I
DE TWEE GEWEREN (I)
*llllllllllllllllll!lllllllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllllll!l!lllilllllllllllllllllllllll!llill!lllllllllllllllllll!lll!lllllllllllllllllllllllll!l!lllllllllllllllllllllllll!l!!lllllllllllllllllllllllllllllllll,lllllllllllllllllllllllll^
De zoon vond dat het niet goed was, om de wereldoorlog te blijven oppoetsen,
door het bewaren en koesteren van afschuwelijke tastbare herinneringen, zoals
dit zwaard, waar bloed aan kleefde. Men zou het moeten begraven, of aan een
museum geven
Dit is niet alleen het verhaal van Jan Willem, de jongen die zich verzette tegen
de oorlogsherinneringen van zijn ouders, het was niet zijn oorlog geweest, hij
kon niet begrijpen zoals velen van zijn generatie. Zijn tijd was daarvoor nog niet
gekomen
(Zomaar een vertelling, of toch niet?)
Jan Willem stond voor het zolderraam
van zijn kamer en keek neer in de
tuin, waar de bleekroze rozen on
waarschijnlijk mooi stonden te wie
gen op hun stelen. Zijn ogen brand
den en hij had het gevoel, of zijn
oogleden op dit moment waren als
sluisdeuren, die hij, bewust, angst
vallig gesloten hield. Eén moment
van onbedachtzaamheid immers, kon
een watervloed van tranen betekenen
en per slot was hij toch al bijna ze
ventien jaar en dan zijn de jaren van
tranen toch wel voorbij.
Hij balde zijn vuisten, zijn 'nagels
drongen diep in zijn vlees, terwijl hij
alles in het werk stelde om rustiger
te worden. Hij zon op een middel om
tot bezinning te kunnen komen. Plot
seling had hij het! Hij zou op zijn
handen gaan staan langs de muur en
zich dan langzaam op de schouders
laten zakken, of misschien op zijn
ellebogen. Zijn grootvader had zo
dikwijls zo gestaan, even voordat het
etenstijd was, hier in dezelfde kamer,
tegen de enige rechte muur, vlak
naast de deur.
't Is goed om af en toe de wereld
en jezelf te bezien vanuit een andere
hoek," had hij hem voorgehouden.
Hadden ze dit voor het eerst gedaan
toen hij twaalf jaar was?
Hij wist het niet meer, het deed er
ook eigenlijk niet toe, belangrijk was
alleen nog maar, dat het hem geleerd
was, dit denken vanuit je omgekeer
de ik. En nu lag zijn oude leermees
ter daar op die plek, waar ze hem
vanmorgen naartoe hadden gebracht
met zijn allen. Daar bij al die bloe
men, waar hij niet eens om had ge
geven bij zijn leven.
Opnieuw prikten zijn ogen erg. Stop!
Hij moest op een ander spoor zien te
komen. Welke bloemen waren alweer
favoriet? Zonnebloemen bijvoorbeeld
en gerbera's. Die laatste noemde hij
"de paardebloemen van dê tropen".
Van klaprozen en margrieten had hij
ook gehouden, zij het in mindere ma
te. Toen hij, Jan Willem om een boe
ket van die bloemen had gevraagd,
had zijn vader gezegd, dat dat alle
maal veel te gewone bloemen waren
voor een rouwboeket, dan werden er
door P. REGENSBURG
meestal sterkere en mooiere bloemen
gebruikt. Bovendien waren er vroeg
in juni nog geen zonnebloemen, die
kwamen pas in juli en augustus.
Jan Willem wist zeker dat als ze
moeite hadden gedaan ze vast en
zeker wel zonnebloemen hadden kun
nen vinden.
Zijn ogen bleven rusten op de samoe
rai, die zachtjes wiegde in de nylon
koorden, die bevestigd waren aan de
balk in de nok van zijn zolderkamer.
"Ja, jongen, daar hangt het zwaard
van Damocles uit een ver verleden.
Toen zweefde het boven de archipel
in al zijn wrede facetten. Gelukkig
hangt het nu veilig hier en heb jij het
aardig getemd! Dat zwaard heeft mijn
oudste zoon geveld, omdat hij geen
verraad wilde plegen tegenover zijn
kameraden. Zijn heldendood ken ik
alleen maar uit wat overlevenden
uit zijn omgeving me hebben verteld.
