"GA JIJ EERST OF IK?" THAILANDSE KLEDING Ineens zei iemand: "Weet je dat Edith Halewijn overleden is?" Zo lang geleden alweer, december. Hoofd en hart vol stil verwijt, waarom heb ik haar niet opgebeld nog, onlangs was ze nog op de zaak, maar ik was er niet. Spijt, zoals altijd, komt te laat, dus heb ik geen spijt. Wat zijn 6 maanden zonder Edith, na zoveel jaren mèt Edith, als lagere school vrien dinnen in Malang, en later in Soerabaja. In mijn ogen was ze anders dan andere .meisjes, groter, sterker, jongensachtiger. Nog hoor ik haar kernachtig "ik heb sch... aan tjengeng" als een meisje huilde en zoveel minachting deed de ergste tranenvloed meestal ophouden. Ze zat op de voorste bank, alleen. Met een been uitgestrekt op de bank, een arm op de eigen lessenaar en een elleboog steunend op de lesse naar achter haar. "Zit jij soms thuis aan tafel ook zo?" vroeg mijnheer eens. Haar commentaar was gelukkig niet he lemaal verstaanbaar en niet in goed Nederlands vertaalbaar, Edith hield helemaal niet van dergelijke opmer kingen. Ze vocht met jongens, die kansloos verloren, omdat ze naast haar jongensachtige fut, ook nog beschikte over een groot aantal meisjesachtige kneepjes. Want E- dith bleef een meisje, dat kon je merken aan de manier, waarop ze stapelgek was op Ramon Novarro. Die was voor haar het summum van mannelijke schoonheid, een bewon dering die alleen een uitlaat kon vin den in het verzamelen van briefkaar ten, foto's, knipsels en alles wat maar enig spoor droeg van haar idool. Ze had meer dan 4000 plaat jes van Ramon, haar kamer was van onder tot boven volgeplakt en zelfs aan de binnenkant van de klamboe hingen de mooiste foto's van haar donkerogige lover vastgespeld. Schoenendozen vol sigarettenplaat- jes, kaarten in elk formaat. Ze had ook enorme voorraden van andere filmsterren maar dat was louter ruil materiaal. Ik was een fervent be wonderaarster van Janet Gaynor en Charles Farrell en Edith had de gewoonte, liefst onder de les, een veelbegeerd conterfeitsel, zichtbaar voor mij alleen, boven de rand van de lessenaar te houden. Dolle be geerte deed me thuis naarstig zoe ken in oude "Cinema en Theater", filmbladen die mijn vader altijd bij stapels voor ,me bij de uitdrager kocht. Eén origineel plaatje maar van De Sheik of de Pagan Lover en die prachtige Charles Farrell was van mij. "Wat een slappe Tinus", vond mijn vader, "waarom spaar je geen Buck Jones of Hoot Gibson dat zijn tenminste kerels!" Op een middag kwam Edith me ha len voor een gymles op school. "Hebben we les?" twijfelde ik," ik dacht deze week niet." 'Tuurlijk wel, jij luistert nooit goed", zei Edith, "als er geen les is, gaan we foto's kijken achter Flora". Achter de Flora-bioscoop was een winkeltje dat briefkaarten, tijd schriften en songbooks verkocht. Er was geen les. Onze school lag sereen als een verlaten paradijs naast de bruisende Brantas. Warm, drie uur in de middag. Een paar kinderen en wasvrouwen in het water, dat ons meer dan anders lokte. Maar je kon er in feite ner gens bij komen, want met christelij ke bezorgdheid was het gehele ter rein om de school degelijk afgeras terd. Je kon natuurlijk best over het gaas heenklimmen, of omlopen via de hotel Splendid kant. "We gaan naar de overkant, naar de binjawaks kijken," zei Edith en klauterde als een acrobaat met een aanloop tegen het vrij hoge hek om met een sprong aan de kalikant terecht te komen. Ik klungelde er achteraan en viel zowat te pletter aan de andere kant van het hek. Die binjawaks leken me niet. De kali, heerlijk. Grote stenen, dicht bij elkaar. Ineens een brede stroom tussen twee stenen, met geen an dere keus, nergens een nauwere oversteek. "Ajo, ga jij eerst of ik?" riep Edith. Ik zag dat ze ongegeneerd haar benen voor de sprong vrijmaakte door haar blauwe plooirok in de pijpen van haar gymbroek te stop pen. Ik zie haar daar nog staan op die steen, geconcentreerd, lichaam Edith Halewijn iets naar achter en voren zwaaiend en toen... flats! Met beide benen belandde ze op de overliggende steen, snel haar evenwicht herstel lend toen ze voorover dreigde te kieperen. "Ajo, springen I" riep ze ongedul dig, toen ze me zenuwachtig zag hannesen. "Je moet durven, heus 't valt mee. En als je in het water valt, geeft toch niet, ik trek je wel op". Het was zo vanzelfsprekend geweest dat zij eerst zou springen, kon ze mij toch opvangen? Ik sprong, mis te de steen, ging kopje onder en niet zuing ook, want daar was de bedding diep uitgesleten door de stroom. En in de paniekerigheid trok ik zelfs Edith bijna ook het water in. Ik trok m'n rok uit, legde die op één steen en me zelf met uitgespreide armen en benen op een andere te drogen. "Jij bent ook zo tollol" zei ze, "ik heb nog nooit iemand zo tollol zien springen!" Toen ik half droog was gingen we verder. We klommen zonder binja waks gezien te hebben tegen een zeer smerige helling op en liepen via de Maetsuyckerstraat terug naar onze fietsen. Na een half uurtje fietsen was ik droog, al rook ik een uur in de wind naar kali. Waarom ik van al die lange jaren vriendschap met Edith Halewijn de ze herinnering ophaal? Ik dacht zo, flinke, brani meisjes gaan meestal eerst, om de minder flinke branies een helpende hand toe te steken. Een beetje troost bij het gemis van Edith. Li. C. A. S. HERDENKINGSBOEK 1902-1977 uit 216 pagina's en 180 foto's de mooiste jaren van de Carpentier Alting Scholen. Ook niet-Cassers zullen onge twijfeld talrijke familieleden, vrienden en bekenden terugvin den in dit goed-geredigeerde boekwerk, dat een schat van foto's bevat. ymnkHMtH*" niHi'timttu" Prijs f 37,50 porto 4, Eenmalige aanbieding BOEKHANDEL MOESSON Jetty Beer en Tom Hiemstra hebben te koop. Zeldzaam mooi qua kleur, motie ven en kwaliteit. Billijke prijzen. Na telefonische afspraak komen wij eventueel bij u langs. M. Nijhoffstraat 232, 1382 TX WEESP Telefoon 02940 - 1 22 44 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 24