5£er Inner incj en 5^et/U (IV)
19
VAN EEN CONCERT EN LEGE FLESJES.
(Vervolg: "Brieven over")
TJEMPLANG OF GEKRUID?
"Het is mij opgevallen, dat de kranten,
boeken, TV en radio veel buitenlandse
woorden gebruiken en ik vraag mij
af waarvoor dit nodig is, waar er
goede en zuivere Hollandse woorden
voor in de plaats gebruikt kunnen wor
den.
In Moesson vond ik o.a.:
never mind, coüte que coüte, über
haupt, run, so wie so, béte noire, oeu
vre, unheimisch, last but not least en ik
vraag mij af of dit nu werkelijk nodig
is. Vertonen de gebruikers niet de
neiging om met hun kennis te koop te
lopen?
En zou het niet beter zijn om er Hol
landse vertalingen bij te voegen? Niet
een ieder kent Frans, Duits of Engels,
nietwaar?
Bij 9 van de tien Bahasa woorden
wordt er de Hollandse vertaling bijge
daan, dus waarom niet van de drie
hierboven genoemde buitenlandse ta
len?"
Ch. RAVENS WA AY
In Moesson schrijven wij - redactie en
lezers - zoals het ons het prettigst
ligt. Zoals we praten en denken en
zoals we in de meeste gevallen ook
zijn: Nederlands met een tjampoer
adoek van vele nationaliteiten. Als we
zouden muggeziften op "zuiver Neder
lands" dan krijgt ons blad dat onper
soonlijke dat vele literaire Nederlandse
tijdschriften eigen is. Het bijvoegen van
een vertaling bij zulke gewone uitdruk
kingen als u noemt zou niet alleen
absurd, maar zelfs ietwat beledigend
staan. "Never mind (doet er niet toe)
als je coüte que coüte (koste wat kost)
gelijk wilt hebben, dan vind ik je een
enorme tollol (stommeling!)" Dat lijkt
natuurlijk nergens op!
Het komt wel eens voor, dat we een
artikel krijgen van iemand die er op uit
is, zijn grote belezenheid en geleerd
heid te spuien. Een aaneenschakeling
van citaten uit essays (opstellen) ge
dichten in Frans, Duits, Engels en
liefst nog Latijn erbij, maar zo'n staaltje
van showing off (te koop lopen) heb
ben we al gauw door en dergelijke
kopij vindt u dan ook beslist niet in
Moesson.
Het is goed te bedenken, dat een
groot aantal van onze lezers, over de
gehele wereld verspreid, in Engels,
Frans, Spaans, Portugees, Scandina
visch en Indonesisch taalgebied wo
nen. Al jaren lang. En dat er toch uit
stekend Nederlands geschreven wordt.
Mogen wij dan alstublieft zo tolerant
zijn die paar "vreemde" uitdrukkingen
die overigens zo in onze taal zijn op
genomen, door de vingers te zien?
Het is beslist fout om onze (ik bedoel
van Indische mensen) kennis van
vreemde talen te onderschatten en
die van de Nederlanders te overschat
ten. Nederlanders laten zich graag de
reputatie aanwrijven dat zij zulke po
lyglotten (vele talen sprekenden) zijn.
Radio en televisie hebben ons wel an-
Op de lange zolder boven de dubbele
rij leslokalen achter het hoofdgebouw
van de KWIII-school lag de compagnie
het zalige middagdutje te slapen. De
aardappelpoeder met wat bruinge-
kleurde groente en overgoten met een
groenkleurige olie had iedereen weer
eens gevloerd.
Niet omdat men zich aan deze oneet
bare substantie had vergrepen en vol
daan de ogen sloot. Dat voldaan zijn
kenden we al enige weken niet meer.
We sloten de ogen na deze walgelijke
hap bekeken te hebben om hopelijk in
een droom te verzinken die je bij een of
andere Chinees op Pasar Baroe bracht
waar je een heerlijke rijsttafel voorge
schoteld zou worden. Aan het geknor
en gesmak van sommigen te horen zou
je haast gaan geloven in dromen.
En toch moest je het aan het eind van
de maand hebben van het dromen over
lekker eten, want aardappelpoeder en
zuur brood met ingebakken mieren
helpen je gauw door je soldij heen en
de Chinees aan meer lach op z'n qe-
zicht.
