Mevrouw Elodie van Heemskerek-Deux 5 WIE IS MEVROUW ELODIE VAN HEEMSKERCK-DEUX? Onlangs verscheen in een groot aantal bladen in Nederland een kort maar enthousiast stukje over een oude Indische dame, die opvallende schilde- rijen maakt- Die dame, mevrouw Elodie van Heemskerck-Deux, afstammelinge van Franse en Javaanse adel en natuurlijk Hollandse kolonisten. Zij is nu 68 jaar en leerlinge van de Haagse te kenacademie en heeft twee exposities gehouden, één in Djakarta en één in Den Haag. Van die 68 jaar heeft mevrouw Van Heemskerck er 65 in Indië gewoond, grotendeels in het Ja vaanse gebied, Sidoardjo en zo, maar ook in Bandoeng en in Djakarta. Zij schildert omdat zij financieel onafhanklijk wil zijn en haar expositie in Djakarta leidde tot de verkoop van genoeg doeken, om haar reis naar Nederland te betalen. Als ie 65 jaar in de tropen geleefd hebt, schilder je natuurlijk datgene waar je al die tijd middenin geleefd hebt. Maar zoals alle Indische mensen denkt mevrouw Heemskerck in Holland geko men toch nog een beetje in termen varf „assi milatie hoewel haar doeken levensgrote getuigen zijn van het feit, dat er toch wel het een en ander niet weg te assimileren is. Niet alleen een speciaal type landschap of een ander soort mensen maar ook een andere kijk op de dingen een tropische kijk, die niet-tropische mensen niet kunnen be grijpen. Daarom heeft zij op de academie alleen tekenlessen, schilderen, kan men haar hier niet leren, zelfs al lijkt haar stijl in bepaalde dingen een beetje op Van Gogh of Cezanne. Mevrouw Heemskerck praat graag over haar In dische leven en als zij dat doet, begint zij helemaal ergens in 1700 of zo, toen Franse emigranten in de buurt van Jogja neerstreken en vriendschap sloten aan het Jogjase hof. Dat waren de Deuxs en de Martins, die grote rijstgronden in beheer kregen en later trouwden met kratonprinsessen. „Misschien waren die meisjes uit de kraton wel stout geweest", vermoedt mevrouw Van Heems kerck. „Dat de sultan ze op deze manier elegant uit de hofkringen kreeg". Later is er ook Hollands bloed in de familie gekomen. Bij mevrouw Van Heemskercks doeken vindt men in elk geval gemakkelijk de sporen van de Franse esprit terug en ook de trekken van de Javaanse fijnheid. Hoe het zij, in de Franse tak zit óók nog ergens een schilder, die indertijd in Brussel gestudeerd heeft. De familie heeft eigenlijk steeds in Midden Java gewoond. In 1932 schreef Elodie van Heemskerck STICHTING „ONZE BRUG" gevestigd te 's-Gravenhage. Alg. Voorzitter: A. G. de Grave- Terwogt. Secretaris: W. E. Samson. Penningmeester: Mr. A. de Grave. H. Bar, Commissaris. Redactie: A. G. de Grave-Terwogt, Franklinstraat 106, Den Haag. Telefoon 63 77.86. Administratie: W. E. Samson, Nas sau Dillenburgstraat 3, Den Haag. Postgiro No, 6685. Juridisch adviseur: Mr. L. R. A. van Beem. Commissarissen van de Stichting „Onze Brug" in Nieuw Guinea: H. Brandenburg v. d. Gronden, Noordwijk - HOLLANDIA G. L. E. Godijn, SORONG Voor copie, abonnementen en ad vertenties in Nieuw Guinea wende men zich tot bovengenoemde perso nen en adressen. Mevrouw van Heemskerck-Deux bij het portret van het vruchtenverkoopstertje dat vroeger steeds bij haar thuis kwam. (Foto Dick Hendriksen) het boek „Eenvoudige lieden uit de Dessa", een boek dat geheel van de aardbodem weggevaagd schijnt, want niemand kan haar nog een exemplaar bezorgen. Met dat boek bewees de schrijfster al, dat zij het volk goed kent. Na dit boek bemoeide mevrouw Van Heemskerck zich een tijd lang niet meer met enige vórm van artistiek leven. Tot zij plotseling de penseel vatte, en op het linnen zette wat zij eerder al op papier had gezet, „eenvoudige lieden uit de dessa". Maar de doeken werden tal rijker en dus ook de onderwerpen. In haar kleine kamertje aan de Schuytstraat is het helemaal vol. De schilderijen staan drie dik achter tafeltjes en stoelen. Overal de tete-bengek die een Indische dame nodig en prettig vindt om haar eigen leven mee te leven. „Adoe je kan zo terugverlangen ja, vooral als het zo regent", is haar commentaar op het Indische leven in Holland. „Ja, natuurlijk, eigenlijk moet je wel assimileren, wat wil je anders. Je moet je handhaven toch". En het liefste wat mevrouw Elodie van Heems kerck wil is zelfstandig zijn, zich handhaven in Holland. Daarom schildert zij, maar in haar schil derijen is zij allesbehalve geassimileerd. Zij heeft iets van de nonchalance van het Indische leven. Haar kleuren zijn behalve natuurlijk, erg spre kend en actief en soms bijna zorgeloos. Dat is typisch Indisch. Zorgeloos bijna onbekommerd. Maar dat doet bij mevrouw Elodie niets