PSSJiR MSLSM JffiUHEM"
Geweervuur begeleidde bridge-uvoudje
25 t/m 27 aug. '78 4e JAAR
Ruim twintig jaren geleden was het reizen in de binnenlanden van de Preanger
een riskante onderneming, omdat verscheidene gebieden voortdurend geter
roriseerd werden door rovende en moordende Darul Islam (D.l.)-benden onder
leiding van Kartosoewirjo, die de "oorlog" had verklaard aan Soekarno, omdat
deze niet wilde meewerken aan de stichting van een Islamitische staat. Deze
guerilla-oorlog, gevoerd in een zeer uitgestrekt gebied van Banten af tot aan
de oostgrens van West-Java, heeft ruim 11 jaren geduurd en eindigde met de
gevangenneming van Kartosoewirjo, in de buurt van Leles aan de voet van de
Goentoer in 1962. Na een kort proces werd hij gefusileerd.
Maar gastheer en -vrouw bleven onverstoorbaar
Al eerder had ik critieke ogenblikken
beleefd als gevolg van het optreden
van deze D.l.-terroristen toen mijn wa
gen 's avonds op de terugweg van
Jakarta naar Soekaboemi tussen Tji-
tjoeroeg en Tjibadak onder vuur werd
genomen. Een narrow escape! Daarna
werd ik in de buurt van Tjipatat op
een middag door de D.l. aangehouden
en van mijn bezittingen beroofd. Ge
lukkig zonder letsel mocht van geluk
spreken dat de bandieten mijn auto
niet in brand hadden gestoken. Brand
stichten was een bezigheid waarmee
ze zich graag ophielden.
Met die voorkennis van de heersende
onveiligheid in het binnenland was het
bepaald niet aantrekkelijk een op
dracht van mijn Engelse baas te krij
gen om een theeonderneming in het
zuiden van Garoet te bezoeken, waar
ik een paar dagen zou moeten logeren.
Maar ter tegemoetkoming had mijn
baas gezegd: "Don't go if you aren t
sure of security over there."
Na telefonisch contact met de onder
nemingsagent in Garoet werd ik kort
daarna bezocht door hr. Pranadjaja,
administrateur van de betreffende on
derneming alwaar een nieuwe fabriek
zou worden gebouwd waarvoor mijn
maatschappij grote belangstelling had
in verband met de mogelijke levering
van de fabrieksinstaliatie.
Nadat de administrateur in perfect
Nederlands mij uitvoerig had ingelicht
over de plaatselijke situatie en mij
had verzekerd, dat mijn veiligheid ab
soluut gewaarborgd was, werd een
dag afgesproken, waarop hij mij in
Garoet zou komen afhalen.
Na in Bandoeng met een paar kennis
sen bij Bogerijen aan de Braga ge
noeglijk te hebben geborreld en ge
luncht, vertrok ik vol goede moed
Garoetwaarts. Buiten Bandoeng ge
komen begon mijn chauffeur sneller
te rijden. Een zich snel bewegende
schietschijf biedt minder trefkansen
voor eventueel rondzwervende D.l.
snipers.
Half duttend van de borrels in Ban
doeng hoorde ik mijn chauffeur zeg
gen: "Gan, aja tentara". (Meneer, er
zijn soldaten). We stopten aan de
spoorwegovergang in Nagrek waar
een sergeant mij beleefd vroeg naar
het doel van mijn reis, of ik een vuur
wapen bij me had en of hij de bagage
ruimte mocht zien. Voor het wegrijden
gaf hij mijn chauffeur de raad om bij
Lebak Djero niet langzaam te rijden
want de vorige avond had de D.l. een
naburige kampong plat gebrand en
volgens een pas gevangen genomen
D.l. koerier zou een troep daar nog in
de buurt zijn.
