KRETA SETAN Soempah Rotjong oftewel het mysterie van "paling in gelei" De Duivelswagen Wel eens gehoord van "soempah potjong"? Nooit? Nu, ik ook niet, totdat ik in de plaatselijke krant van Yogya dd. 27 oktober 1977 las, dat voor het eerst sinds 1956 er weer een soempah potjong had plaatsgevonden. De soempah potjong is een heel apart eeds-ceremonieel, waarbij de persoon in kwestie, liggend op een lijkbaar en gewikkeld in de "kain kafan" oftewel witte lijkkleren, voor het aanschijn van Allah in de moskee zweert de vragen van de rechter naar waarheid te zullen beantwoorden. Mijn overbuurvrouw, mw. Dj.-M., wist me in verband hiermee een interessant verhaal te vertellen, dat in de twintiger jaren had plaatsgevonden in West Java. De stof zou een Agatha Christie waardig zijn, en dan zou de titel zeker luiden: "Paling in gelei". En voor christelijke patronaten zou het omgewerkt kunnen worden tot "Daniël en Susanna in de Preanger". Het moet gebeurd zijn in de twintiger jaren, aldus mijn zegsvrouw, ongeveer tussen 1923-'24, in elk geval vóór de afschaffing van de doodstraf. Op de thee en rubberonderneming Tjikembar ten zuiden van Soekaboemi was een nieuwe, jonge employé te werk ge steld een zekere Götteling, een aar dige, jonge Hollander. En zoals het meermaal ging in die dagen, om zijn huishouden te runnen en de eenzaam heid van de nachtelijke uren te verja gen, nam Götteling een huishoudster in dienst, een jong meisje uit de desa Tjikembar nog pas 17 jaar oud. Zij heette Nyi Anna. Het was geen schoon heid, maar ze was blank en beschaafd. Maar ze had één gebrek. Ze hing nog al aan haar familie en stond haar neef uit de desa toe om op de zaterdaga vonden, als de toean naar Soekaboemi was, met zijn vrienden in de bijgebou wen te komen dobbelen en kaarten. Dit kon natuurlijk niet verborgen blij ven en Götteling verbood haar ten strengste dit soort gastvrijheid nog eens te herhalen. Maar ja, op een goede of kwade avond was G. weer naar Soekaboemi, en Nyi Anna nodigde haar neef en vrienden weer uit voor een gezellig avondje. Helaas, onverwacht kwam de toean thuis, ledereen maakte dat hij weg kwam, maar de laatste die het raam uit sprong werd nog net door G. ge snapt. En dezelfde avond nog kon Nyi Anna haar bulletjes bij elkaar pakken en terug gaan naar de desa vanwaar ze gekomen was. Huilen met tuiten, maar er hielp geen lieve moeder aan. De toean bleef onvermurwbaar. Maar de tijd heelt alle wonden, dacht Nyi Anna, en na een tijd kwam ze wel eens babbelen met de kokki. Ze zou toch zo graag terug willen komen bij de toean, zou kokki niet een goed woordje willen doen? En op zekere dag bood ze kokki een pakje aan waarin afschraapsel van haar nagels zat. Als de kokki dat in de koffie van de toean wilde doen, zou hij haar ze ker terugroepen. De kokki nam het pakje aan met de belofte dit bij ge legenheid te zullen doen, en stopte het pakje in de bilik van de keuken die van bamboewanden was voorzien. Enige dagen hierna ging Götteling Autopioniers in Insulinde door F. F. Habnit Een van de mooiste kijk en leesboeken uit het oude Indië. En niet alleen voor autoliefhebbers! 250 foto's. Gratis JMC- sticker f 65, porto/emb. f 6,— In de maanden december en januari geen porto Voor onze abonnees 3 termijnen mogelijk. weer naar de stad en kwam 's avonds laat thuis. Hij had zelf eten meege bracht maar ongeveer een uur nadat hij dit tot zich genomen had, werd hij onwel en wel in die mate, dat het per soneel de administrateur alarmeerde die G. daarop naar het ziekenhuis in Soekaboemi liet brengen, waar hij na enkele uren overleed. De doktoren ga ven een visum et repertum af, waarin stond dat G. was overleden aan de gevolgen van een rattekruid vergif tiging. Dat werd een perkara, en natuurlijk viel de verdenking op Nyi Anna. De assistent wedana wist de kokki naar voren te schuiven als de kroongetuige die verklaarde, dat zij van Nyi Anna een pakje had gekregen en de inhoud daarvan op die bewuste avond in de koffie van meneer had gedaan. De zaak leek rond en werd voor de land raad in Bandoeng gebracht. Daar werd de doodstraf uitsproken over Nyi An na die echter intussen was ge trouwd met een jongeman uit Tjikem bar en nu in verwachting was. En vol gens het gebruik zou de doodstraf pas voltrokken worden nadat het kind geboren was. Onder de vele belangstellenden die de rechtszaal vulden bevond zich ook ene Brunsveld van Huiten, een Indische jongen die candidaats rechten had en een adviesbureau voor juridische kwesties. Hij werd getroffen door de eenvoud en openheid van dit Soenda- nese meisje, die gelaten de doodstraf hoorde uitspreken dat voor haar in het Soendanees moest vertaald worden. De zaak liet Brunsveld niet los. Op eigen initiatief ging hij op onderzoek uit en wist van de rechter uitstel van de doodstraf te krijgen. Bij het nadere onderzoek werd hij geholpen door zijn jonge chauffeur, Amat, die eens pools hoogte ging nemen in Tjikembang, de onderneming. In het huis van Götte ling woonde nu zijn opvolger en alle bedienden waren gebleven, behalve de kokki, die was meegegaan met de assistent wedana naar Tjikembar. Daar ontdekte Amat dat de a.w. veel van paarden hield, en hij wist het zo te spelen, dat hij werd aangenomen als verzorger van de paarden van de a.w. Dit was echter maar een springplank om in contact te komen met de kokki, en dit contact ging zover, dat Amat met haar trouwde. En tijdens een nach telijke tête tête vertelde kokki hem terloops, dat zij die verklaring maar had afgelegd omdat de a.w. haar dit gevraagd had. Overigens moest het bewuste pakje met nagelschraapsel nog wel in de bilik van de keuken zitten. Toen enige dagen daarna Amat haar probeerde over te halen die ver klaring nog eens te herhalen in het bijzijn van enige vrienden, weigerde zij positief. Amat ging toen nog eens op onder zoek uit op de onderneming Tjikem bang. En inderdaad, in de bilik van de keuken vond hij een pakje met een vreemde substantie. Hij had er wel voor gezorgd (zulks op instructie van Brunsveld aan wie hij geregeld verslag uitbracht) dat er enige getuigen bij waren. Hij vroeg voorts aan de be dienden, wat de toean die avond zo al wel gegeten had. En de kebon wist te vertellen, dat de toean vis had gegeten (lees verder volgende pagina) 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 16