KIND AAN HUIS cf-uwetieróbedry} 't Carillon regen buiten, dat was zo gezellig, je kreeg zo'n veilig, bijzonder gevoel. En slaap. Heerlijk slapen als het hard re gende en als je wakker werd, dan had de kokkie djagoeng bakar en pisang reboes gemaakt, dat waren typische regen-kostjes. En de emperan, daar kon je ook nog zóveel over vertellen... Oude huizen zoals op de voorplaat en de foto hierboven (namen van de men sen zijn ons niet bekend) zijn als by- outerie-dozen. leder vakje elk laadje gevuld met kleurige herinneringen, sieraden die naar ze ouder worden, kostbaarder. En net als bij oude juwe len bekijk je ze in stilte, je schikt ze opnieuw in de vakjes, bergt ze veilig weg en draagt het bezit mee als een geheim. Waarover je maar heel zelden met iemand kan praten. Ik geloof, dat oud geworden, een van je kostbaarste herinneringen toch wel het huis is, waar je als kind in gewoond hebt. Het huis dat voor velen van ons in Indië stond, en dat groot of klein, oud, lelijk of mooi in de diepste betekenis van het woord een plaats was waar je "kind aan huis" was. Er was een sterke binding mee, misschien ook door de tuin, de directe omgeving van het huis, de mensen die ook in dat huis woonden, onze bedienden. Mijn kinderen hebben zo'n huis nooit gekend. Ze beleefden hun kinderjaren in Amsterdam, later in Californië. Maar als je hun vraagt, waar ze het prettigst gewoond hebben, dan noemen ze de huizen in Amerika op. Weet je nog de Bradhurststreet, die grote tuin, onze eigen meloenen en de avocadobomen, de patio, de dieren? En dat andere huis in de Watsonway, klein en vol ge breken, al het geknutsel eraan, het vij vertje, de kakkerlakken, weet je nog? Dan begrijp ik waarom de flats in Am sterdam uit hun herinnering zijn weg gevaagd, het waren "woongelegenhe- den", geen huizen. Een huis kan soms geen "thuis" zijn, maar omgekeerd kan het ook. En dat geldt niet alleen voor Indische kinderen. Eens raakte ik met een Hollands jon getje aan de praat. We wonen in een hoge flat nummer 396, 9e etage. Op de galerij mogen we niet spelen. Mijn zusje heeft al 15 maal in de lift vast gezeten, maar dat was haar eigen schuld. En onze kat is in de stortkoker van huisvuil terechtgekomen, maar ze was gelukkig niet dood!" "Vertel eens iets leuks van je huis?" Ik zag 'm piekeren. "We hebben cen trale verwarming," zei hij zichtbaar blij me een goede informatie te heb ben gegeven. Een antwoord waar mis schien een psycholoog wel wat van zou kunnen maken: CV als voornaam ste warmtebron in 396 gelijke woon eenheden, verdeeld over 9 woonlagen. Dat meisje op de voorplaat, als een kleine commandant uitkijkend over een peloton bloempotten (ziet u de kebon of toekang roempoet nog net weggedoken, rechts van de boom?) Als ze nog leeft, dan zal ze over elk plekje van dit grote huis en die grote tuin wat weten te vertellen. Zelfs over de badkamer. Daar kwam elke avond om 6 uur een okèh te voorschijn, te gen de dakspant vlak boven de mandi- bak. Voor geen geld durfde ze dan nog een bad te nemen, stel je voor dat hij zou loslaten! En dan de goudvissen in de bak (die met putwater werd ge vuld), dat was op aanraden van tante Pien geweest, om het water helder te houden, vrij van oeget-oeget. Je kon nooit blindelings waterscheppen, wilde je geen vis op je rug krijgen. Maar het was een heerlijke badkamer, waar je in kon glijden en als de bak "gekoe- rast" moest worden, mocht je er in spelen, de vissen even eruit natuur lijk. En dan die brede zijgalerij waar je 's- middags op de koele grond je huis werk maakte. Of ging bikkelen. Tus sen de pilaren maakte je broer zijn "glasan", glastouw. Dan was er die goedang, op het eind van de overloop, daar spookte het en dus werd die niet meer gebruikt. De kokkie brandde er vaak menjan en strooide bloemen in de hoeken, 's Avonds liep je nooit tot aan die goedang natuurlijk, ook al had niemand ooit wat gezien, maar er was wel wat. Het allerbelangrijkste was natuurlijk de tuin met de 6 manggabomen en de sawoh-, nangka-, klengkeng- en doe koebomen. De voortuin was Maatjes domein. Als er genoeg botols waren verzameld, zou de kebon al die stenen weghalen en de flessen netjes omge keerd in de grond begraven, langs de perken dat stond netjes. Als het re gende was het heel donker in huis, want er werden overdag natuurlijk geen lampen aangestoken. Maar die donkere kamers en die ruisende regen Tel. 070-45 11 45 Thomsonlaan 108 Den Haag Fabrikant van alle Indische sieraden in 22 en 24 karaats goud. Markiesringen Zware halskettingen Schakelarmbanden Slangenarmbanden Slangenringen Krintjing armbanden Briljanten ringen Briljanten oorknoppen Kabaja Spelden Trouwringen Sebelah rotan armbanden DOOR ONS FIJNE HANDWERK BRENGEN WIJ DE MOOISTE COLLECTIE VAN NEDERLAND 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 3