alleen de namen zijn GEFINGEERD
JENNY
Opgedragen aan Si Bartman met
de hartelijke groeten. Lin Scholte
Chinezen genoeg in Nederland! Maar
meestal zijn zij van het mannelijk ge
slacht, bevolken eethuisjes en zo en
als men de politie mag geloven - waar
om niet? - houden sommigen van hen
zich bezig met zaken, die het daglicht
niet mogen zien.
Ik was daarom verbaasd toen onze
huishoudelijke hulp, toen zij als gevolg
van een ongemak niet zo goed als ge
woonlijk ons terzijde kon staan ons ver
raste met een assistente, die onmisken
baar een Chinese was. Sterker nog, de
assistente sprak geen Nederlands. Ze
verstond het wel, maar het spreken
ging haar maar zeer gebrekkig af. De
Bahasa Indonesia was haar taal - en
misschien ook Chinees maar daar zijn
wij niet sterk in.
Het vrouwtje luisterde naar de naam
Jenny en bleek een vriendinnetje van
onze hulp te zijn.
De vraag, hoe een Chinees vrouwtje
in Nederland was gekomen en er blijk
baar de kost wist te verdienen, of
schoon zij geen Nederlands sprak, prik
kelde mijn nieuwsgierigheid.
Allereerst bleek, dat zij zich staande
hield als medewerkster bij een groot
schoonmaakbedrijf. Maar hoe was zij in
Nederland terecht gekomen? Welnu,
dat bleek een veel interessanter ge
schiedenis te zijn, dan die van Indone
sische of Chinese mensen, die hier
langs normale wegen waren gearri
veerd.
Jenny is geboren in Cianjur en nu
naar schatting ergens in de dertig. Zij
genoot basisonderwijs en na schooltijd
leerde zij typen - alles in de Bahasa.
Zij had veel van en over Nederland ge
hoord en had een avontuurlijke geest -
waarom zou zij als dat mogelijk was,
niet eens in Nederland terechtkomen?
De gelegenheid daartoe bood zich op
het alleronverwachtst aan. En wel op
een allermerkwaardigste wijze. Een
Nederlandse boer, die als lid van de
Expeditionaire Macht in de jaren 1945-'
'50 in Indië was geweest, had daar een
Indonesisch vrouwtje ontmoet, was met
haar getrouwd en had haar meegeno
men naar Nederland, waar zij, helaas,
na enige tijd overleed.
De echtgenoot was niet alleen getrof
fen door het verlies van zijn partner,
maar ook door de afwezigheid van een
vrouw in huis en bedrijf. Er waren kin
deren. Hij kwam al snel tot de conclu
sie, dat het beste zou zijn, opnieuw te
trouwen. Alleen kon hij het niet af. Er
was echter één complicatie: hij had
geen zin in een Nederlandse boeren
dochter: het moest weer een "bruintje"
zijn! Dit tribuut aan de vrouwen van
Indonesië was hem diepe ernst. Hij
schreef dus naar kennissen in Indone
sië en. vroeg hen een vrouw voor
hem te zoeken, die bereid was het
risico te wagen om met een haar vol
komen onbekende man in een volko
men onbekend land, een volkomen on
bekende toekomst tegemoet te gaan.
Toen geen candidate onder de Indone-
Mijn vaders kameraad Polder Brink
horst, getrouwd met een Javaanse,
Leginah bij wie hij twee kinderen had,
ging met zijn gezin naar Holland met
verlof. Dat zal begin van de dertiger
jaren zijn geweest, Legina's ouders
waren ook "tangsi-lui", vader Pranoto
was nog in akieve dienst bij het Knil,
en hij zou met zijn vrouw Tukinem hun
kinderen en tjutjuks wegbrengen in
Priok. Maar zo bescheiden, ja haast
schuw moeder Tukinem was, geheel
het tegenovergestelde was vader Pra
noto. Hij liep dan ook in zijn uniform
soldaat - eerste - klas rond tussen de
wegbrengers, alsof hij er elk ogenblik
een superieur kon tegenkomen, aan wie
hij stram het saluut moest brengen.
