakketten in 1946
aan gerepatrieerden verstrekte.
Tel. 7-5-'57.
Commentaar overbodig.
Minister Hofstra erkent:
Oud-Ind. ambtenaren betalen te veel
A.O.W.-premie
Minister H. J. Hofstra heeft toegegeven dat de
gepensioneerde ambtenaren van de voor
malige Nederlands-Indische regering vrijwel allen
een te hoge voorlopige aanslag in de premiehef
fing ingevolge de Algemene Ouderdomswet heb
ben ontvangen, hetgeen vooral gepensioneerden
met een laag inkomen voor grote moeilijkheden
stelt, zonder dat het landsbelang dit eist.
Over deze onbevredigende gang van zaken geeft
de minister van financiën de volgende verklaring:
De voorlopige aanslagen hebben betrekking op
inkomsten, waarvan de premie niet bij wijze van
inhouding wordt geheven. De premie-inhouding
kan wettelijk alleen worden toegepast op het ge
deelte van het pensioen, dat ten laste van Neder
land komt.
Over het deel, dat ten laste van de republiek
Indonesië komt, moet de premie door middel van
een aanslag worden geheven.
De voorlopige premie-aanslagen zijn berekend
aan de hand van de definitieve aangiften voor de
inkomstenbelasting 1955 en/of de voorlopige aan
gifte voor de inkomstenbelasting 1956. Deze bere
kening kwam echter op losse schroeven te staan,
doordat de republiek Indonesië het pensioenbedrag,
dat te haren laste kwam, tot een derde gedeelte
of minder terugbracht.
Aangezien Nederland het gedeelte, dat de re
publiek niet meer betaalt, aanvult en over dit
aanvullend bedrag de premie bij inhouding wordt
geheven, is het resultaat, dat de opgelegde voor
lopige aanslagen vrijwel steeds te hoog zijn.
Verrekening van het teveel betaalde zal ver
moedelijk niet binnen twee jaar kunnen plaats
vinden. De inspecteurs der belastingen zijn echter
bevoegd en verplicht om voorlopige aanslagen die
aanzienlijk te hoog zijn, te verminderen. Belang
hebbenden moeten daarvoor een verzoek tot de
inspecteur richten.
BOEKBESPREKING.
UIT HET LAND DER FLAMBOYANTS
door Oom Alex.
Bij de uitgeverij C. P. J. van der Peet ver
scheen „Uit het land der flamboyants, Indische
verhalen van Oom Alex".
Nergens in Indonesië groeien de flamboyants
met hun in het zonlicht fel opgloeiende, helrode
en oranje bladerkronen talrijker en weelderiger
dan in Semarang. De vertellingen van Oom Alex
spelen in die goede stad, in het hedendaagse In
donesië, maar ze zijn doortrokken van de essentie
van het Indië van „tempo doeloe" (de oude tijd).
De hoofdpersoon in deze schetsen H Tante Noes,
echtgenote van Oom Alex, een hartelijke Indische
van de oude stempel, die op komische manier
soms wijze woorden uit, zoals: „Boh, zwam toch
niet Lex! In die Oost komt toch alles terecht".
Oom Alex zegt in zijn inleidend woord: „Wij
verliezen niet alleen meer door het sterven van
wat om ons heen was en een deel van ons leven,
van onze beste jaren uitmaakte. Onze groep van
„Indische mensen" valt uiteen in hen, die blijven en
hen, die heengaan. Heensnellen zouden we haast
zeggen. Want iedere maand opnieuw snellen zij,
die vertrekken, in snelle auto's de Priokweg af.
Iedere maand opnieuw snellen die reuzenschepen
met hen naar een ver land, naar een verre en an
dere toekomst en verre en andere mogelijkheden".
„Uit het land der flamboyants" is een boek
over vriendelijke en gemoedelijke Indische mensen
in hun leven van alledag.
Tussen haakjes, die gemoedelijke Indische Ne
derlanders hebben in de tijd der Japanse bezetting
intussen overduidelijk bewezen, uit het goede hout
gesneden te zijn, getuige o.a. het doodsverachtend
optreden van een Hendrik Karsten.
Wie nog eens wil verwijlen in het Indië van de
goede, oude tijd; het Indië dat de Indisch-gast zeer
lief had en dat voorgoed verloren ging, om plaats
te maken voor het huidige Indonesië, leze dit boek
met zijn pretentieloze, niettemin o.a. om hun
levensechtheid kostlijke schetsen.
32 mooie foto's van Peter Wessing verluchten
het werk. G. L. T.
Adres: