Correspondentie
De schoonste triomf van den Indo-Detective
„Onze Brug" verschijnt tweemaal in de
maand. Prijs in Nederland; f 0,25 per num-
mer. Abonnement voor 2 maanden (4 num
mer) f 1,te voldoen vooruit door op
zending aan het administratie-adres:
Administratie-adres: W. E. Samson, Nas-
sau-Dillenburgstraat 3, Den Haag.
SOCIALE VOORZIENINGEN EN
SOCIAAL GEDRAG.
Wij, Nederlanders uit de Tropen, zullen met
verheugenis geconstateerd hebben, dat ten behoe
ve van de staatsburger in Patria talloze „sociale
voorzieningen" zijn getroffen, welke wij in ons
oude Indië hebben moeten ontberen.
Wij hebben echter te beseffen, dat dezer voor
zieningen niet slechts met een materieel doel (de
bestrijding van onkosten bij ziekte, ongeval, werk
loosheid, enz. enz.) in het leven zijn geroepen,
doch dat daarnaast een even belangrijk idieel doel
heeft voorgezeten en nog steeds wordt beoogd.
Het complex van veelal na-oorlogse „sociale
wetten" vormt nl. een onderdeel van het streven
naar de verwezenlijking der in de barre en bange
oorlogsjaren geboren idee tot bevordering van het
„menselijk geluk", gegrond op „ware gemeen
schapszin" en geboren uil) de grondgedachte: „een
eerlijke verdeling der welvaart".
Het met deze „sociale voorzieningen" beoogde
idiële doel is dan ook daarin gelegen, dat de
staatsburger het de mens ingeboren „egoisme" zal
weten te beteugelen, het najagen van persoonlijk
belang ten koste van de gemeenschap na te laten
en zich te vervormen tot een waarlijk „sociaal
denkend en handelend lid van een ideale gemeen
schap", waarin plaats en brood is voor ieder be
hoorlijk staatsburger.
Tot ons leedwezen hebben wij echter moeten
constateren, dat dit idiële doel door vele Neder
landers niet wordt begrepen of willens en wetens
wordt genegeerd. Wij zien nl. in de praktijk van
het leven, dat een niet te verwaarlozen deel van
onze medeburgers uiterst hardleers blijkt te zijn
en de typische Nederlandse eigenschap van „te
halen, waar er iets te halen valt" niet kan af
wennen. Dit deel van ons Volk wenst kennelijk
de „sociale wetten" uitsluitend aan te wenden om
„gemakkelijk aan z'n trekken te komen", waarbij
niet slechts met de eerlijkheid een loopje wordt
genomen, doch waarbij uit het oog verloren wordt,
dat de „gemeenschapszin" geweld wordt aange
daan (doordat de gemeenschap bestolen wordt),
hetgeen a-moreel is en het zedelijk denken onder
mijnt.
De neiging bij deze a-sociale lieden om te den
ken, dat het toch „van de grote hoop" komt, kan
niet genoeg bestreden worden. Al diegenen, die
zich tot een sociale instelling wenden om mis
bruik makende van de „voorzieningen" een
ongerechtvaardigd voordeel in de wacht te slepen,
HOOFDSTUK 2.
Korte inhoud van het voorafgaande.
Als Pa Oerip van de Bank waar hij als be
diende werkt thuiskomt met een gouden hor
loge en een bedrag van f 500,hem uitge
reikt voor zijn 25-jarig dienst jubileum, wordt
hij bezocht door een berucht rampokker
Hadji Ismail, die hem alles afneemt. Als de
roverhoofdman zich echter vergrijpt aan Piet,
het zoontje van de afdelingschef, dat juist bij
Pa Oerip op bezoek is, valt de oude heer
Hadji Ismail aan en wordt neergeschoten.
Dan ontvoert de hadji de kleine Piet. Net iets
te laat verschijnt een Indo in pyama en op
sloffen ten tonele, de revolver in de hand,
Leo Brandhorst.
