DE ECHTE FAMILIE TUMBELAKA
Op blz. 3 van T.T. 15 nov. '77 had u
een foto afgedrukt van dr. J. J. Tumbe-
laka en zijn vrouw voor hun huis aan
de (toenmalige) Roemer Visscherweg
18 in Bandung.
Bij het lezen van het onderschrift was
ik natuurlijk blij verrast, want dr. Tum-
belaka en zijn vrouw waren mijn dier
bare grootouders! Ondergetekende is
hun oudste kleindochter en mede dank
zij hen kan ik terugzien op een heei
gelukkige jeugd in Bandung. Doch wat
jammer, toen ik de foto nader bekeek
was ik wel teleurgesteld. Dat waren
opa en oma niet! Ik moet zeggen, dat
de heer op de foto enige gelijkenis
vertoont met grootvader, maar de da
me aap zijn zijde helemaal niet met
mijn grootmoeder. En het huis is ook
niet dat aan de Roemer Visscherweg
18. Bijgaand zend ik u dan ook een
fototje van de werkelijke dr. Tumbela-
ka en echtgenote.
In elk geval de goede bedoeling van
de inzender of inzendster apprecieër ik
ten zeerste en ik hoop inderdaad, dat
velen mijn grootouders niet vergeten
zullen zijn. Grootvader heeft ais huis
arts in Bandung zeker twee generaties
op de wereld zien komen en grootmoe
der was de doktersvrouw, die altijd
thuis voor het wel en wee moest zor
gen. Grootvader overleed in 1959 en
grootmoeder in 1972 in Bandung.
Zou het mogelijk zijn de juiste foto te
plaatsen in uw blad als "rectificatie"
en wilt u mij de naam van de vriende
lijke inzender (ster) vermelden, mis
schien is het wel een oude kennis!
Mevr. Y. de Gruyter-Pipper
Parelduikerstraat 60
Venlo (L.)
JAKARTA
Iedere keer weer geniet ik van de
"rake" foto's van Rogier. Breng maar
een keer mijn complimenten over! (bij
deze gedaan - red
In zijn "Bij de voorplaat" (Moesson 15
febr.) heeft hij het over het Jakartaanse
verkeer en daar wou ik even op inha
ken.
In 1970 ben ik 7 maanden in Indonesië
geweest (uitgezonden om te werken in
Nw. Guinea). Mijn chef was een Ame
rikaan, die onder meer erg muzikaal
was, maar ook vaak, voor de vuist weg,
alleraardigste versjes/rijmpjes kon ma
ken. Zo waren wij voor zaken samen
in Jakarta en natuurlijk zaten we ette
lijke malen vast in dat "damned Jakar-
tan traffic".
In de vooravond nog wat napratend,
hadden we het natuurlijk ook over dat
verschrikkelijke verkeer.
Lew Irvin, mijn baas, zei toen:
Jakarta drivers can not be taught,
They must be born
With one foot on a throttle
And one hand on a horn.
Een ander leuk rijmpje ging over mij,
de Indo, waar wij af en toe wel over
spraken. Bij het invullen van nationali
teit, moest hij voor mij steeds "Dutch"
invullen, hetgeen hem tot het volgende
inspireerde:
Sometimes you're Indo,
Sometimes you're Dutch.
Then again Indo and once more
you're Dutch.
Sorry, I'm dizzy. It is too much
you see.
But, I like you. Here have a beer
on me.
En zo hebben we samen menig pilsje
gedronkenFRANS THIELSCH
ONAFHANKELIJK!
Onze gedachtenwisseling met de heer
Key (Moesson van 1 febr.) heeft, zoals
wij wel verwachtten, tal van reacties,
schriftelijke en telefonische opgele
verd. Allereerst van de heer Key zelf,
die ons wederom een brief deed toeko
men waarin hij zijn standpunt hand
haaft, dat 't kort gezegd - in Indonesië
een beestenboel is. Voorts brieven en
telefoontjes van lezers, die het, om het
zacht te zeggen, niet eens zijn met de
heer Key en wel met ons. Tussen
haakjes: er kwam uit onze lezerskring
geen enkele reactie van mensen die
het met de heer Key eens zijn. Wie zou
anders verwacht hebben van "oud-ko
lonialen"?
Zo blijft dus alles netjes op een rijtje.
Het heeft, dunkt ons, geen zin, een po
lemiek voort te zetten tussen debaters,
die op hun zover uiteenlopende stand
punten blijven staan. "Jeder soil nach
seiner fagon selig werden", zei de Ob-
de Frits destijds al. Vroeger was de
"koloniale overheersing" het mikpunt
van de kritiek der zg. "progressieven"
en nu die hun zin hebben en Indonesië
haar eigen zaken bereddert zijn de In
donesiërs zelf de kwaje pier. Zij doen
het allemaal verkeerd. jhr.
(Vervolg: "De pondok, ons paradijs")
de muur een zaadje ontkiemd van een
waringin. Aarzelend hadden de wortels
een weg gezocht naar omlaag en ze
vonden zowaar de vruchtbare bodem,
waarin stevig de voeten neergeplant
konden worden.
De kroon werd voller en voller en
hield het water koel, heerlijk fris. Het
overtollige stroomde over de glibberi
ge rand en grote keien naar een plasi
waar na de dagtaak de koeien werden
gedrenkt en ge'goejangd; gebaad.
Overdag mediteerde op een stronk,
Blauw Jantje de ijsvogel. Of loerde hij
op kikkertjes, die, tussen de hoge vle
zige stengels van de tales-planten
langs de kant, hard-op droomden. In
eens vloog hij op. Tèngkèh... tèngkèh
schalde 't over het water. Zijn
turkooi'zen verenpak, de snavel als een
vurige robijn, glinsterden in de zon. Hij
noemde graag zijn door-de-weekse
naam.
Ik heb meelij met de kindertjes van
deze tijd, die met drie jaar al naar
school moeten. De peuterschool. En
het leuk vinden; leuker dan bij moeder
thuis. Het nóg leuk vinden als zij bijna
dertig zijn. En leren en leven op kosten
van de gemeenschap; soms. Kennis is
macht. Ook als ze niet in de praktijk
wordt of kan worden gebracht?
PLANTERSVROUW
klentang peulvrucht, lotèng vlie
ring, klabang duizendpoot, kepodang
Ind. wielewaal, tjakroe wilde pos
telein, ramban verzamelen van wilde
groentensoorten, randoe kapok
boom, djeding bassin, tales ge
was met eetbare knollen.
JAVAANS, WIE KENT HET NOG?
Haal Uw Javaans eens op en kunt U
dan de volgende vragen beantwoor
den?
1. Hoe noemt men de prop, b.v. op de
lading van een voorlaadgeweer en
welk materiaal werd hier veelal voor
gebruikt?
2. Hoe noemt men in het Javaans:
Boemeltrein?
3. Hoe werden in Solo de eerste fiet
sen genoemd en hoe kwam men
aan die naam?
Doe Uw best en succes. Antwoorden
aan Redactie Moesson.
GeHabe.
18