Holwerda Holiday Tours and Travel
biedt aan goedkope retourvluchten vanaf Schiphol naar b.v.:
JAKARTA
1750,—
p.p.
Hongkong
1850,—
p.p.
Medan
1750,—
p.p.
Tokyo
f 2450,—
p.p.
Bangkok
f 1550,—
p.p.
Bombay
1550,—
p.p.
Wij verzorgen tevens charters naar div. bestemmingen in U.S.A. en
Canada.
Informaties tijdens kantooruren Tel. 070-46 89 50 46 89 51
Loosduinsekade 497, Den Haag.
Wij hebben nog enkele plaatsen op 4 juli naar JAKARTA tegen zeer
speciale prijs.
tige diensten bewees, dat hij hem een
soort recommandatiebriefje verstrekte.
Doch juist dit individu bleek later me
deplichtig te zijn aan een oproer in het
Bekasische. De schelm was zelfs zo
ver gegaan, dat hij zich voor raden
Saleh uitgaf. Hij droeg diens kostuum
en zelfs zijn ridderorden had hij nage
maakt. Niet alleen werden daardoor
vele onnozele Javanen op een dwaal
spoor gebracht, doch ook de politie.
De schilder werd daarom naar de as
sistent-residentswoning te Buitenzorg
ontboden, waar hij tal van hoge heren
aantrof, o.a. de resident Hoogeveen
uit Batavia, die hem met barse stem
toevoegde: "Wel, raden Saleh, dat had
ik niet van U gedacht!" Onderwijl werd
tot grote schrik van zijn echtgenote en
de bij haar inwonende nicht, een huis
zoeking verricht, welke evenmin als het
verhoor iets opleverde. Raden Saleh
kon zijn alibi aantonen. Doch om hem
met de ware schuldigen te confronte
ren, moest hij mee naar Depok, waar
heen ook zijn vrouw hem volgde. De
"verdachte" radèn Saleh werd aldaar
een verblijf aangewezen in de bijge
bouwen van zendeling Beukhoff, en
wel naast de keuken. Voor de deur
kwamen twee Inlandse fuseliers te
staan, wat helemaal niet als eerbetoon
bedoeld was. De schrijver Conrad
Busken Huet, destijds redacteur van de
"Java-bode", noemt het in zijn blad een
"arrestatie met militaire honneurs!"
Na de confrontatie met de boosdoe
ners, werd Bassa Kolot ontmaskerd en
radèn Saleh vrijgesproken. Geestig
merkte hij op: "Resident, hier is radèn
Saleh, maar dat is radèn Saleh". Na
zijn vrijlating werd zijn huis bestormd
door Inheemse en Europese bezoe
kers, die hem kwamen gelukwensen.
Radèn Saleh is over deze "gerechte
lijke dwaling" slechts moeilijk heen
kunnen komen en het Indische publiek
vond voldoende aanleiding in dit
treurige voorval om er flink over te
roddelen, want "Men noemt geen koe
bont of er is wel een vlekje aan". Zijn
beste vrienden en naaste omgeving
wisten echter wel beter. Bij een re
ceptie ten Paleize heeft de hoogste in
den lande hem ook bemoedigend toe
gesproken.
Hoezeer de kunstschilder het vertrou
wen der Europeanen herwonnen had,
bewijst wel zijn samenwerking met een
amateurstoneelvereniging te Buiten
zorg. Hij kwam ook vrij vaak in het Pa
leis waar hij altijd welkom was. De
oudste dochter van de G.G., jonkvrou-
we Adriana Jacqueline Marie Loudon
(geb. 5 dec. 1856), bezat een "uitge
sproken talent voor het tooneel", ver
klaarde de bekende auteur Victor Ido
(Hans van de Wall) in een zijner radio
lezingen. Het plan werd nu gevormd om
de tragedie in verzen van de grote
Franse toneelschrijver Jean Racine, ge
naamd "Esther" in het oorspronkelijke
op te voeren. De jonge dame kende
uitmuntend Frans, dank zij een Franse
gouvernante mademoiselle Guèguèr,
die later nog een boekje over Buiten
zorg geschreven moet hebben, dat ik
niet heb kunnen vinden. Freule Adri
ana vervulde de titelrol, terwijl de ove
rige rollen door jonge dames uit de
fatsoenlijkste (gelijk men toen zeide)
families der regenrijke residentie wer
den vervuld. Mannenrollen ontbraken
in deze tragedie, die Racine voor een
dameskostschool had geschreven. Wat
zullen die Buitenzorgers genoten heb
ben, voor zo ver ze natuurlijk Frans
verstonden. En wie schilderde de dé
cors voor deze Christelijke tragedie:
de Moslim radèn Saleh Danudiredja.
