EL ATABAL 16 JAAR NA DATO
We bedoelen hier niet mee, dat wij Malaga en El Atabal nu pas weer na 16 jaar
terug hebben gezien, en evenmin dat wij 16 jaar achter elkaar in Malaga of El
Atabel hebben gewoond. Wel is het zo, dat wij 16 jaar lang, van 1962 af tot 1978
elk jaar enige tijd doorbrachten in Malaga, en sedert onze bungalow in El Atabal
in 1965 gereed kwam, als regel in El Atabal - als het niet (gunstig) verhuurd was!
Op deze wijze hebben wij dus de ont
wikkeling in Spanje (Malaga) en op El
Atabal op de voet kunnen volgen, en
hebben wij vele veranderingen zich
zien voltrekken. Maar het gebeurt vaak
zó, dat men de veranderingen nauwe
lijks opmerkt als die stap voor stap
plaatsvinden, tot men op een goede
dag zegt: moet je eens zien wat een
verschil nü met toen we hier in het
begin kwamen.
In 1962 behoorden we tot de kleine
groep van' "pioniers" die de Costa
del Sol ontdekt hadden en begon de
aandacht der reisbureau's en bouw
concerns pas wakker te worden. Ook
Atabal nog vóór er één spa in de
grond was gestoken, en het terrein
was overgedragen aan Robigo. De
geiten, de Moorse put, de amandel- en
olijfbomen, de oude boer op zijn stoel
tje voor zijn huis, alles nog "finca",
liggen vast op onze film en dia's, dier
bare herinnering. Ook de beginfase
van het bouwen, het uitzoeken van de
percelen (we stonden No. 40 op de
lijst), de ondernemingsgeest van de
eerste werkers staan ons nog leven
dig voor de geest. Het is misschien
beter helemaal geen namen te noe
men - maar onwillekeurig denk je toch
terug aan Do en Huug Bosscha, aan
werd in 1962/63 de naam El Atabal pas
voor de eerste maal genoemd, een
initiatief van Robinson-Bish-Govers,
Robigo, om een "thuis" te scheppen
voor alle "boengs" die het kille negeri
koud niet lekker vonden. Van massa
chartervluchten en onafzienbare rijen
flatgebouwen in Torremolinos en ver
der langs de Costa was toen nog geen
sprake. Onze eerste overwintering in
Jan./Feb. 1962 hielden we in een, toen
nog maar pas gebouwde bungalow
van een Spanjaard in El Palo, en je
reisde per trein, drie dagen heen en
drie dagen terug met overnachten in
de trein in Frankrijk en te Madrid. Al
vliegen we nu "comfortabel" als
vrachtgoed in een "kist" in 2y/i uur van
Schiphol naar Malaga, die treinreizen
(en later nog een paar keer met de
Amazone bus!) hadden echt iets van
reizen; je had wat ongemak en het was
vermoeiend, maar je ontmoette aller
lei mensen en je zag wat van het land
en de steden.
We wandelden (klauterden) over El
Ger Duyshart, aan Wiederhold, aan
Mevr. Spoor, en zo vele anderen, sor
ry als we nog vele anderen niet noe
men van al die verdienstelijke pioniers
en vaak ook omstreden figuren,
maar we schrijven uit ons geheugen.
Praktisch geen van allen zijn ze nog
in Atabal, óf overleden, óf naar Hol
land vertrokken voor een beter ver
zorgde oude dag, maar enkelen, zoals
o.a. Duyshart en Dr. Frits Cramer,
hebben hun hart verpand aan Atabal.
Met daarnaast natuurlijk een aantal
bewoners van het eerste uur, waaron
der wij zelf, die niet vertrokken zijn; de
lijst van Nederlandse eigenaren ver
meldt nog wel een 120 namen tegen
zo'n 170 Spaanse namen nu, maar
van die 120 zijn er hooguit ca. 40 50
die er permanent wonen.
Met de vele Spanjaarden, die wél vas
te bewoners zijn, is het aanzien sterk
veranderd. Er staan nu veel meer
"mooie" grote huizen, de tuinen vaak
met een zwembad, zijn in het algemeen
zeer verfraaid, vooral omdat na 15
jaar tuinieren door de vaste bewo
ners en met behulp van tuinlieden,
allerlei bloemen, heesters en bomen
zijn gekweekt, die van Atabal werke
lijk een tuindorp hebben gemaakt.
En niet alleen bungalows en villa's zijn
er nu, ook enkele grote occupanten
hebben Atabal ontdekt, we hebben een
nonnenklooster, een gebouw met druk
kerij en uitgeverij van een Amerikaans
zendingsgenootschap uit Marokko,
en een complete "Collegio El Atabal",
een school met kleuterklassen, lagere
en middelbare school, waarvan de
leerlingen twee maal per dag met ei
gen autobussen worden gehaald en
gebracht. Een hele gemeenschap dus,
en een levende gemeenschap.
Maar er is niet alleen Atabal, er is de
stad Malaga. Voor wie er werkelijk na
16 jaar weer voor de eerste keer te
rugkomt, is de stad op vele plaatsen
(gelukkig niet overal) haast niet te her
kennen.
Enorme grote nieuwe wijken met hoog-
bouwflats is wel het meest opvallende.
En dan de doorbraak in het oude cen
trum met nieuwe brede wegen, vooral
het verlengde van de Alameda in de
richting van de verbindingsweg met
Torremolinos en het ziekenhuis Carlos
Haya, dus in de richting van Atabal.
En dan de omgeving van Atabal, een
stuk of 6 torenflats aan de overkant
van de weg. Soms betreur je dat wel,
maar het is nu eenmaal onvermijdelijk,
en er zijn daar nu ook enkele winkels
(supermercado en apotheek o.a.), zo
dat je niet voor alles naar de stad hoeft
te gaan. Intussen heeft de tienda (to
ko) van Antonio achter de oude boer
derij zich nog weten te handhaven, en
je kunt er zeer goed terecht. Ook de
busverbinding met de stad is er 100%
op vooruit gegaan, elke 15 minuten en
mooi op tijd, en niet meer zo vol.
De Alameda en de Paseo del Parque
zijn, evenals de Larios, gelukkig nog
even veel in trek en nog even gezel
lig als 16 jaar geleden, alleen zijn er
wel veel meer mensen. En in de mu
ziek "schelp" aan de Paseo del Par
que dirigeert Perfecto Artbla nog
steeds elke zondag het stadsmuziek-
orkest.
De Symfonica en de Filharmonica zet
ten hun bestaan nog steeds opgewekt
voort, en in het winterseizoen kan
men van Malaga gerust spreken als
van een muzikale stad.
Wat helaas minder is geworden, dat
is de folklore. Nog slechts zelden zijn
er folkloristische zang- en dansgroe
pen. De Flamenco is afgezakt tot een
toeristisch-commerciële show in de
nachtclubs van Torremolinos en een
enkele in Malaga. En de films, die
vroeger aan een strenge keuring wa
ren onderworpen, zijn nu al even vul
gair en bruut als in Amsterdam. Al met
al vinden wij het avondleven er niet
op vooruit gegaan.
En dan de Spaans Evangelische Kerk
in de Orelias 31 met de goede domi-
(lees verder volgende pagina, onderaan)
Een heel oude
foto van El Atabal. Op de toen nog kale plekken staan nu huizen met tuinen.
Op de achtergrond ziet men Malaga en de zee. (Foto- BISH)
10