Holwerda Holiday Tours and Travel Het Gezantschap van de Sultan van Atjeh (1602) naar Prins Maurits POIRRIÉ Ten tijde van de eerste reis van de Hollanders naar Atjeh, t.w. in 1599, toen Frederik en Cornelis de Hout man daar met twee door Balthasar de Moucheron in Zeeland uitgeruste schepen, de Leeuw en de Leeuwin landden, hadden de Portugezen zich aldaar reeds gevestigd, en beijverden hun agenten zich de Sultan van Atjeh op te hitsen tegen deze vreemdelin gen. Waarschijnlijk hierdoor werden de Ne derlandse bodems verraderlijk aange vallen. Cornelis de Houtman verloor hierbij het leven. Het gelukte de schepelingen de aanranders van hun schepen te verdrijven, maar de Hol landers die zich aan wal bevonden, waaronder Frederik de Houtman, wer den gevangen genomen. Het bericht omtrent deze overval werd vanzelf sprekend naar het vaderland overge bracht. Naar aanleiding hiervan schreef Prins Maurits een in de Portugese taal ge stelde brief, gedateerd 11 december 1600 aan de Sultan van Atjeh, welke brief werd overgebracht met de bo dems Zeelandia, de Middelborgh, de Langhe Barcke en de Sonne, welke 28 januari 1601 vertrokken. De Zeelandia en de Langhe kwamen op 23 augustus 1601 in Atjeh aan, men overhandigde de brief met de nodige geschenken met veel plechtigheid aan de Sultan van Atjeh. Deze plaatste op de brief zijn zegel, ten teken, dat hij de brief van Prins Maurits had ont vangen. De Atjehse vorst besloot met de te rugkerende schepen een Atjehs ge zantschap mede te zenden naar Prins Maurits, tot het overbrengen van te- gengeschenken en om zich op de hoogte te stellen van de toestand in de Nederlanden. Na aldus op vriendschappelijke voet te zijn gekomen met de Sultan van Atjeh, en Frederik de Houtman vrij gekregen te hebben, werden de beide schepen bevracht met een rijke pe perlading en zij namen ook het Atjeh se gezantschap aan boord, tw. Abdoel Hamid, Sri Mohammed, een Atjehse admiraal, een een edelman Mir Hasan genaamd. Onderweg, ter hoogte van St. Helena, ontmoette men een Portugees oor logsschip, de San Jago. Het Portugese schip werd veroverd en opgebracht. De 20 ste juli 1602 voeren de drie schepen de Zeeuwse wateren binnen. Het hoofd van dit Atjehse gezant schap Abdoel Hamid (71) overleed kort na zijn aankomst, en werd hij op de dag na zijn dood, op 10 augustus 1602 in de St. Pieterskerk te Middel burg begraven. De begrafenisplechtigheid werd bij gewoond door de Staten van Zeeland, Tuanku Abdul Djalil, kleinzoon van de dap pere verdediger van de grote Meusigit te Koeta Radja, Tuanku Hasjim Bangta Muda met de heer J. Minderhoud van de Kerk voogdij te Middelburg in de Tussenkerk (Wandelkerk) aldaar. Deze foto is genomen vóór het praalgraf van de Zeeuwse Admiraals, de gebroeders Evertsen, die in 1666 tegen Engeland sneu velden. (Foto Br.) officieren, Bewindhebbers der Oost- Indische Compagnie en reders. De overledene werd aldus met veel statie ter aarde besteld. De Bewindhebbers der V.O.C. deden op het graf een steen plaatsen met Latijns opschrift. De Nederlandse ver taling van deze tekst luidde: Hier ligt begraven 'Abdoel Hamid, Hoofd van het Ge zantschap des Sultans 'Ala oeddin Riajat Sjah Lillahi Fil 'Alam, afgevaar digd naar den allerdoorluchtigsten Prins Maurits met twee Zeeuwse schepen, die buit gemaakt hebben een Portugees galjoen. Hij was oud een en zeventig jaar, en overleed in 1602. Bewindhebbers der Oost-Indische Compagnie hebben dit Gedenkteken doen plaatsen. De Sint Pieterskerk te Middelburg werd echter in 1834 door stijging van het grondwater gesloopt, waarbij de grafzerk met steen verloren zijn ge gaan. De eerste vriendschappelijke contac ten met Atjeh dateren dus van het jaar 1602, en juist naar aanleiding van de hulp en steun die de Stichting Peutjutfonds heden ten dage ver krijgt van de Gouverneur en het At jehse Bestuur voor de restauratie van de ere-begraafplaats Peutjut de Banda Aceh (Kota Radja), heeft het Stich tingsbestuur het plan opgevat ter her denking van het eerste Atjehse Ge zantschap en het \overlijden van het Hoofd van dit Gezantschap een ge denksteen te plaatsen. Van het Moderamen van de Her vormde Gemeente Middelburg werd in principe schriftelijk toestemming ver kregen, een gedenkplaat te plaatsen in de huidige Tussenkerk (Wandelkerk), nadat overeenstemming is bereikt o- ver het formaat van de gedenkplaat, de uitvoering, plaats en tekst. Diegenen, die ter uitvoering van dit plan, ons financieel zouden willen steunen, zouden dit kunnen doen door een storting op postrekening nr. 3.56.46.00 van de St. Peutjutfonds, Postbus 22 te Bloemendaal, onder vermelding: Gedenksteen Atjehs Ge zantschap. J. H. J. BRENDGEN sécr.-penn. St. Peutjut-fonds "Moesson" gaat voor met een storting van 250,Red. biedt aan goedkope Retourvluchten vanaf Schiphol naar b.v.: JAKARTA 1750,p.p. Hongkong 1950,— p.p. Medan 1750,— p.p. Tokyo f 2450,— p.p. Bangkok 1550,p.p. Bombay f 1550,— p.p. Wij verzorgen tevens charters naar div. bestemmingen in U.S.A. en Canada. Informaties tijdens kantooruren Tel. 070-45 03 88 of 070-46 89 50. Loosduinsekade 497, Den Haag. Wij hebben nog enkele plaatsen op 18 maart, 1 juli, 8 juli en 15 juli naar JAKARTA: Passageprijs 1700,p.p. "Als ik 't wel heb, is de Tuan Besar lichte lijk ontstemd over de toto-uitslagen". 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 10