Padipluksters op weg naar het veld, Toradjalanden. (foto J. den Daas) Wel eens op eendenjacht geweest, in de tropen? Ik wel, in Zuid-Celebes. Om precies te zijn, in Polewalie, op de weg naar Koentjie. Ik had daar een klappertuin annex koffieonderneming en moest voor vlees zorgen, eigen vleesvoorziening, zo gezegd. Door de jacht op herten, tjelengs, gevogelte. In de eendentijd zagen de sawahs bruin van de meliwis, soms ook wel met bèbèk-manilla ertussen, wat dan een buitenkans was, want die waren zo veel groter, vetter. Maar die wilde een den hadden de onhebbelijkheid meest al op sawahs neer te strijken die mid denin lagen, d wz. aan alle kanten een groot open stuk. En dan moest je maar zien er zo dichtbij te komen, dat je snel een of twee schoten kon lossen met je kal. 16, voordat de zwerm op vloog en zover uit elkaar ging, dat het oneconomisch was er nog meer pa tronen aan te wagen. Mijn record was 17 stuks in 2 scho ten. Ik kon meteen naar huis met een pikoelan met eenden. We hadden ge lijk voor twee weken vlees. Maar voor dat het zover was, dat je kon schieten met eendenhagel no. 3, is het grootste bereik ongeveer 40 meter, dan was de spreiding het beste en had je het bes te resultaat, tenminste met mijn spuit; toen! Ik fietste vanuit Polewalie huistoe richting Koentjie, 8 km naar binnen. Toen zag ik middenin de ondergelopen sawahs een grote bruine vlek, een goede tweehonderd meter van de weg af. STOP I I kijkenturen waratje, eendenzeker een paar duizend (zo leek het mij tenminste). De sloot in, droog, en daarna op m'n buik van de ene sawah over de ga- langan (wat het moeilijkste was, onge zien) naar de volgende sawah. Achter de galangans ging het nog wel, gewoon met tijgersluipgang door de prut, maar óver de galangansdat was wat I Uiterst langzaam omhoog, erop, en aan de andere kant er weer héél langzaam af (vanwege de plons weet je). Ik verzeker je, dat het een pracht training is, ik transpireerde ge woon de modder van me af! Na één sawah "gedaan" te hebben was ik volledig gecamoufleerd, na de vierde sawah trilden al m'n spieren (had ik toen nog), dreef ik, van binnen en van buiten! Op de vóórlaatste sawah moest ik een poos stil blijven liggen om uit te hijgen en om het trillen van mijn handen over te laten gaan; bovendien dansten er hinderlijke sterretjes voor mijn ogen, die moesten ook eerst weg. Onderwijl luisterde ik vol spanning naar het gekwaak en gepiep achter de laatste galangan! Na voor het laatst mijn schiettuig te hebben gecontro leerd (als er rommel in de lopen ge komen zou zijn, zou ik voor leuke ver rassingen kunnen komen te staan), stond ik snel op. RichtenBOEM de hele zwerm de lucht in even wachtende juiste hoek richtenBOEMEn daarna maar rapenIk had er 17, geen laten lig gen, weer even wachten, eenden ken nen nl. een kunstje; als ze aangescho ten zijn en niet de lucht in kunnen, dan duiken ze en zwemmen onder wa ter weg, daar moet je dus óók op letten. Het was één grote watervlakte, ik kon het dus wel overzien. Zich onder water vastbijten in waterplanten of zoiets (dat doen ze nl. óók) kon niet, want ister- niet zoiets. Verspilling konden we ons niet veroorloven, het was kort voor de tweede wereldoorlog en de "kolonist" in de "buitengewesten" had het echt niet breed, al was het een onvergelij kelijk vrij en onbezorgd leven. Onbe zorgd? Vergeet het maar! De copraprijs daalde in duizelingwek kende vaart. Schraalhans was keuken meester, maar nooit hebben we eten tekort gehad, wel in het Jappenkamp. Altijd was er wat te smikkelen, rijst, ketella, oebie, djagoeng, met geraspte klapper en zout, goela-arèn, goela dja- wa. Deze dingën werden nl. plaatselijk geproduceerd door de bevolking. Nie mand de baas, niemand, die zei: "Je moet dit, of je moet dat", vrij, vrij. We hebben vrij véél galangans in ons leven moeten nemen, iederéén trou wens, ben er allicht ook wel eens af gedonderd, figuurlijk, als ik onge vraagd mijn mening gaf, die nogal eens verschilde met die van de baas. Galangans zijn weieens glad, zie je? Hoop, dat de laatste galangan ieder een een wijd en vrij uitzicht zal geven, enfin, dat zal dan aan jezelf liggen. Sampai bertemoe pula. RM.F. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 4