DE ZOUTWINNING OP HET EILAND MADOERA s Mijn kennismaking met Madoera en de Madoerezen begon met mijn ambtelijke loopbaan in November 1923 bij de Zoutwinning. Kalianget was mijn eerste standplaats. Op een dag vertrok ik vol goede moed vanuit Soerabaia, eerst per boot naar Kamal en verder met de Madoera Stoomtram naar Kalianget. Over deze afstand van ongeveer 200 km. deed de tram een hele dag zodat ze niet ten onrechte "De Eendaagse" werd genoemd. Via Blega, Sampang, Pamekasan en Soemenep arriveerde ik tegen de avond in Kalianget. De Zoutwinning be stond destijds hoofdzakelijk uit de drie bevolkingslanden Soemenep, Pameka san en Sampang, plus de Gouvernementslanden Nembakor West en Gersik Poetih. Het winnen van zout op de bevolkings landen geschiedde door de bevolking zelf onder controle en toezicht van het Gouvernement. Later werden deze drie landen onteigend en omgebouwd tot Gouvernementslanden, zodat op Madoera in totaal vijf zoutlanden wa ren voor het winnen van zout. Tussen twee haakjes, het Gouvernement had bij Grisee (Manjar) nog een zoutland in aanleg, dat in 1924 met de produktie begon. Het grootste zoutland, Sampang, on geveer 3000 ha. groot, produceerde bij goede Oostmoesson (droge tijd) tot 2000 a 3000 ton per dag als top capaciteit. Het kleinste was Grisee, ongeveer 1000 ha. Het winnen van zout vond uitsluitend plaats in de Qostmoesson, zo tussen mei en november. De duur van een campagne was dan ook sterk afhan kelijk van de Oostmoesson en tussen tijdse regenbuien kunnen van grote in vloed zijn op de kwaliteit van de oogst. De zoutwinning was dus een seizoenbedrijf. In de natte tijd wer den onderhoudswerkzaamheden ver richt en ging men met vakantie. Zodra de Oostmoesson merkbaar is, een niet gemakkelijk te bepalen tijd, begon men met het afspuien van het gehele land om al het resterende re genwater kwijt te raken. Het land kwam dus nagenoeg droog te liggen en kon met de wateropzet worden be gonnen. Dit geschiedde door uit de voorboezems zeewater op te pompen, dat over het gehele land werd ver deeld met een laag van ongeveer 4 tot 5 cm. Dit duurde ongeveer een dag of tien, in welke periode de pompen dag en nacht in bedrijf waren. Daarna werd naar behoefte het aantal pompuren geregeld. Een zoutland bestaat uit zoutpannen. door J. W. Lublink Weddik Een zoutpan bestaat uit een stel re servoirs met de daarbij behorende kristalliseertafels, waar uiteindelijk het zout wordt gewonnen. Deze tafels krijgen een intensieve bewerking, de zg. bodembewerking en geschiedde met houten of betonnen rollers, opdat straks op een goede en harde bodem kan worden geoogst. Hoe beter de bodem van de tafel is, hoe schoner het gewonnen zout er uit gaat zien. Ongeveer een maand na de waterop zet, kan over loog (geconcentreerd zeewater) worden beschikt, die in de tafels werd gelaten en aldaar neer slaat. Bij voortdurende aanvulling met loog, zal de zoutlaag een dikte berei ken van enige centimeters in een tijd bestek van 3 a 4 weken, dit alles na tuurlijk afhankelijk van het verloop van de Oostmoesson. Elke tussentijd se regen brengt uiteraard vertraging in de werkzaamheden. Nadat een tafel is geoogst, wordt deze weer klaar gemaakt voor een volgen de inlaat, enz. Behalve keukenzout werd op de zoutlanden ook gips ge wonnen, dat eerder neerslaat dan het zout, dus op de reservoirs. Om een goede kwaliteit van zout te verkrijgen, was het zaak de loog niet te oud te laten worden, aangezien dan de magnesiumzouten neerslaan, het geen aan het zout een bittere bijsmaak gaat geven. Deze te oud geworden Het op hoopjes brengen van het gewonnen zout. loog werd verwijderd in de transport kanalen. Dit is in korte trekken het voornaamste van het zoutpröduceren. Het los gestoken zout wordt op rijen getrokken, daarna op hoopjes en op getast op de z.g. droogplaatsen, om daarna te worden vervoerd naar de emplacementen voor de inname, hetzij in pakhuizen of bij gebrek in z.g. open lucht opschuringen (Oio's). Deze OLO 's worden na gereedkomen afgedekt met kadjangmatten en blijven zo enige jaren staan, totdat het zout moet wor den verstrekt, d.w.z. afgeleverd aan de briketteringsfabriek of los als in- dustriezout o.a. de visinzoutingsbedrij- ven te Bagan Si Api Api (bijna de grootste ter wereld). De zoutwinning heeft twee briketteringsfabrieken, de grootste te Kalianget en de andere te Krampon bij Sampang. Het briketzout is een bekend artikel, harde briketten verpakt in dozen, zo doende gemakkelijk te vervoeren over de gehele Archipel. Aan Bagan vond de verstrekking plaats in zakken van 100 kg en ging in de regel per eigen dienst, het Oost-Java Zeevervoer naar de plaats van bestemming. De administrateur van het O.J.Z. had Kalianget als standplaats. Hier kwa men af en toe ook KPM-schepen om zout te laden. Kalianget deed bij binnenkomen den ken aan een grote suikerfabriek op (lees verder volgende pagina) Het verharden van de tafel. 44 j. 4 44 - - .'V 'i T T AV T'- ..-j T 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 18