Leo Brandhorst had heel vroeg zijn ongefor
tuneerde ouders verloren met het gevolg dat er
aan studeren niet te denken viel. Hij trad reeds
op zijn dertiende jaar in dienst bij een der depar
tementen en had het door zijn stalen vlijt tot derde
commies gebracht. Maar Leo wilde hoger op de
maatschappelijke ladder stijgen, daarom nam hij
behoren als „a-socialen" te worden gebrandmerkt.
Het raffinement, waarmede deze a-socialen de
ziekte- en ongevallenwet weten „uit te buiten",
kan beter aangewend worden om middelen te vin
den ter verhoging van de produktiviteit. De stu-
dielust, welke deze a-morele medeburgers ten toon
spreiden om alle „mogelijkheden" uit de sociale
wetten te traceren, zou beter benut kunnen worden
voor de bestudering der verkeersregels.
Het noodlottig gevolg van een dergelijk onmaat
schappelijk handelen is dan ook, dat de „goeden"
voor de „kwaden" hebben te lijden, hetgeen met
alle middelen behoort te worden voorkomen. De
milde vonnissen, op overtreding der sociale wet
ten gesteld, helpen dit euvel echter eerder ver
ergeren dan bestrijden. Wat blijft er op deze
wijze over van de hoogheid van „sociaal denken
en handelen"? Hoe kunnen wij de „ideale gemeen
schap" bereiken, indien dit kwaad voortwoekert?
Wij, Nederlanders uit de Tropen, die al deze
„sociale voorzieningen" in de schoot krijgen ge
worpen, behoren daarvoor dankbaar te zijn en dit
te tonen door ons als „gemeenschapsmens" te ge
dragen en te blijven gedragen. En dit is ook mo
gelijk.
Het ontbreken toch van deze „voorzieningen"
in de Tropen heeft ons van ouder op jonger eigen
schappen van „persoonlijke verantwoordelijkheid"
en „zelfdiscipline" bijgebracht.
Mede ten gevolge van deze eigenschappen heb
ben wij ons in Patria een goede naam weten te
verwerven als werknemer en loyaal staatsburger.
Laat ons deze goede naam niet verliezen of te
grabbel gooien door om elk wissewasje naar de
dokter te lopen of op andere wijze de bedoeling
der „sociale wetten" met voeten te treden. Blijf
„eigen persoonlijke verantwoordelijkheid" en „zelf
discipline" betrachten, zoals U dit in de Tropen
gewend was!
Bewaar Uw „goed sociaal gedrag" tot voor
beeld van Uw zwakkere medeburgers! U bevor
dert hiermede hun „gemeenschapszin" en „na
tionaal denken" tot heil van ons Volk.
Laat het blijven zijn: „Allen voor allen"!
D. de G„ Arnhem. Er zijn genoeg kamers te
huur in Amsterdam, kijk maar eens in de daar
verschijnende dagbladen. Een kamer zonder kost
thans lessen voor candidaat-notaris, een weelde,
die hij zich alleen kon veroorloven door een sobere
leefwijze. In zich zelf gekeerd als hij was, verkoos
hij een eenvoudig bamboehuisje boven het inwonen
bij familie; een oude baboe, die hem geboren had
zien worden, deed de huishouding. Detective-ro
mans waren zijn geliefde vrienden en in zijn vrije
tijd las hij ze steeds met het grootste genoegen.
Het was dan oók geen wonder, dat de detectieve-
geest langzamerhand in hem wakker werd. Ge
holpen door zijn gezond verstand, wist hij dikwijls
verbluffend-logische gevolgtrekkingen te maken bij
kleine diefstallen en meer dan één misdaad, in zijn
kampong gepleegd, had hij helpen ophelderen.
