w® Mijn Weerzien met Indonesië SINGOSARI Dit was de weg naar "de beelden". Ik wist 't zeker. "Het is hier niet ver meer vandaan," zei ik tegen mijn wederhelft, "en kijk maar, één zit dieper in de grond dan de andere." Ongeduldig keek ik naar ze uit. M'n speelgenoten van vroeger. Meer dan 30 jaar zijn er intussen verstreken dat ik ze 't laatst zag. En daar waren ze, precies zoals ik ze me herinnerde, de beelden die ik altijd aan iedereen wou laten zien. "Ga maar bij dat beeld staan, dan neem ik een foto van je. Kun je naar zitten kijken als we weer thuis zijn." Dat deed ik. En hier dan zijn mijn stenen vrienden. Ben ik de enige die op het plaatje lacht? J.L., U.S.A. God schiep hemel en aarde enhelaas ook mensen met vliegangst. Je houdt het niet voor mogelijk en toch is het maar al te waar, want ik ben er één van. De angst voor het vliegen houdt me stevig op de grond, ver van m'n Indië, dat ik zo graag eens als Indonesië zou willen zien, proeven, rui ken en noem maar op. Grote bewondering heb ik daarom voor al die branies onder de abon nees die terug zijn geweest en de Tong Tongs en nu de Moessons voorzien met hun geweldige weerzien-met-lndonesië-verhalen. Hun verhalen zijn voor mij niet alleen een onmisbare bijdrage ais ver troosting voor m'n vliegangst geworden maar ook een weerzien. Ik lees hun verhalen en beleef ze. En daneen paar bekende plaatsen. M'n hart slaat als een tong tong in m'n keel. Ik ben nergens meer. Geen afstand en jaren tussen toen en nu. Ik ben er weer. Ik sta weer op wacht in een zwoele nacht in Tomo. Loop patrouille bij Kadipaten. Zwem in zee bij Anjer Lor. 't Is alleen van korte duur. De lucht van stampot zuurkool bezorgt me een retourtje. Langzaam keert de werkelijkheid weer terug. Ik voel de kou en nattig heid van februari. Branieachtig roep ik naar wie het horen wil: "En dit jaar ga ik er heen". Maar m'n pisang ambon wordt steeds duidelijker een chiquita. M'n krossie males een luie stoel. Indonesië een vliegprobleem. Ik ben weer even ver. Er blijft niets anders voor me over dan weer te boeken voor een volgen de vlucht naar Indonesië met de Moesson. Naar welke plaatsen? Dat hangt van U af, branies. j. BLOKKER RECHTSTREEKS VANAF AMSTERDAM NAAR JAKARTA/MEDAN RETOUR f 1-750,— TICKETS 1 JAAR GELDIG. Inlichtingen bij: ORIENT TRAVEL B.V. Singel 512 - Amsterdam - Tel. 020-23 74 84 (4 lijnen) - Telex 15275 Buiten kantooruren: F. Schirmer - telefoon 075- 17 07 80. uw delpad. Hij plukte er een heleboel, zonder op of om te kijken. Hij zag twee oude dames niet eens, die af keurende blikken naar hem wierpen. Toen hij er zoveel had als hij maar kon dragen, liep hij vlug in de richting van het graf van zijn grootouders. Er lag nu een plankier over de opening en daar bovenop lag die berg kleu rige gecultiveerde bloemen. Bloemen waar zijn grootvader helemaal nooit om had gegeven. Hij schoof eerst die berg opzij, met linten en al. Toen trok hij het plankier met moeite weg en zette dat tegen een haag. Zo, dat was dat! Toen keek hij omlaag naar de kist met de rozenblaadjes. Oranjero- ze rozenblaadjes, heel wat minder echt dan de rozen die zijn grootvader zelf gekweekt had in dat kleine ach tertuintje. Voorzichtig liet hij zich naar beneden zakken, zijn voeten in de aarden wand stekend. Zo kwam hij tenslotte dicht bij de kist. Hij reikte omhoog naar de tas, die hij op het randje had gelegd en nam het zwaard eruit. Hij veegde de valsgekleurde rozenblaadjes weg en legde het zwaard met eerbied op de kist. "Zo, dat is voor jou! Een geschenk van mij, nu hoef je tenminste niet onge wapend de eeuwige jachtvelden in! Toen barstte hij in tranen uit. Hij veegde met zijn mouw langs zijn o- gen. Hij wist niet meer hoe lang hij daar half hangend, half staande in de kuil vertoefde. Dit was maar zo'n klein moment uit zijn hele leven. Met veel moeite klom hij daarna uit de kuil omhoog. Hij keek naar de berg aarde, die naast de grafkuil lag. Zoekend keek hij om zich heen, om iets te zoeken waarmee hij de aarde kon scheppen. Hij vond niets, maar bedacht zich niet lang. Met zijn armen en handen schoof hij de aarde om laag. Terwijl hij dat deed, moest hij aldoor denken aan de lange schrale man met de gebruinde, wat tanige huid, die daar nu zomaar lag in dat dwaze doodskleed. "Hij moet zijn pak aan, ik weet zeker dat hij dat zelf gewild had. Hij wilde dat toch ook zo bij Oma? Waarom heeft u toch geen zin om te doen wat ik vraagZijn protesten werden niet ter harte ge nomen en nu lag hij daar zo, ach, ei genlijk deed het er niet zoveel toe, het was maar een uiterlijk ding. Hij hijgde van het karweitje. Zijn ster ke handen zagen er smerig uit. Zijn grootvader had ook van die sterke, pezige handen gehad, helemaal geen handen voor een man van achtenzes tig jaar. Trouwens, dat was ook geen leeftijd om te sterven, misschien was hij wel gestorven, omdat hij zich het leed van alle andere mensen zo aan trok. Het zweet gutste van zijn voorhoofd en hij zag er ontoonbaar uit. Maar eindelijk kon hij met voldoening naar zijn werk kijken. Er was genoeg aar de, hij kon er een kleine heuvel van maken. Toen stak hij één voor één de helianthen in de losse aarde, het werd een heuvel met goudkleurige gloed erover. Hij keek ernaar en zuchtte opgelucht. Hij trok zijn hemd aan, dat hij zolang over de haag had gehangen, toen het hem wat te warm werd. Langzaam keerde hij zich om en liep het pad af, naar de berg kleu rige bloemen keek hij niet meer om. Het hek was al gesloten, maar hij gooide zijn lege sporttas eroverheen en volgde toen zelf. Tevreden fietste hij naar huis, hij had hem een goede begrafenis gegeven en wat meer was, hij zou proberen de dingen die ze met elkaar besproken hadden na te leven. (slot volgt) 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 21