af aan haar talent, dat gesteund wordt door werkelijke kennis van haar levensomgeving, die zich niet laat wegassimileren. Een van haar doeken stelt bijvoorbeeld een stel straatzangers op Pasar Atoom voor. Iedereen kent zulke stelletjes wel. Hij met beroerde guitaar en zij met beroerde stem en maar dóór njanjijen, tot je ès gosok al helemaal niet meer smaakt en dan geef je heus wel een paar dup. En net als in de ès gosok proef je op mevrouw Heemskercks doek de stóf van Pasar Baroe. Zij heeft ook een doek van een Javaanse vruchtenverkoopster, een vrouw die altijd bij haar thuis kwam met ananas en djeroek bali. Zon vrouw kwam toch bij ons ook, al was het met petjel of wat dan ook. Dat is een levensgrote herinnering. Dus logisch, dat mevrouw Heems kerck. daar een bijna levensgroot doek van maakt. Kom maar op welke academie ook, waar vind je een oude dame van 68 jaar, die helemaal niet te oud blijkt om nog wat te willen leren*). In Den Haag dus. En het is een Indische dame. Indische dames hebben „boekan main veel lef" (zoals Tjalie in een vorige „Brug"' schreef). En daarom dus, dat plotseling een heleboel kranten met ver bazing over haar schreven. Maar die verbazing had nóg een duidelijke grond. Mevrouw Van Heemskercks visie was anders dan men hier ge wend was. Zij was wat je noemt nieuws en dat nieuwe was Indisch, weliswaar al eeuwen oud, maar nog nooit goed ontdekt. De straatdanseres ook een groot schilderstuk getuigt dat ook. Elke figuur daarin heeft een eigen leven, en zoiets kan men alleen weergeven als men die levens kent en er tegelijkertijd de Europese analyse, van kan maken, zodat er in een eigen sfeer iets ontstaat, dat verantwoord is en daf ook eigenlijk alleen mensen kunnen begrijpen, die beiden werelden kennen ook al wil men soms niets meer te maken hebben met een van die twee of met geen van beiden. Kijk maar rond in de kamer van deze Indische dame. Twee werelden, terong soesoe, djeroek bali, mangistan en daarnaast een portret van een Sche- veningse visservrouw. v. Lonkhuyzen. Schilderen heeft (gelukkig) niets met academies te maken. En niets met leeftijd. Een voorbeeld ter illustratie van beide is de bekende Grandma Moses, die enige tijd terug in Amerika „ontdekt" werd en tot in de Parijse salons toe grote vermaardheid ge noot. Een heel oude boerenvrouw (80 jaar), die niet stil kon zitten op haar oude dag en aan het schilderen sloeg. Heel naieve, maar kleurrijke en levendige schilderijtjes maakte van het landelijke leven, die een verademing bleken te zijn in deze moderne tijd van schrille kleuren, scherpe contras ten, sceptische denkbeelden en verwerpingen van traditie en geloof. Schilderen is nog steeds mense lijkheid en persoonlijkheid. Als zodanig is ook mevr. Heemskerck echt en goed. Red. O. B. NIEUWS UIT NW. GUINEA. Landbouw. De vorige maand is in Hollandia-binnen een landbouw-conferentie gehouden, waarbij in elk ge val kon worden vastgesteld dat de periode van „aftasten van mogelijkheden voorbij was en de finitief zou moeten worden bepaald wat er eerst daags zou moeten gebeuren. Nadere gegevens van het verloop dezer conferentie zijn nog niet aan de pers vrij gegeven, in elk geval tastbare feiten, cij fers en planningen niet. Wat wij wel graag zou den willen weten is: 1. Is rijstbouw op een zodanige schaal mogelijk dat afschaffing van de dure rijstimport uit het buitenland binnen afzienbare tijd verwacht mag worden? 2. Ettelijke behoeften aan tropische consumptie artikelen voor Nederland, waar thans nog de viezen voor verloren gaan, kunnen vanuit Nieuw Guinea worden voorzien. Welke en in welke hoe veelheden? (Eén voorbeeld: hoeveel lombok en fruit kan de Nw. Guinease landbouw voortbren gen?) We hopen binnenkort over deze conferentie meer tastbare gegevens te kunnen vermelden. Onderwijs. In Noordwijk (bij Hollandia) is een H.B.S. ge opend, beginnend met 4 klassen en in totaal 65 leerlingen. Begroting. Op de begroting van het Ministerie van Zaken Overzee voor 1958 is voor de ontwikkeling van Nw. Guinea f 6 millioen meer uitgetrokken, zodat de post voor dit gebiedsdeel nu bedraagt f66 mil lioen. Bestuur. Het ligt in het voornemen in het komende par lementaire zittingsjaar een wetsontwerp aanhangig te maken voor partiële herziening van de be windsregeling om het mogelijk te maken dc inwo ners van Nw. Guinea etappesgewijs medezegging schap te geven in het bestuur. ZOALS TJANG ZEI Zoals Tjang ook al zei: Vroeger ik zing altijd: oedjan datenq kambing lari! Nou ik ver lang te zingen: oedjan lari, kambing dateng (sa- teel adoeh!"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1957 | | pagina 5