En wat voert een soldaat zonder één
cent op zak en een hongerig gevoel in
z'n maag in zijn schild? Juist. "Het
slechte pad".
Mijn slechte pad en dat van een sobat
voerde op een heerlijke avond naar de
Schouwburg. We troffen het bijzonder.
Op de schuin tegen de pilaren gezette
affiches lazen we de groot aange
brachte letters van het woord concert.
Dat betekende voor ons dat er een pu
bliek zou komen dat iets te verteren
had. Maar, hoe naar binnen te komen?
De gouden tijd van: militairen vrij toe
gang was voorbij.
We hoopten en rekenden er een beetje
op dat ze in Indië het goede voorbeeld
uit het vaderland hadden opgevolgd
door de nooduitgangen open te hou
den. Het was voor ons de enige nood-
ingang. Bij het geluid van de eerste
gong probeerden we van de nooduit
gang een deugd te maken. Het lukte.
We stonden in de schouwburg. Welis
waar niet in de zaal maar in een lang
ders laten horen en zien! De meest
eenvoudige Franse en Engelse woor
den zijn de man-in-the-street (de ge
wone man) volkomen vreemd en ik heb
nog geen enkele hoge autoriteit met
een dragelijke uitspraak van Engels en
Frans gehoord. (Prins Bernhard als uit
zondering!) Steekproeven zullen be
wijzen dat daarentegen bij de door
snee Indischman, de op school geleer
de lessen in de moderne talen er ge
heid in zijn blijven zitten. Gewoon een
kwestie van beter onderwijs daar en
serieuzere leerlingen toen. En met die
kennis proberen we ons in Moesson
verstaan- en leesbaar te maken. Simple
en smal vertrek links naast de zaal
waar, zo later in de pauze zou blijken,
ons werkterrein lag.
Om ons tot de pauze te vermaken
slopen we op de tenen achterin de
zaal naar binnen en plaatsten ons als
geroutineerde concertgangers op de
achterste rij op de nog vrije zitplaat
sen. In de zaal zag ik heel wat hogere
collega's zitten, enkelen waren zelfs
héél hoog.
Boven het lawaai uit dat de mensen
op het concertpodium de zaai inbliezen
fluisterde ik tegen m'n sobat, wijzend
naar de hogere collega's: "Zouden die
ook lege limonadeflesjes komen ste
len?" "Geloof dat maar niet. Als die
stelen pikken ze heus wel volle flesjes
mee", fluisterde de mensenkenner te
rug.
Tot de pauze, duurde een eeuwigheid
voor me. Het lag niet aan de muziek.
Dat bleek wel uit het uitbundig ap
plaus dat geschonken werd aan de
muzikanten. Nee, het lag aan mij. Ik
heb het juiste gevoel voor goede mu
ziek niet in me, weer zoiets dat de Lie
ve Heer niet bij me ingebouwd heeft.
Opgelucht en dankbaar voor de stilte
van de pauze volgde ik m'n sobat naar
de foyer, allebei de meegebrachte tas
open in de hand waar tien achteloos
neergezette lege flesjes in verdwenen.
Voor ons zat het concert er op.
Met de buit verlieten we met een
noodgang door de nooduitgang de
schouwburg. Pakten een "alleen voor
EM-lift" naar de KWIII-school en le
verden daar in de kantine onze lege
flesjes in tegen een gulden statiegeld.
Vervolgens met de gulden op zak lif
tend naar Marine Cantine op Noord-
wijk waar de gulden een heerlijke por
tie nasi goreng waard was.
Maar het gekke was dat ik me na die
heerlijke nasi goreng toch niet senang
voelde. Er lag me iets zwaar op de
maag. Gelukkig ontdekte ik vrij snel
wat er aan haperde.
Lege flesjes stelen en goede muziek
is te zware kost voor me.
J. BLOKKER
comme bonjour (zo simpel als het
maar kan) ook al moeten we het niet
al te bont maken!
Last but not least (lest best); voor wie
die overbekende uitdrukkingen en
woorden nog een belemmering zijn:
niemand kan te oud en mag te lui zijn
om wat te leren!
red. Moesson