De commissaris van politie noemde hem
schertsend „de amateur-detective". Bij de bevol
king was hij algemeen bekend als „sinjo Leo": hij
hield zich altijd even netjes en correct en had
voor iedereen een vriendelijk woord over. Zelfs
de beruchte Hadji Ismail had tot zijn schade moe
ten ondervinden, dat hij in Leo een waardige te
genstander gevonden had. Bij één van zijn talrijke
rampokpartijen had de politie de rover op aan
wijzing van Brandhorst zo in de hoek gedreven,
dat hij zich met het blanke staal in de vuist door
heeft natuurlijk zijn voordelen, maar heb je ook
de nadelen overdacht? Het is niet leuk om in de
winter koud van kantoor te komen en dan nog te
moeten scharrelen met een primusje of kookplaat,
aangenomen dat je hospita het goed vindt. Ik
zou zeggen, informeer eerst links en rechts Don,
en schrijf maart eens op een ad. Good luck!
Mevr. G„ Sb. Ja, het lijkt er erg op dat ik zo'n
beetje vraagbaak aan het spelen ben, maar dat is
toch niet juist. Onthoudt U alstublieft dat ik maar
zo'n beetje vertel van wat ik zelf weet en onder
vonden heb en d^t dus mijn advies en oordeel niet
doorslaggevend zijn. Ik zal bij kennissen naar het
adres vragen, maar rekent U er niet te vast op
dat ik het voor U vind hoor. In Amsterdam al
leen wonen al minstens 3000 Indische gezinnen,
wist U dat?
E.W. Hollandia. Waar ben je als je deze brief
leest? In Holland? Ik vind het prettig, alles wat ik
over Nw. Guinea heb horen vertellen nu uit de
eerste hand te kunnen lezen. Maar schrijf je ook
eens een stukje dat ik zou kunnen opnemen? Wat
zielig dat ze de ogen van zo'n „babi piara" uit
steken, is dat om het weglopen te voorkomen?
Dan zou ik je wat kunnen vertellen over de var
kens in Bali. Schrijf je me wanneer je in Hol
land bent? Voorlopig is dit zeker je laatste brief
vanuit Hollandia?
Meidi. Ik zal het de schrijver van Pick-Up over
brengen. Een songrubriek zal geloof ik wel niet
mogelijk zijn, het is nog maar een klein krantje.
Misschien later? Koop je Tuney Tunes wel eens?
Mevr. D. Bandoeng. O ja, iedereen breit, het
hele jaar door (alleen Noes niet, geen stéék) en
zelf gebreid goed is stukken goedkoper dan ge
kocht. En je kunt hier de beeldigste kleuren wol
in alle mogelijke diktes en warmtes en kwaliteiten
krijgen. Wacht heus maar eerst tot U hier bent
Mevrouw, LT zult Uw hart kunnen ophalen!
de drom van politiemannen had moeten heenslaan:
dit was de eerste keer, dat de boef met de sbirren
handgemeen raakte. Toen Leo die avond thuis
kwam vond hij op tafel een in het Hollands ge
steld briefje, dat als volgt luidde:
Sinjo Leo,
Bemoeit u in het vervolg met uw eigen za
ken, anders kan ik mijn mannetjes niet lan
ger in bedwang houden; zij hunkeren naar
het ogenblik, dat zij met u mogen afrekenen.
Ge zijt mij echter te sympathiek om als
slachtoffer van mijn bende te fungeren.
H. I.
De volgende morgen bracht Leo het briefje bij
commissaris Van der Drift. Deze keek ernstig en
zei:
„Brandhorst, wil ik je een goede raad geven9
Ja, welnu, verleen ons je medewerking bij onze
nasporingen naar de schurk niet langer meer. Je
woont daar geheel alleen en een sluipmoordenaar
heeft gelegenheid te over om zijn slag te slaan.
Verbitter je de hadji nog eens, dan geef ik geen
duit voor je leven".
„Ik dank u voor deze woorden", antwoordde
Leo, „maar ben ik als goed onderdaan van onze
Koningin niet verplicht al het mogelijke te doen
om Batavia van zo'n gesel te helpen verlossen?"