Teboe Ngembang Javaanstrie kent het nog? KIMM Indische spekkoek Ik vind de voorplaat van Moesson van 15 april heel erg mooi. Als je zo'n foto ziet, komt er weer een zee van herinneringen in je op. Maar wat gaat er niet allemaal aan vooraf, vóór en aleer je zeggen kunt: "Kijk, het riet staat in bloei!" Het bewerken en plant- klaar maken van de grond, het uit zetten der stekken, de bevloeiing, toe dienen van kunstmest, aanaarden, wie den, het bestrijden van de vele ziekten en plagen, enzovoorts, enzovoorts en eindelijk, na maanden van noeste ar beid en veel zorg, verschijnen de eerste pluimen en als het suikergehal te in de stengel hoog genoeg is, kan met de oogst worden begonnen. Vroe ger als kind sneden wij pijlen voor onze boog van de kaarsrechte, betrek kelijk stevige teboebloeistengels. Weet In het Ngoko Javaans is suikerriet: Teboe (Kromo Javaans: Rosan) Bloem is Kembang (Sekar) en Ngem- bang (njekar) is: Bloeien. Teboe Ngembang is het best te vertalen met Bloeiend Suikerriet. U wat ik op de foto mis? Dat zijn de bungelende nesten van onze man- jars of wevervogels (Ploceidae) Ik zal U ook iets vertellen van een vogel drama, dat zich ieder jaar weer in de rietvelden, als geoogst werd, voltrok. De wevervogel, ongeveer ter grootte van een mus, komt op Sumatra en Ja va in 3 soorten voor, nl. Ploceella ja- vanicus, Ploceus atrigula, en Ploceus manyar. In Oost-Java kennen wij de Ploceus manyar, ook wel genoemd manjar djamboel, zo genoemd omdat het mannetje bovenop de kop een krans van fijne, goudgele veertjes heeft. Met hun krachtige, korte snavels scheuren en rukken ze een reepje uit een teboe- of palmblad, bouw- of con structiemateriaal voor de schitterende retortvormige nesten, die ze helaas maar al te vaak aan de bloeistengels van het suikerriet bevestigen. Het In donesische volksgeloof zegt, dat de gene, aan wie het lukt zo'n kunstig geweven bouwsel uit elkaar te pluizen zonder een enkele halm of draad te breken, op de bodem van het nest een gouden kogel zal vinden. Soms vindt men in de nesten een klompje klei. Men beweert, dat de manjar er een konang of vuurvliegje tegenaan plakt, om het inwendig te verlichten. Een slimme vogel! Maar! Als de oogsttijd is aangebroken en dat is kort na de bloei, stoort geen mens zich aan de manjars en worden duizenden en nogmaals duizenden nesten en broedsels vernietigd. Dat is het vogeldrama, waar ik op doelde. In deze tijd van het jaar biedt men U op de pasars mandjes aan, boordevol gevuld met manjareitjes. De vogels zijn schadelijk voor het riet. Zij vernielen het blad. Zij zijn zo schadelijk voor de padi. Ach, wat heet toch schadelijk. Maar de natuur weet zich op de een of andere manier steeds weer te her stellen. Ondanks het feit, dat ieder jaar zoveel duizenden vogels te gron de gaan, komen ze terug. Bij zwermen hebben wij ze vroeger telkens weer kunnen zien, onze wevervogels. Kwet- Manjars met nest, het mannetje bouwt, het vrouwtje ziet toe. (uit: Dierenleven in Indonesië) terend en tierelierend, met nerveus bewegende vleugels, bezig aan het weven en construeren van hun won derlijk mooie retortvormige nesten; de manjar djamboel! En waar zijn ze nu allemaal gebleven? Die zwermen van duizenden vogels? Tijdens mijn vakanties op Java door gebracht, heb ik er niet veel van te ruggezien. G.H.B. noemdAwas Gakook I I Awas GakookI I I Indonesiërs en dat weet U natuurlijk ook wel, zijn ware meesters in het na bootsen van allerlei geluiden. Wij had den een goede kennis, die Soesman heette, maar zo noemden de Indone siërs hem nooit. Het was, hoe onbe leefd het ook moge klinken: 'ndoro tuan SOES-DOENG I Een "Soes-Doeng" was, moet U we ten een ongeveer 20 cm lang stuk vuurwerk, een groot model rotje, dat zodra de lont werd aangestoken, een paar seconden hevig ging sss-i-sss... sss-o-sssenen sss-oe-sssen, alvorens met een hevig "DOENG" uit malkander te ploffen. Snapt U? Nah, voortaan was het niet meer: 'ndoro tuan Soesman, maar steeds: 'ndoro tuan SOES-DOENG I I I G.H.B. (zie Moesson 1. Neen, dat is het toch niet. Een prop om de (zwartkruit) lading in een voor- laadgeweer vast te zetten, heet in de Javaanse taal niet SOESOER (Susur). Tembako of 'mbako susur is pruimta bak en een kant-en-klare dot hiervan wordt "susur" genoemd. Het werkwoord "pruimen" is "nusur". Hoewel in principe natuurlijk mogelijk de kruitlading in een voorlaadgeweer vast te zetten met een pluk pruimtabak oftewel een susur, moet je dit werkje toch liever overlaten aan zuurpruimen, (ik herinner mij nog de Javaanse vrou wen in Solo, die heel vroeg in de morgen naar de "pasar" gingen. Tra ditioneel gekleed in een katoenen in digoblauw jakje en dito kain, een on noemelijk zware vracht torsend, de rug diep gebogen. Maar zelden ont brak de vaak decimeter lange susur in de mond.) Het Javaanse woord voor "prop" is "NAL" of "ENAL". Men gebruikt hier voor de vezelachtige bolster van de kokosnoot; niet de klapperbast. De grove stukjes worden verwijderd en na geduldig pluizen houdt men een e nrs. 15 en 17) veerkrachtig, fijndradig pluksel over, welke uitermate geschikt is om er proppen voor een schietgeweer van te maken. 2. Dat klopt! Een boemeltrein heet in het Javaans een "sepur (sepoor) klu- tuk". 3. U weet wat een "onomatopee" is? Dat is een klanknabootsing; geluid dat in spraakklanken wordt weerge geven. Dit even vooraf. De eerste fietsen waren niet uitge rust met een bel, maar met een aan het stuur bevestigde kleine knijptoe- ter, bestaande uit een rubber bal en een metalen hoorntje. Het geluid dat dit apparaatje voortbracht bij het in laten en weer uitstoten van de in het ballonnetje aanwezige lucht was onge veer: Ga-ga-kook-kookga-ga- kook-kook I I I Kunt U het zich voor stellen? (de "g" wordt natuurlijk uit gesproken als 'in het Franse woord "grand"). Welnu, dat toetertje heette natuurlijk (DUS) "Gakook". Later werd de hele fiets vereenzelvigd met het toetertje en werd ook maar (in de Vorstenlanden) een GAKOOK ge- Stort 16.50 op giro 158225 en U ontvangt een spekkoek van ca. 500 gram, in speciale ver pakking, franco thuis. "KIMM", Joh. Verhulststraat 98 Amsterdam-Z. Tel. 020 - 72 84 61 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 25