Vissen langs de deur Dat men in Indonesië (en in vele landen waar de welvaart nog niet heeft toegeslagen) geleerd heeft van elke nood een deugd te maken, is bekend. Maar dat de deugd hier zomaar langs de deur komt zwemmen, zoals hier op deze bandjir-foto. Ergens in de buitenwijken van Jakarta, in de buurt van Pulo Mas (richting Bekasi) schoot Rogier dit goedgemutste (figuurlijk en letterlijk, let u eens op de verschillende hoofddeksels) gezelschap. Van de bandjir en de hoge waterstand gebruikmakend, langszwemmende vissen met netten te verschalken. Voor de een watersnood, de ander zijn brood. Wat wordt er gevangen? Ikan lilih, weloet, wader, kotès? Als u nu naar Indonesië gaat kunt u het zelf vragen. Of doen. Foto links: Aanhoudende regens maken bin nenshuis alles vochtig. Beschimmelde boe ken, platen, kromgetrokken houtwerk, voch tig linnengoed, kussens, bultzakken. Dan schijnt de zon weer, het ziet er uit of het nooit geregend heeft en overal doet de ma gische betekenis van "djemoer" zich gelden. Naar buiten alles wat droog moet worden. Waslijnen, paggers, bermen, elk belegbaar plekje, bereikbaar voor de zonnestralen, wordt belegd en behangen. En alles blijft liggen tot alles door en door droog is. Als je in de middag op de bultzak plofte, dan sprong je soms weer gillend overeind omdat je op een gloeiende plaat was be land! Linnengoed kon je amper op je arm naar binnen dragen, zo warm was het ge worden. Maar hoe heerlijk sliep je 's avonds op zo'n doorbakken droge bultzak, hoe zacht waren de bantals en de goelings. De zon zat er nog in, die kon je ruiken. Want in Indonesië heeft alles een geur, de regen en de zon. L.D.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 19