Het vergaan van de "SNIP" Over het leven van Dr. H. Colijn, premier van drie Nederlandse kabinetten, zijn verscheidene boeken verschenen. Natuurlijk wordt daarin melding qemaakt van zijn ervaringen bij zijn contact met de Gouvernements Marine. Het is onze staatsman namelijk niet immer naar den vleze gegaan en zeker niet toen hij zich in zijn jonge jaren in Nederlands Indië toevertrouwde aan de Gouvernements Marine; hij werd toen betrokken bij de schipbreuk van het s.s. "Snip". Dr. H. Colijn was een der slachtoffers van de schipbreuk. door F. C. Backer Dirks Helaas speelde de fantasie de schrij vers ook hier de vreemdste parten. In "Dr. Colijn, een levensschets" door Dr. J. C. Rulman, zegt de auteur o.m.: "Tijdens een reis door Centraal Bor neo en Timor leed hij met een klein stoomschip op de Zuidkust van Soem- bawa schipbreuk. Hij zwom alleen aan land met niets aan dan een in haast gegrepen flanellen jasje, waarin zijn portefeuille met geld zat en zijn gou den horloge, een hem dierbaar ge schenk van Mevrouw Colijn. Uit dit jasje sneed hij de mouwen om die te gebruiken als broekspijpen. Zo zwierf hij twee dagen te voet rond, over met doornen begroeide bergpa den, de benen opengereten, de ver vuilde wonden ontstoken, met hevige pijnen onder een brandende zon Er bestaat gelukkig een onopgesmukt verhaal over deze schipbreuk, dat wijlen J. L. Staudemayer, Gezagheb ber bij de Gouvernements Marine, die in die dagen het bevel voerde over het s.s. "Snip" deed aan zijn collega C. Hokke, die dit optekende en het ver slag van de Soerabaiase correspon dent van de Java-Bode, die gelegen heid heeft gehad met de adviseur voor de Buiten-bezittingen H. Colijn kort na zijn aankomst te Soerabaia van de dienstreis naar de Kleine Soenda-ei- landen een onderhoud te hebben. In "Station" Timor lagen in die dagen drie schepen van de Gouvernements Marine. Colijn verkoos voor zijn tocht door het gewest Timor het kleinste schip, het s.s. "Snip" met de jongste Gezaghebber, die hij kende uit zijn Atjeh-tijd. Op een zeer groot aantal bestuursposten werden besprekingen met bestuursambtenaren gevoerd over de bestuurstaak en de verbetering op allerlei gebied, zoals onderwijs, ge zondheid, etc. Terugkomend van het eiland Alor had op de rede van Timor-Koepang een rendez-vous plaats met het s.s. "Valk" van de Gouvernements Marine, aan boord waarvan zich de leden van de tweede expeditie naar het sneeuwge bergte op Nieuw-Guinea bevonden, welke expeditie later resulteerde in de beklimming van de Wilhelminatop. Van Timor ging de reis van de "Snip" om de West naar het eiland Soemba. Op 26 augustus 19Ó9 in de vroege ochtend vertrok de Gouvernements stomer "Snip" met Colijn aan boord van de rede van Waingapoe, aan de Noordkust van het eiland Soemba ge legen, met bestemming Laboean-Hadji, aan de Oostkust van het eiland Lom bok; vanuit die plaats zou eën dienst reis over het gewest Bali-Lombok be ginnen. De reis begon voorspoedig met goede verkenning van de N.O.-hoek van Soemba, waarna koers gezet werd naar een punt goed vrij van de meest zuidelijke punt van Soembawa. Hierbij werd nog speciaal rekening gehouden met het feit, dat de Zuidkust van Soembawa nog wat zuidelijker ligt dan op de bestaande kaarten was aange geven. Juist vóór het vertrek uit Timor Koepang waren de blauwdrukken van het nieuwe minuutblad aan boord ge komen. Vanwege personeelsgebrek had Ge zaghebber Staudenmayer aan dek slechts 2de Officier Kuys en 3de Offi cier Pieterse. Beide mannen waren, ofschoon nog zeer jong, betrouwbare en waakzame zeelui. Zoals gebruike lijk liep de Gezaghebber met de derde samen wacht. Om 12 uur 's nachts, toen ogm 2 Kuys op de brug kwam om de hondenwacht over te nemen, was het beestenweer; stortregens ontnamen elk zicht. Hevige Het s.s. "Snip" van de Gouvernementsmarine. winden zorgden voor golven van res pectabele hoogten. De Gezaghebber werd om 10 minuten vóór vier gewekt voor de dagwacht met ogm 3 Pieterse. Juist toen hij broek en jas had aange trokken onderging het schip een zo danig hevige stoot dat Staudenmayer tegen het dek sloeg. Zoals later bleek werd Colijn uit zijn couchet geslingerd. De Gezaghebber vloog naar de brug en kon nog net waarnemen, dat de stoomsloep, de barkas en de vlet door de hoge zeeën uit de davids werden geslagen. Het bleek dat het s.s. "Snip" was gestrand op slechts 80 meter uit de kust. Het schip lag met de voorsteven ongeveer 20 meter op het kustrif. De machtig hoge golven, die onafgebroken op het achterschip beukten en het opkomende water schoven het s.s. "Snip" verder het rif op tot het vaartuig tussen machine kamer en ketelruim muurvast op een koraalrotspunt kwam te zitten 30 meter uit de kust). De gehele equipage verzamelde zich op het voorschip, op een kluitje bijeen op het ankerspil, geregeld bespoeld door schuivers water, die van achteren overkwamen. De branding sloeg daar bij de opbouw, de trappen en de brug kort en klein; het1 achterschip was onbegaanbaar. Door de jonker, ogm 3 Pieterse, werd ondanks thet beestenweer (het water viel met bakken uit de hemel) en de duisternis direkt een poging gedaan om met de wal verbinding te krijgen door met een op de "Snip" gevierde lijn om zijn middel al zwemmende de wal te bereiken; het was echter vruch teloos; Pieterse werd steeds weer door het zeewaarts zuigende water van de branding teruggeslagen. Ook toen Colijn 100,uitloofde voor de schepeling, die de wal wist te berei ken, waarna diverse pogingen in die richting werden gedaan, moest men zich inbinden en het daglicht afwach ten. Tegen half 6 in de vroege morgen, toen ook de regen ietwat was vermin derd en de hoge kust van Soembawa werd waargenomen gelukte het de Sa- voenese matroos Riwoe Ngoeroe de wal te bereiken. In allerijl werd aan de aan hem gebonden lijn een dikke tros gebonden en door Riwoe Ngoeroe kustwaarts getrokken. Het einde van de tros werd stevig aan een vooruit stekende rotspunt gebonden. Toen werden op de voor zeelui bekende wijze met een lopend blok en broeking alle opvarenden naar de kust gebracht. Eén van de eersten was adviseur Co lijn. Door de weersomstandigheden had men de tros niet stijf genoeg kun nen doorhalen, waardoor bij het naar de kust brengen de mensen meer on der dan boven water naar de wal wer den gesleurd. Ongeveer in het midden van de tros werd Colijn door een me ters hoge golf uit de broeking gesla gen en leerde hij noodgedwongen wat duiken was. Gelukkig hield het veilig heidslijntje zich en via dit lijntje onder

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 30