Het succes was buitengewoon en ver
leidde deze amateurs om een roman
tisch drama op te voeren: "Les en-
fants d'Edouard" van Casimir Dela-
vigne. Ditmaal had de voorstelling
plaats, niet meer in het adjudantenge
bouw, maar in de grote balzaal van
het Paleis waar voor een paar honderd
genodigden ruimte was.
Doch onze schilder had zich reeds
eerder verdienstelijk gemaakt bij een
toneelvoorstelling. In 1871 vertoefde
de reeds vermelde auteur Conrad Bus-
ken Huet enige maanden in Buitenzorg.
"Eene oude Bataviasche anecdote en
een zeer recent crimineel proces te
Soerabaija" hadden hem stof geleverd
tot het schrijven van een toneelstukje,
dat hij later bij gedeelten in de Java-
Bode liet verschijnen (24-28 juni 1871).
Inderdaad is het stuk opgevoerd en
daarbij was raden Saleh ingeschakeld.
Hij schilderde nl. het voorhangsel. Hu
et noemt hem een der merkwaardig
heden van Buitenzorg. "Van tijd tot
tijd brengen wij, mijne vrouw en ik,
hem een bezoek in zijne rococo-ge-
meubelde woning, en worden dan door
den Rahden, door de Rahdenaijoe en
door haar nichtje met een kontrabe-
zoek vereerd", aldus C. Busken Huet.
"Ik ben een matig bewonderaar van
's mans beschaving en kunst", vervolgt
onze scherpe criticus, "maar toch is
het aardig te zitten praten met een
pur sang Javaan, die tout bien que mal
Hollandsch, Fransch, Duitsch en En-
gelsch spreekt, en wiens schilderijen,
al gelijken zij wat op fraaije uithang
borden, toch van veel kunstvaardig
heid getuigen". Huet is dus niet zo
heel erg ingenomen met radèn Saleh's
kunstvoortbrengselen. Het moet ook
toegegeven worden, dat zijn kunst er
sedert zijn terugkeer uit Nederland
niet op was vooruitgegaan. De mo
derne richtingen in de Europese kunst
waren aan hem voorbij gegaan.
Het realisme van een Courbet, het im
pressionisme van een Degas, hij ken
de deze stromingen slechts van horen
zeggen. Raden Saleh bleef trouw aan
zijn romantische stijl, zoals hij deze in
de 40-er jaren der eeuw zich eigen had
gemaakt. Dit tonen ook de schilderijen
aan, die hij schiep, b.v. zijn "Gevecht
met een leeuw" uit 1870, waarvan we
bij mevr. de Loos-Haaxman een goede
reproductie vinden. Het knap uitge
voerde schilderij komt ons te bombas
tisch voor; het verbaast, maar ontroert
niet. Beter geslaagd lijken de land
schappen, die hij in zijn Buitenzorgse
tijd produceerde, en die een goede
voortzetting zijn op het reeds vermelde
dessalandschap, waarmee hij in 1865
bezig was, nl. het zg. Kerkhof der
G.G.'s in de Buitenzorgse Plantentuin,
en het Gezicht op de Kanarilaan, even
eens in Buitenzorg, beide uit 1871.
Wellicht dat deze artistieke vereen
zaming bij hem de gedachte op deed
komen, om nogmaals Europa te zien.
Met veel kunst- en vliegwerk is het
hem gelukt, hiervoor de nodige fondsen
bijeen te brengen, met perskot en dgl.
De reis ging nu door het kort geleden
geopende Suezkanaal. Hij heeft Neder
land weer bezocht, ook het buitenland.
Met vele oude kennissen hernieuwde
hij de vriendschap, zelfs met vorstelij
ke. Doch uit niets blijkt, dat zijn kunst
zich daarna vernieuwd heeft. In 1877
was hij weer op Java terug. Uit zijn
laatste drie levensjaren zijn mij geen
kunstwerken meer bekend. Hij had zich
zelf overleefd.
Op 23 april 1880 overleed deze merk
waardige kunstenaar, na een korte on
gesteldheid. Hij werd te Buitenzorg
begraven. Hij stichtte geen schilders
school. Een enkele Javaanse leerling
bracht het tot tekenleraar.
Doch de Javanen zijn hem stellig niet
vergeten. In Nederland herinnert men
zich hem niet meer. Vandaar dit stukje.
13