O
POIRRIE
De Beste Jaren Uit Mijn Leven (VII)
Kamus Kantong
Kramers Kamus Belanda
f 54,porto 4,
De moesson.
STEUNT STICHTING
NEDERLANDSE ERESCHULDEN
De S.N.E. werd eind 1976 opgericht
ter voortzetting (in samenwerking met
de Federatie Oud-Strijders Organisa
ties van de door de F.O.S. op 15 au
gustus 1975 ingezette actie voor de ver
krijging van erkenning en honorering
door de Staat der Nederlanden van
haar ereschulden tegenover de voor
malige Nederlandse gemeenschap in
het vroegere Ned. Indië.
De S.N.E. komt niet alleen op voor de
niet betaalde salarissen van de ex
KNIL-krijgsgevangenen uit de Japanse
bezettingstijd, maar ook voor die van
hen die - wegens de aan burger
ambtenaren en particulieren (in nood-
formaties van vitale bedrijven) opge
legde burgerdienstplicht - in burger
interneringskampen werden opgeslo
ten. De S.N.E. bepleit voor hen allen
een uniforme uitkering ad 16.000,
op basis van het berekende aan de
ex KNIL-krijgsgevangenen tezamen
toekomende salaristotaal.
De S.N.E. komt ook op voor het als
nog toekennen van een redelijke ver
goeding van de geleden zakelijke oor
logsschade en voor de opheffing van
nog andere discriminaties ten aanzien
van bepaalde weduwenpensioenen,
onze verzetsstrijders, e.d.
E.e.a. is gedocumenteerd uiteengezet
in de brochure "Nederlandse Ereschul
den", verkrijgbaar door storting van
7,50 op postgiro 253.000 t.n.v. Stich
ting Ned. Ereschulden - Segbroeklaan
212, 2565 DS 's-Gravenhage. (onder
vermelding s.v.p. "voor brochure").
Met de bestelling hiervan en/of een
donatie (naar vermogen) steunt u de
actie van de S.N.E., waarvoor uiter
aard fondsen nodig zijn.
aan ontwikkelingsfondsen, omdat de kwijt
schelding aan de R.l. van de betreffende
verplichtingen een zaak was van ontwikke
lingshulp aan de R.l. E.e.a. zal betrokkenen
moreel voldoening schenken zonder een
extra last voor enige rijksbegroting te ver
oorzaken, terwijl wèl aanzienlijke besparin
gen zijn te verwachten op uitkeringen
W.U.V. en dergelijke.
Het zich zo graag 'sociaal voelend' noemen
de Nederland bedrijft in het buitenland in
derdaad op royale wijze internationale soli
dariteit, maar laat nationaal ten aanzien van
tienduizenden door de oorlog gedupeerde
landgenoten reeds 32 jaar verstek gaan.
Gezien de in de andere West-Europese lan
den gehanteerde normen en gebleken in
zichten, doet de Stichting Nederlandse Ere
schulden hierbij nogmaals een beroep op
Nederland het goede voorbeeld van die
andere landen te volgen en thans op korte
termijn de oorlogsvorderingen van zijn
voormalige overzeese landgenoten te er
kennen en te voldoen als een nationale
solidariteitsplicht.
"Vóór de regens doorbreken moet dat
transformatorhuis nog klaar" had ik al
enige keren gehoord. Het kwam klaar
en zou op een middag in gebruik ge
steld worden. Mijn man ging er dus
heen en kwam er na een tijdje voldaan
over het afgeleverde werk, van thuis.