Toen het hele gezelschap zich ver
zamelde voor een afscheidsdronk in
de salon, waar ook andere passagiers
met hun wegbrengers zich bevonden,
was het vader Pranoto die aller aan
dacht trok. Hij keek waarderend rond,
richtte zijn blikken naar het plafond,
bezag de verlichting, het interieur van
delikate glans en flonkering, en gaf
luidop blijk van zijn goedkeuring. Hij
streek met zijn hand over het meubi
lair, betastte de vloerbedekking, de
stoelen, en beproefde de veren zitting
door erop te wiebelenZijn doch
ter kromp in elkaar, maar Brinkhorst
schaterlachte; moeder Tukinem maak
te zich zo mogelijk nóg kleiner dan zij
was, en sprak zacht tegen haar doch
ter met een verwijtende blik naar haar
man: "Iku-loh, djak-djakan koyo nega-
rané déwé." (moet je zien, stapt daar
rond of-ie thuis is).
"Pak-é! Réné-o! Ngisin-isini loh!" (va-
sische vrouwen bereid bleek de risi
co's van zulk een stap te nemen, zag
het Chinese meisje Jenny haar kans.
Ze zei: "Ja, ik wil wel!"
De a.s. bruidegom zond geld voor de
overtocht, onder voorwaarde, dat zijn
aanstaande drie maanden op proef
zou komen, waarna zou worden beslo
ten, wat te doen.
Toen de drie maanden om waren,
trouwden ze. Maar blijkbaar was de
verbintenis toch niet zó, als de brui
degom zich had voorgesteld. Kort
daarop verstootte op haast klassieke
wijze de echtgenoot zijn Chinees
vrouwtje, gaf haar vijftig gulden, riep
een taxi en zei: "Verdwijn
Jenny, die intussen kennis had ge
maakt met een Indonesische familie
in de buurt van haar woonplaats, ver
dween. Zij logeerde enige tijd bij
haar Indonesische vrienden en ont
moette daar ook onze huishoudelijke
hulp. Die was, in Den Haag terugge
keerd van haar vakantie, nauwelijks
verbaasd, toen wat later Jenny voor
haar neus stond en zei: "Ik moet wer-
der, kom nou hier! Je beschaamt ons!)
siste zijn dochter hem toe. Maar deze,
haar "doodsangst" negerend, ant
woordde: "Isin-isin oppoh. Tingal bio-
so waé, menko di darani awak ndéwé
wong ndéso." (niks beschamen. Doe
maar gewoon, straks denken ze nog
dat we dorps zijn). Hij draaide zich om
en beende met grote stappen tussen
de elegant geklede dames en deftige
heren aan de tafeltjes door, om met
een klap tegen een glazen deur op
te lopen waar hij doorheen wou- "Bia-
ngané!" schold hij hartgrondig en
wreef zijn voorhoofd met pijnlijk ver
trokken gezich. Brinkhorst bulderde
van het lachen, dames verborgen hun
lach achter nuffige zakdoekjes, heren
keken verstoord op met opgetrokken
wenkbrauwen, djongossen grijnsden
gnuivendLeginah was nérgens.
Vader Pranoto vervolgde zijn weg naar
buiten op het dek, en liep naar de
railing; hij greep die beet met beide
handen, schudde eraan en klopte er
tegen. Knikte goedkeurend dat-ie niet
meegaf, boog zich erover heen om in
de diepte te kijken, spoog toen en
keek het lang na. Stapte verder naar
de plaats waar het scheepstouw als
een reusachtige slang opgerold lag,
nam een stuk in zijn hand, mat de
dikte en rukte en trok eraantot
een bemanningslid hem op de schou
der tikte en aansprak. Totaal niet van
zijn stuk gebracht, diende Pranoto de
man van repliek met wijde armgebaren.
Het dispuut eindigde met een hoofd
schuddend en glimlachend beman
ningslid en een triomfantelijke vader
Pranoto toen hij zich verwijderde.
ken en mijn brood verdienen."
Dat lukte, als gezegd, bij een groot
schoonmaakbedrijf.
Jenny, die zich bij ons openbaarde als
een vrouw, die niets te veel is, vindt
het best in Holland, al heeft zij door
haar kennelijk onvermogen zich in het
Nederlands uit te drukken niet zoveel
vrienden of vriendinnen als ze mis
schien wel zou wensen, maar ze voelt
zich hier toch best op haar gemak. Ze
heeft een gezicht, dat haar wils
krachtige aard verraadt. Ze werkt hard
en verdient voldoende voor een be
staan, dat haar aanstaat. Dag Jenny
- houd je goed in dit land, waar je op
zo'n vreemde manier bent terechtge
komen!
P.P.
Moet U zich eens het omgekeerde
voorstellen: een Nederlands meisje,
dat op die manier in Indonesië terecht
komtWe zien de krantenkoppen
alOm van de Dolle Mina's maar
helemaal te zwijgen!
Red. TT.
7
urnminimi