Reisbureau Holwerda B.V. Reisbureau Holwerda B.V. organiseert groepsreizen Loosduinsekade 497 - Den Haag - Tel. 070 - 46 89 50 of 070 - 46 89 51 POEKOEL TEROES POT OP 9-9-1978 NAAR JAKARTA OP 1-10-1978 NAAR JAKARTA OP 30-11-1978 NAAR SYDNEY OF MELBOURNE OP 17-12-1978 NAAR JAKARTA Wie van U gaat mee Bei ons geheel vrijblijvend op en informeer naar de passagekosten. Als één van deze dagen U niet bevalt, informeer dan naar alternatieve data. dichtst bij genoemde kampong werkte, was het begrijpelijk dat wij af en toe vlagen van nieuwsberichten opvingen. Met behulp van twee vrienden, de toenmalige ritmeester de longh en de 1e Luitenant Kardoes, wist ik zo te ma noeuvreren dat ik het dichtst bij de ka- wat, en dus ook bij het radiogeluid, kwam te corveeën. De nieuwsberich ten, in de bahasa Indonesia, kon ik daardoor in grote lijn volgen. Veel ontging mij echter, als het geluid door verkeerde windrichting, verloren ging. Op een dag hing een jonge vrouw wasgoed aan lijnen, dicht bij het, niet door gedek, of anderszins, gescheiden prikkeldraad. Ik durfde het aan haar te vragen of de radio iets harder aange zet kon worden. Ze ging het kampong huisje in. En inderdaad, het geluid werd sterker! Toen de vrouw verder ging met het ophangen van de was en vroeg of het zo beter was, durfde ik pas naar haar te kijken. Het bleek een jonge vrouw van cirGa 23 jaar te zijn, heel mooi en charmant. Een, om zo te noemen, arabisch type, "koelit langsep". Los van deze uiter lijke aantrekkelijkheden, bleek ze ook Nederlands te spreken en, wat voor mij zeer belangrijk was, gezien het risico van rampzalige gevolgen: betrouwbaar. Dat bleek in de dagen, die daarna kwa men. Als er een Japanse soldaat in de buurt was, hing ze de was zover moge lijk van 't kamp. Als het in de kampong niet veilig was, stond de radio normaal aan en hing er geen was. Af en toe gaf ze me zelfs, zo kort mogelijk, de inhoud van nieuwsberichten door. Of vond ik, in het zand, tussen de gando- lanplanten een uitgescheurd kranten stukje. Na de bevrijding heb ik haar en haar familie opgezocht Maar zover was het nog niet. Op een ochtend, juist toen ik bezig was, om slachtig, d.w.z. door het plukken van bruikbare spinazieblaadjes eri het on nodig, prikken van gaatjes, met mijn bamboestokje, in het zand, me naar de afscheiding te bewegen, hoorde ik een stem achter me. De eigenaar van deze stem kwam op zijn hurken naast me zitten. Het bleek Max te zijn. Nor maal zat hij in één of andere kamp ploeg; als ik me goed herinner, het keukencorvé. Te verwonderen was dus niet dat ik wat verbaasd was. Max ver telde mij dat zijn vader de sultan van Pontianak was. Dat wist ik al. En dat zijn moeder een Arabische was, van Engelse afkomst. Hetgeen ik niet wist. Voor mij niet zo interessant, omdat ik gespannen het komen van mijn vrou welijke contactpersoon in de gaten hield. Wat hij daarna zei trok wel mijn aandacht. Hij vroeg namelijk of ik aan de vrouw, die volgens Max een Ara bische was, voor hem een boodschap wilde doorgeven. Hierbij moest dan wel worden aangegeven dat Max Arabische relaties had. De mededeling was be stemd voor Max' vrouw die in BataviS zou zitten. Inderdaad bleek mijn con tactpersoon, nadat ik haar voorzichtig het één en ander had uitgelegd, bereid dit te doen. Naar ik nader hoorde, met succes. De tijd heeft bewezen dat ook in dit geval, de vrouw volkomen be trouwbaar was. Door de interventie van de zg. com- postploeg, in