Journalistieke Herinneringen (XXIV]
r
Hij scheen voorbestemd voor een schitterende carrière, Sultan Hamid II van
Pontianak, Max voor zijn Nederlandse vrienden. Hij overleed 30 maart jl. in de
leeftijd van 64 jaar, een haast compleet vergeten figuur. Op 1 april is hij in Pon
tianak ter ruste gelegd. Zijn Nederlandse echtgenote en zijn kinderen van wie
hij al jaren vervreemd was, blijven achter met de herinnering aan een man, die
voorbestemd scheen een grote rol te spelen in het jonge Indonesië, maar faalde
en daarmee niet alleen zijn eigen kansen verspeelde.
BIJ HET HEENGAAN VAN SULTAN HAMID II ALKADRIE
"Max" was het spiegelbeeld van de
totok-Nederlander in Indië die, gegre
pen door de tropen tussen de wal en
het schip terecht dreigt te komen:
twee vaderlanden eisen hem op. Hamid
Alkadrie genoot een Nederlandse op
voeding, bezocht de Koninklijke Mili
taire Academie, trouwde een Neder
landse vrouw en kwam aldus in een
overeenkomstige positie als de Ne
derlander die zijn hart verloor aan
Indië. Vooral de geneugten van de
Westerse levenswijze trokken de
jonge Indonesiër aan. Maar tenslotte
riep de plicht hem tot het sulta
naat in de westhoek van Borneo, dat
geen hoge eisen stelde aan zijn be
stuurlijke gaven. Totdat het politieke
schema van Van Mook in de spannen
de jaren tussen de Japanse capitulatie
en de abdicatie van het Nederlandse
gezag over Indonesië hem plotseling
op de voorgrond bracht en hem, de
enige Indonesische adjudant van ko
ningin Wilhelmina generaal-majoor in
het KNIL, in een ongelooflijk zware rol
drong waarvoor hij kennelijk de ca
paciteiten en de ambitie miste en
waarin hij dus wel tekort moest schie
ten.
Tegenover de republikeinse conceptie
van de eenheidsstaat ontwikkelde de
luitenant GG de conceptie van een
federale staat, die door zijn construc
tie recht zou doen aan de verbijste
rende veelheid van de volkeren van de
archipel. Sjahrir heeft eens spottend
opgemerkt: "Waren de Nederlanders
maar voorstanders van de eenheids
staat geweest! Dan zou de republiek
zonder twijfel gekozen hebben voor
de federale constructie!" Deze para
doxale uitspraak karakteriseert de ver
houding tussen de oude heersers en
de jonge nationalisten: wat de Hollan
ders voor ogen stond moest noodza
kelijkerwijs berusten op het principe
van verdeel en heers - het diepe wan
trouwen in alles wat de erfvijand Ne
derland voorstond en het volstrekt ge
brek aan geloof in de goede trouw
van de Nederlanders. Toen de concep
tie van de stichting der deelstaten van
de grond kwam, leek de aanwezigheid
van een vooraanstaand Indonesiër die
zowel met de westerse als met de oos
terse maatschappij vertrouwd was een
gift van Onze Lieve Heer zelf. Hamid II
van Pontianak scheen de aangewezen
leider van de met de Nederlanders
samenwerkende Indonesiërs. Aldus
werd Max min of meer ondanks zich
zelf een belangrijk man in de strijd tus
sen de republiek en het Nederlands
gezag. Hamid II heeft de mogelijkheden
die hem zo onverwacht in de schoot
vielen kennelijk niet overzien en dit
maakte hem in de ogen van de repu
bliek Yogya bijzonder geschikt voor
de rol van Nederlandse marionet. Te
genover de formidabele opzwepende
kracht van Soekarno en de zijnen stel
de hij geen adequaat verzet: hij miste
de persoonlijkheid en het karakter om
op gelijk niveau met zijn tegenspelers
te strijden.
Er valt over te twisten of de federale
staat Indonesië ook bij een beter ge
organiseerd systeem en vooral een
steviger federaal initiatief vis-a-vis de
republiek ooit levensvatbaarheid zou
hebben bezeten. Alleen de Grote Oost
is van de grond gekomen. Instede van
de originele conceptie van Van Mook,
die een klein aantal grote eenheden
voorzag kwam de ontplooiing van de
toch zo logische federale idee niet
verder dan tot de stichting van een
aantal kruimelstaatjes, waarvan men
met één oogopslag kon voorspellen,
dat zij geen levensvatbaarheid hadden.
Hun oprichting danken zij voornamelijk
aan de weerzin van de locale elite te
gen een in het verschiet opdoemende
suprematie van de Javanen, die zich
buiten Java toch al niet in grote sym
pathie mochten verheugen. Intussen
ontwikkelde de situatie zich in de
richting van een schijnbare verzoening
der denkbeelden. De republiek scheen
zich te schikken in de federale concep
tie, waarin zij trouwens verreweg de
sterkste partner zou zijn geweest.
Achteraf kan men vaststellen, dat zij
nooit de gedachte aan de eenheids
staat heeft laten varen en alleen uit
tactische overwegingen de schijn wek
te, de federale staatsvorm te accepte
ren.
Mislukte confrontatie
Toegegeven dus, dat Max als leider
van het Federaal Overleg voor een
bovenmenselijke opdracht stond. Maar
een man die waarlijk over karakter en
bestuurlijke kwaliteiten beschikte zou
als tegenspeler van Soekarno en de
zijnen toch een geducht tegenspeler
hebben kunnen zijn. Hij miste nu een
maal de kwaliteiten die hem een we
zenlijke rol in een uitermate moeilijke
situatie hadden kunnen doen spelen.
Dit bleek naar buiten duidelijk op het
moment dat - toen het conflict in prin
cipe was beslist en de souvereiniteit
van Indonesië in het verschiet lag -
de eerste confrontatie plaats had tus
sen de federalen en de republiek. Wie
verwacht had, dat de ontmoeting van
Soekarno en Hamid een botsing der
geesten zou opleveren kwam bedrogen
uit. De slimme president, met een ui
terst fijn gevoel voor situaties, ontving
zijn tegenspeler met uitgezochte wel
willendheid en respect. Het valt te
vrezen dat Hamid daartegen geen vol
doende verweer kon bieden. Om het
populair uit te drukken: hij liet zich
inpakkenof, als men dat liever
wil: inpalmen. Na de souvereiniteits-
overdracht geschiedde wat men had
kunnen vermoeden. Soekarno vaagde
de federatie, waartoe hij zich bij de
Ronde Tafel-conferentie had verplicht,
Receptie ter gelegenheid van de vorming van de Federale Regering. Rechts Sultan Hamid
met mevrouw Djajadiningrat.
10