Het zal iets later in de middag zijn ge
weest, toen het begon te regenen. Bin
nen enige ogenblikken ruiste een re
gengordijn, waardoor de overkant van
de weg onzichtbaar werd. De huis
jongen kwam haastig naar binnen,
greep zonder verder commentaar het
nieuwe vloerkleed, rolde het op en
legde het onder de tafel. Een kristallen
vaasje en een zilveren doosje werden
er bovenop gelegd en daar ik geen an
dere kans zag om aan de zondvloed te
ontkomen, daar het dak poreus gewor
den was in de droge tijd, lekte als
een mandje, kroop ik ook onder de ta
fel. Het zal een half uur hebben ge
duurd, toen ging de telefoon. De ma
chinist van de centrale vroeg mijn
man te spreken. Ik beloofde te bellen
zodra hij thuis was.
De zondvloed begon te minderen en
hield abrupt op. Mijn man kwam thuis
en belde de centrale. De machinist
was een Fries en niet gauw uit het
veld geslagen, maar nu klonk zijn
stem toch wat ontdaan, toen hij zijn
rapport uitbracht. "Dat schakelhuis,
dat u vanmiddag in dienst hebt ge
steld dat is er niet meer". "Waar is
het dan gebleven?" vroeg mijn man.
"Dat is weggebandjird in de kali en we
zitten tot ons middel in het water,
maar het zakt al. Maar we kunnen
Soeria niet bereiken."
Soeria was de mandoer, die in een
klein bilik huisje langs de lijn midden
in de sawahs woonde.
"Ik kom" zei mijn man.
Ik ging mee en samen togen we op
weg. De regen was opgehouden, maar
de weg stond volkomen blank, hoewel
er door de bebouwing aan beide zijden
wel te zien was waar de weg moest
liggen. Enorme golven sloegen over
de neus van de auto en ik probeerde
de regenschermen vast te houden om
ons nog enigszins droog te houden.
Lang gewacht, eindelijk weer te
krijgen
door Amin Singgih
Drs. W. Mooyman
Uitstekend zakwoordenboekje
Bahasa-Ned. v.v.
IN DE NIEUWE SPELLING
f 7,25 porto f 1,70
groot woordenboek Bahasa-Ned.
v.v.
Toen we van de grote weg een zijweg
insloegen, die wat daalde, werd het
nog erger, want nu was ook de weg
niet meer te zien. De auto, die nu veel
dieper onder water kwam liet het ook
afweten en dus stapten we uit en lie-
oen verder tot over ons middel in het
water. "Durf je verder tot aan de
spoordijk? vroeg mijn man. Dat zou
wel gaan dacht ik. Stevig elkaar vast
houdend, met de voeten de weg tas
tend, gingen we verder. Het water
was smerig, koud en nat!! Mijn rok
hing loodzwaar om mijn benen. Maar
tenslotte bereikten we de spoordijk en
klommen op het droge. Het was in
tussen donker geworden en we zagen
niet anders dan de enorme glimmen
de watervlakte, maar zonder een huis
je.
Mijn man zette zijn handen tegen zijn
mond en zijn stem klonk daverend o-
ver het water: "Soeria!" Niets. Nog
eens: "Soeria!" Als een zacht gepiep
roonk vanuit een verre hoogte (nee,
niet hemels) een stem: "Disini Toean!"
We keken in iedere richting, maar toen
ontdekten weSoeria boven in een
paal, die met de voet op de helling
van de dijk stond. Hij zat bovenin en
klemde zich krampachtig vast aan de
knoppen, waar de draden gelukkig van
afgerukt waren. Ondanks zijn zonnige
naam was hij druipnat, maar levend.
Met een touw, dat we hadden meege
nomen konden we hem op de dijk krij
gen. We hadden ook een lantaarn
meegenomen en liepen nu met een
brandende lantaarn over de dijk, de
trein die komen zou, tegemoet. Het
bleek alleen een locomotief te zijn,
maar hij nam ons alle drie op, zodat
we veilig, maar behalve doornat, ook
nog pikzwart aan het station kwamen,
waar we gauw in een taxi kropen.
"Oedjan dateng" zei Soeria. Ja, dat
hadden we gemerkt.
ADDIE
"Mooie sneeuwpop of niet, waar is Mientje
gebleven?"
9