het Struiswijkkamp, werd helaas het contact met de sympahieke "Arabische" verbroken. Tijdens mijn bezoek aan haar, naderhand, bleek ze een Indonesische te zijn, die Neder lands onderwijs had gevolgd. Haar mo tief om te helpen was dat ze vaak de gesprekken van de Nederlandse krijgsgevangenen had kunnen volgen. Zij had het moreel willen steunen, door het radiotoestel aan te zetten als die in de kamptuinen werkten. Mijn laatste ontmoeting met Mozes viel in 1946. Op Noordwijk, in Batavia, moest ik op één der hoofdkwartieren zijn. De trap opgaande kwam de luitenant-kolonel Alkadrie juist de trap af. Zoals bij het KNIL gebruikelijk bracht ik de militaire groet en stopte daarbij even. Prompt kwam Max joviaal op mij af en zei daar bij de, voor mij althans, historische woorden: "Schei toch uit man, mijn rang heb ik aan de politiek te danken. Daar kunnen jij en ik niets aan doen. Wij zijn toch oude sobats. En vriend schap staat daar toch boven. Dus geen overste, maar Max." Kijk en dat ty peerde nu Max. Naderhand ben ik hem nog een paar keer op andere, plaatsen tegengekomen. Steeds dezelfde per soonlijkheid. Een eenvoudig, trouwhar tig man. Het leven gaat door en de tijd verstrijkt snel. Je hoort en leest van zijn op komst. Ook nadat ik in 1948 in Neder land kwam, toen de 1e politionele ac tie een feit was en ik, o.m gezondheids redenen naar het Moederland werd af gevoerd. Zo wist ik van zijn bevorde ring tot generaal-majoor bij het KNIL en de verbondenheid met het Koninklij ke Huis. Naderhand ook de afgang, zelfs tot ge vangenisstraf toe. Dubbel hard voor hem die reeds de krijgsgevangenschap heeft gekend. Je hoorde dat hij, in late re jaren, in Den Haag was geweest. Via omwegen kreeg je deze berichten. Maar zelf ontmoette je hem niet meer. Dan komt, als een donderslag bij hel dere hemel, het overlijdensbericht van Sultan Hamid II van Pontianak. De schok komt goed aan. Want er over leed niet een Indonesische sultan, er gens in het Verre Oosten. Neen, er werd een herinnering ten grave gedra gen. Een beeld van een goed uitziende, charmante man, die eens als een wat bravoure-teener met je zusjes wilde kennismaken. In de Stadstuin in Ban doeng. Een gewone jongen, die één klasse hoger dan ik, de HBS bezocht. Maar die toen nog door velen werd ge noemd: Mozes. Dat hij in vrede moge rusten. ELS Ons reservefonds voor moeilijke da gen Moesson wil geen subsidie. Het wil voortbestaan alleen als U dat wilt. Met uw steun poekelen wij teroes I giro 6685 t.n.v. Ind. Tijdschrift Moesson Hieronder laten wij, onder hartelijke dank zegging aan alle schenkers, de verant woording volgen van de giften die zijn binnengekomen voor het reservefonds voor Moesson over Mei 1978. A. A. 25,A. Ahrens 6,A. Burg 10,-; W. Boverhof 25,J. de Bruyn Sr. 25, J. Ch. Boermeester 10,R. A. Bieri 10, L. de la Croix 10,K. S v. Dalm-v. Loon 7,50; Mevr. H. G. v. Doornum 5,Mevr. I. X. de Graaff 20,Mevr. C. E. Hoekstra II,50; W. Hazenberg-Verbeet 20,Th. H. Kempff 8,50; R. Mariouw 20,Mevr. B. M. Naberman 10,H. F. Pereira 10,A. Persijn 6,-M. W. Roobel-Popp 10, Mej. Rosenquist 25,A. Sengalrayan 87,50; M. Sirag-Nobel 15,A. v. Veltho- ven-Grave 10,Mevr. G. J. B. Vroomen 2,50; F. E. C. de Vries 5,M. Veenhuizen 14,N. H. Wichers-Bleckmann 10,J. Willemsen-Sterckx 10,A. Young-de Vries 28,45; E. A. P. Ziesel-Schmidhamer 25, Binnengekomen in Mei 1978 totaal f 481,95 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 17