Na Nagrek was op de weg geen teken
van leven te bespeuren. Getuigt dit
niet van de grote angst van de bevol
king voor de afschuwelijke D.l. terreur
onder het motief: Wie niet voor ons is,
is een vijand. Dit bleek mij nog duide
lijker toen wij het dorp Leles naderden
waar de auto zigzag op de weg ge
plaatste spaanse ruiters moest passe
ren. Weer moest bij een militaire post
gestopt worden. In de richting van de
pasar liepen langs de wegkant desa-
lieden beladen met bundels en huis
raad, blijkbaar alles wat zij aan bezit
tingen konden dragen. Enkelen piekel-
den aan de poten samengebonden kip
pen, anderen sleepten aan een touw
een paar onwillige geiten mee.
Langs de weg naar Tarogong passeer
den wij verscheidene kampongs, die
door de bewoners verlaten waren uit
vrees voor de steeds dreigende dood
in het nachtelijk uur.
In Garoet bleek de hr. Pranadjaja nog
niet te zijn aangekomen. Tijdens het
wachten op mijn gastheer kreeg ik al
lerlei verhalen te horen over de heer
sende moeilijkheden van het planters
bestaan als gevolg van het wegtrekken
van werkvolk naar veiliger gebieden.
"U moet niet te laat uit Garoet vertrek
ken," waarschuwde hij. Het gesprek
werd beëindigd door de komst van de
administrateur. Intussen was het reeds
over vieren in de namiddag geworden.
Ik had al gehoord, dat de onderneming
40 km van Garoet lag, dus een uur rij
den, bepiekerde ik, in de hoop, dat we
spoedig zouden kunnen vertrekken.
Eerst moesten echter enkele onder
nemingszaken worden geregeld, een
employé ergens afgehaald en last but
not least diverse boodschappen van
de vrouw des huizes gedaan.
Nadat eindelijk alles was geregeld re
den we langs het hospitaal van Garoet
in de richting van Bajongbong. Het
was nu half zes geworden en de sche
mer zou niet lang op zich laten wach
ten. Mijn gedachten ging uit naar wat
ik gezien had aan menselijke ellende
op de weg naar Garoet, die stakkers
op de pasar in Leles en al die verlaten
kampongs, een droevig beeld dat mij
voortdurend bezig hield.
Links van de weg naar Bajongbong ver
hief zich de machtige Tjikoraij, waar
van de top deels omhuld was door
dalende wolken. Rechts daarvan te
kende zich fel tegen het veelkleurige
schijnsel van de ondergaande zon de
grillige vorm van de Papandajan af,
die wij nu tegemoet reden.
In Bajongbong vertoonde geen mens
zich op straat. Het enige teken van le
ven vormden een paar blaffende kam
ponghonden, die bij het naderen van
de auto uiteen stoven. In de buurt van
Pamegatan gekomen sloegen wij
rechts af over de spoorbaan en nu be
vonden wij ons op de weg naar Soe-
madra. Meteen zag ik de naast de
chauffeur zittende employé, hr. Adi-
winata, zich bukken en een stengun te
voorschijn halen. Meer aandacht be
stedend aan de voor ons liggende
omgeving, belicht door de stralenbun
del der autolampen, werd ik in die
concentratie gestoord, doordat de ad
ministrateur mij een FN 45 pistool toe
schoof met de laconieke opmerking:
"Neemt u dat ding maar, want je kan
nooit wetenMijn veiligheid was
immers gewaarborgd? flitste het in
mijn gedachten. "Nu passeren wij de
kampong Tjikandang en straks de zij
weg naar de theefabriek Tjisaroni",
sprak hij luid genoeg om het motorge
ronk en het geknetter van tegen de
wagen opspringende grint te over
stemmen. In geen enkel kamponghuis
je langs de weg zag ik een lichtje
branden, zo geheel anders dan het
beeld, dat ons zo goed bekend is in
onze herinnering aan tempo doeloe,
toen aan een bamboe opgehangen o
OOSTETSE JAARMARKT
EXOTISCHER JAHRMARKT
ORIENTAL FAIR
Inlichtingen: H. SPRUIT
Valeriusstraat 230"
A'DAM - 020 - 76 36 00
Speciaal op culturele basis opgezet. Uitgebreide
culturele programma's, meer stands en uitbreiding
in sortering voor kopen, lekker eten en snoepen en
ouderwets gezellig. Het wordt weer als vanouds.
TOT ZIENS IN DE RIJNHAL
18