Hij rust in een eenvoudig graf en zo
heb ik het gelaten, hij zou niet anders
gewild hebben. Jouw vader, toen een
branieschopper van even tweeëntwin
tig jaar, veroverde het zwaard op
zijn beurt. Hij deed dat vanuit Aus
tralië en maakte zijn verovering op
een japans officier. Datzelfde zwaard
hing drie jaren boven het hoofd van
je grootmoeder, je tante en mijzelf,
daar in die concentratiekampen op
Java en het mag een wonder heten
dat we het hebben overleefd. Wat ik
niet kan waarderen is, dat je vader
het zwaard aan jou heeft gegeven.
Per slot is het iets wat hij heeft ver
overd op een trieste wijze. Er kleeft
bloed aan het zwaard! Het had in zijn
bezit moeten blijven, 't allerbeste zou
hij het kunnen begraven, daar zou het
dan vergaan en dan zou een trieste
dood vergeten kunnen worden.
Maar ja, je vader leeft nog steeds in
al die dingen van de tweede wereld
oorlog, het is wat je noemt een nos
talgische nachtmerrie voor hem. Hij
kan maar niet begrijpen dat alles
voorgoed voorbij is. De tweede we
reldoorlog moeten ze vergeten en de
energie die de mensen geven aan het
oppoetsen ervan, moeten ze aanwen
den om de derde wereldoorlog te be
strijden. Als jij ouder bent, dan moet
je dat zwaard maar aan een museum
geven of je zou het ook kunnen be
graven
Plotseling stokten de gedachten van
Jan Willem. Begraven, natuurlijk! Dat
was het, dat zou hij doen, maar dan
ook direct! Voorzichtig liet hij zich
uit zijn houding zakken en bleef even
zitten, de benen onder zich gevou
wen, het hoofd voorover gebogen.
Toen kwam hij overeind, hij schoof
een tafel onder het zwaard, zette
daarop weer een stoel en klom daar
bovenop. Zo kon hij er net bij. Voor
zichtig nam hij het zwaard uit de
koorden en kwam van de verhoging
af. Waar zou hij het in kunnen ver
voeren, zo dat niemand het kon zien?
Hij keek rond in zijn kamer. In een
handdoek? Of misschien zijn regen
jashij keek zoekend rond in zijn
kamer. Wacht in zijn hockeytas, dat
was een uitstekende oplossing. De
sticks eruit en het zwaard erin. Het
ging!
Nu moest hij wel opschieten, want hij
meende zich van andere gelegenhe
den te herinneren dat het kerkhof om
vier uur gesloten werd. Hij had niet
zo gek veel tijd meer. Het was nu
tien voor drie en het was niet naast
de deur.
Zijn moeder stond in de keuken bij
een schaal sandwiches, die ze op
bouwde tot een onwaarschijnlijke
hoogte. "Ga je nü weg, Jan Willem?"
Haar stem klonk half geëergerd, half
verbaasd. "Ze zitten allemaal binnen
en praten over vroeger, toen je
grootouders allebei nog leefden! Je
zult misschien veel nieuws horen, din
gen die je nooit geweten hebt
Alsof hij al niet alles wist wat de
moeite waard was om te weten!
"Als u het niet erg vindt, dan ga ik
nog wat slaan, trouwens, ik weet alles
wel over vroeger, misschien is hij
wel de enige mens van wie ik alles
weetHij snelde langs haar
heen, ging naar de schuur, greep
blindelings zijn fiets en duwde die het
pad op, die door de achtertuin naar
het tuinhek leidde.
De man bij het hek keek wat ver
baasd naar de hockeytas, maar zei
niets, per slot kon een sporter ook
een treurig bezoek afleggen. Bijna op
zijn gevoel liep Jan Willem langs de
paden, het was ook nog maar kort
geleden dat zijn grootmoeder was
gestorven en bovendien was hij wel
eens meegeweest met zijn grootva
der, omdat het prettiger is om gezel
schap te hebben bij zo'n treurig be
zoek. Plotseling vertraagde hij zijn
stappen. Daar! Dat waren toch zon
nebloemen? Wat kleiner misschien,
maar net zo geel en bijna net zo
mooi. Bij nader inzien bleken het he-
lianthen te zijn, een hele haag vol,
ter versierig geplant langs het wan-
(lees verder volgende pagina, onderaan)
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllNllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllip^
20