2e JAARGANG, NOVEMBER 1957 No. 9 Uitgave van de Stichting „Onze Brag" Onder Redactie van A. de Grave-Terwogt en Tjalie Robinson Een sympathiek cadeau! Prijs per nummerf 0.25 Kwartaalabonnementf 1.50 Jaarabonnementf 6. Gironummer 6685 Redactie-adres: Franklinstraat 106 Den Haag Administratie W. E. Samson, v. Swietenstr 76-78 Den Haag Telefoon Redactie 63.77.86 Halfmaandelijks blad van en voor Nederlanders die onder de Tropenzon geleefd hebben. Zo zit een eenvoudig kolonistengezin bijeen in Manokwari. Zonder ziekenfonds of Dreespensioen, zonder slager, groenteman of drogist om de hoek. Zonder allerlei zekerheden en veiligheden van ons leven in Holland. Wat een moeilijk bestaan! Kunt U zich indenken, dat er desondanks genoeg mensen in Holland zijn die hier direct mee willen ruilen?! (foto Manokwari) GOUD, KOFFIE EN SUIKER. De hoofdredacteur van het Australische geïl lustreerde maandblad ..Pacific Islands Monthly" R. W. Robson, noemt in een artikel naar aanleiding van zijn bezoek aan het Australische deel van dit eiland, Kainantu „Nieuw Guinea's nieuwste en meestbelovende stad". De plaats ligt op een hoogte van ongeveer 2.000 meter boven de zeespiegel op de Ramu-Markham waterscheiding, midden tussen lieflijk-uitziende, groene heuvels. Wanneer de weg van Lae naar Goroka volgend jaar is voltooid hetgeen o.m. de constructie met zich brengt van twee kleine en twee grote brug gen zal Kainantu de voornaamste stad worden van de Hooglanden. Het ligt een goéde 60 km van Goroka vandaan. Kainantu is gebouwd op goud en koffie. Er wonen op het ogenblik 120 Europeanen en hun aantal groeit met de maand. Het aantrekkelijke stadje ligt op een helling,, parallel aan de onmisbare air- strip. De „goudvelden" van Kainantu worden bewerkt door inheemse goudzoekers, enig in Nieuw Guinea. Ongeveer 25 tot 30 jaar geleden vonden Europese goudzoekers er reeds goud, maar niet van zodanige omvang om zich erover op te vrinden. Toen Robson kortgeleden in Kainantu was, zag hij een rij Papoea's in het portaal van het kantoor voor het Mijnwezen staan voor een tafel, waarop behalve vele honderden Australische ponden, ook talrijke blikjes en flessen waren „uitgestald". Deze laatste bergplaatsen bevatten bijna zuiver alluviaal goud. Het was betalingsdag voor de autotochtone goudzoekers. Van 1 juli 1956 tot 1 juli van dit jaar heeft het kantoor voor het Mijnwezen een totaal bedrag van 230.000 gulden aan Papoea-zoekers uitbetaald. De gemiddelde uitbetaling per maand ligt nu ongeveer tussen 12 en 15.000 gulden. De Papoea's krijgen bijna f 160,per ons, plus f 15,subsidie. Zij betalen geen mijneigenaars-belasting of heffing voor royalties. Europese goudzoekers moeten deze heffingen echter wel betalen. Eén Papoea heeft wel eens een bedrag van f 24.640,op een uit betalingsdag ontvangen. Het goud wordt door 40 tot 60 Papoea's gewon nen. Het Australische gouvernement is doende hen aan te sporen de verkregen rijkdommen op een bank te zetten, maar het gaat langzaam, zo ver volgt Robson zijn artikel. Het is het oude pro bleem om nieuwe behoeften te scheppen voor pri mitieve mensen, die tot zekere welstand zijn ge komen. In dit geval wordt het geld omgezet in horloges, fietsen en juwelen, zoals ringen. De autochtoon die het grote bedrag van bijna 25.000 gulden kreeg, bestelde een motorfiets. Geen fortuin. Het goud in de valleien ligt in een straal van 60 km rond Kainantu en hoe langer hoe meer Euro peanen hebben zich nu op hét zoeken geworpen naar dit kostbare metaal. Er schijnt heel wat goud in de valleien te zijn, zo merkt Robson op, maar tot dusver hebben de zoekers het nog niet zo dik bezaaid gevonden, dat zij er hun fortuin mee maakten. Er is een vrij aanzienlijke inheemse bevolking in deze streek, waarom er weinig landbouwland be schikbaar is. Maar hier en daar zijn koffieplanta ges verrezen, die een hoogwaardig produkt afle veren. In de vallei naast die van Kainantu, bij Kaiapit, vond Robson een tweede verrassing: rijstaanplan- tingen. Een Lutheriaanse zendeling in deze vallei vertelde, dat de Papoea's surplus-land aan anderen verkochten, van welker opbrengst zij tractoren en andere materiaal aankochten en zodoende rijst velden konden aanleggen. Zij verwachten een op brengst van ongeveer 500 zakken rijst van hun eerste gemechaniseerde oogst. Intussen hebben de Papoea's ook reeds een rijstpel-machine besteld. SCHRIKKELDANS. In dit nummer zijn al veel meer ingezon den stukken dan in de vorige nummers. En het doet ons plezier dat alweer (herinnert U zich ons loflied op de Indische huis vrouw?) de dames zijn voorgegaan. We wil len dit nummer dus beschouwen als een schrikkeldans op ons schrijversfeest: de da mes nodigen de heren uit om ook mee te doen. Ajo, moppentappers, jagers, vissers, koffieboerkampioenen, spookhuisbezoekers, tast rond in Uw geheugen, pak de pen op en schrijf! Geef met Sinterklaas aan Uw beste vriend (in) als geschenk een abonnement op „Onze Brug". Wij zorgen voor de ontvangst van dit cadeau op pre cies 5 December a.s„ passend verpakt! Knip s.v.p. het onderstaande uit en verzend het gefrankeerd aan „Onze Brug"', Franklinstraat 106, Den Haag. Wij doen de rest. Zend s.v.p. aan Hr./Mevr./Mej adres: te een jaarabonnement „Onze Brug" ad f 6,per jaar, ingang 1 December 1957. Vermeld daarbij mijn naam: Gaarne doen ontvangen precies op 5 December a.s. Postwissel ad f6,—, giro op uw no. 6685 heden verzonden. Mijn adres: Handtekening:

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Onze Brug | 1957 | | pagina 1