luis
Rini Carpentier Alting
DE DANKBAARHEID
VAN EEN HOND
Casa Koetjing (VII)
Lieve Hannie,
Geweldig zeg, dat stukje spekkoek
weer, ongelooflijk zo goed als die weer
was, en dat zo maar midden in het jaar,
niet eens voor Kerstmis Heel harte
lijk dank voor alles. Hier alles best, al
leen heel erg druk met rissen logees
en er tussendoor trachten we het on
kruid de baas te blijven. Het stond nu
echt manshoog, zo erg was het dat we
Pepe lieten komen, die er drie dagen
over heeft gedaan om het weg te maai
en. Pepe, toch al niet dik, met een zeer
markante kop, en dan die zeis nog -
toen ik hem zo bezig zag, zag ik in
eens magere Hein voor me. Gelukkig
had hij een lichtblauw overhemd aan,
niet van die witte lakens om zich heen,
en de zandloper stond gewoon in de
keuken, we hoefden ons dus nergens
ongerust over te maken.
Dit keer kan ik je geen lang verhaal
sturen, maar wel het sangria recept
waar je om vroeg, en zo kunnen jullie
ook fijn koel en vrolijk de zomer trot
seren, voor het geval die er toch eens
aan mocht komen.
Wat ik óók nog tegenkwam, heel cu
rieus, is een recept van Gevulde Rol-
koek, 'die op de Roode-Kruis-avond ten
Gouveneurshuize zoo in den smaak
viel.' (komt uit Semarang dus, maar
welke Gouverneur er toen zetelde weet
ik niet.)
Eerst de Sangria, heel echt hoor I Fa
milierecept.
1 liter rode wijn, '/2 liter champagne
(geen dure), 1 sinaasappel in schijven,
1 citroen in schijven, 2 lepels suiker,
1 borrelglas cognac, 1 borrelglas
grandmarnier of kirsch, 1 borrelglas
cointrau, ijsblokjes, glazen kan en 1
houten roerlepel. Alles in die kan gie
ten en stoppen, laten intrekken, koud
serveren na omgeroerd te hebben met
die lepel.
Na het oprollen wordt de koek met het
deegrolletje van versiersels voorzien
en met eigeel bestreken en in een he
te over gebakken.
Vulsel: 200 gram met kokend water
overgoten, geschilde en gesneden
amandels, 200 gram krenten, 200 gram
suiker, een beetje vanille.
Wanneer men het boven aangegeven
deeg, voordat men het in de ijskast
legt, slaat (op een houten plank) wordt
het nog veel zachter.
Zie hier, wat een verrukkelijke zalig-
Ma I lore a i
Gevulde Rolkoek van de gouverneurse.
Pond boter of margarine, 1 kopje
room (hiervoor kan de room van de
overtollige melk opgespaard worden),
(u ziet het, er werd ook toen niets
over de balk gesmeten-R 1 pond ge
zeefd meel, 1 ei 2 Indische eieren,
worden tot een deeg gekneed en ge
durende een nacht in de ijskast ge
laten. Dan deelt men het deeg in 4
delen, rolt deel voor deel uit, smeert
elk deel met gesmolten boter, geeft
het volgende vulsel en rolt de koek op.
heden, jammer dat ik nu geen tijd meer
heb, anders zou ik het meteen gaan
maken - alleen moet ik eerst de room
gaan opsparen, daar had ik niet aan
gedacht.
Lieve mensen, succes met dit alles,
vertel me eens hoe het allemaal is ge
worden. O, ja, voorlopig géén spek
koeken meer, er moet aan de lijn ge
werkt worden. En de mattenkloppers
zullen het de rest van mijn leven ook
nog wel uithouden. Dag I
RINI.
NiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
Algemeen bekend is het verhaal, dat
Ulysses na zijn omzwervingen thuis
kwam als bedelaar vermomd en dat
de enige die hem herkende zijn inmid
dels afgeleefde en blind geworden
hond was.
Of dit verhaal historisch is, staat ner
gens vermeld. Wel echter bewijst het
- zoals zoveel andere - dat het ge
heugen van een hond fenomenaal is!
Dat heb ik persoonlijk ondervonden.
De feiten dateren van vijf jaar terug,
kort voor we in 1973 Curagao verlie
ten, en vier jaar wegbleven.
Onze negervriend Cola Martha (se
dertdien overleden) had een hond, die,
hoewel een reu, Lassie werd genoemd.
Zoals alle honden van de mensen van
het platteland hier op Curagao, was
het beest schuw. En bijtlustig boven
dien. Dat laatste kwam omdat hij over
dag steeds aan de ketting lag in de
schamele schaduw van een schraal
boompje. Toch slaagde ik er in om
met het dier op goede voet te komen.
Tot grote verwondering van Cola kon
ik met Lassie alles doen. En Cola
dacht, dat ik ook alle ziekten van
honden kende.
"Lassie", zei hij op een keer, "is ziek.
Hoor je hem hoesten? Hij heeft een
kluif in zijn keel. Kun je iets voor hem
doen?" Mijn antwoord was: "Ik niet,
maar dokter Gorsira, de dierenarts,
wel. Geef hem maar aan die dokter,
dan haalt hij de kluif er wel uit".
Cola schudde het hoofd. Hij verklaar
de dat dit niet ging omdat hij geen
auto had pn geen geld. "Goed", zei
ik, "dan breng ik hem bij de dokter".
En zo ging Lassie met me mee. En
werd door dokter Gorsira onderzocht.
Hij verdoofde de hond met een prik
in de rechter voorpoot en tastte de
keel af. Dit onderzoek duurde vrij
lang, maar tenslotte verklaarde hij:
"Dat beest heeft geen kluif in zijn
keel, maar hoest zo omdat hij voort
durend aan de ketting trekt. Is dat uw
hond?" Ik antwoordde: "Neen, van
iemand in de koenoekoe (platteland),
die niet bij u kan komen, omdat hij u
de vijf gulden die u mij vraagt niet
kan betalen." De dokter schudde het
hoofd. "Ach wat", zei hij. "Als hij niet
kan betalen behandel ik de hond gra
tis". En hij ging voort: "Neem het
beest mee naar huis en hou het daar
tot morgenmiddag. Intussen haalt u
deze medicijn bij de botica (apotheek).
En zeg uw vriend, dat hij het dier drie
maal per dag een eetlepel van de me
dicijn moet geven en niet meer aan de
ketting leggen".
En zo gebeurde het ook. Vanaf die tijd
is Lassie niet meer aan de ketting ge
legd. Wij verlieten Curagao kort daar
na en bleven vier jaar weg. Terug op
Curagao, zocht ik oude kennissen in de
stad en de koenoekoe op. Bij Cola's
weduwe informeerde ik naar Lassie,
die me, na de behandeling door dokter
Gorsira, altijd uitbundig begroette, wat
Cola deed zeggen: "Hij wéét wie hem
genezen heeft".
Maar op mijn vraag waar Lassie was,
antwoordde Cola's weduwe: "Die is
naar Frits gegaan". Dit verbaasde mij.
"Waarom heb je hem weggegeven?"
vroeg ik. Haar antwoord was: "Lassie
is een wijze hond. Hij wist dat hij bij
Frits, die het veel beter heeft dan wij,
meer eten zou krijgen. Daarom is hij
daar heen gegaan en er gebleven".
En dus ging ik een poosje later naar
de overkant van de weg, naar het huis
van de welgestelde Frits en vroeg hem
waar Lassie was. "Ah, Lassieton (Las-
sietje) zei hij, "die is hier. Wil je hem
zien?" Ik antwoordde bevestigend.
Frits haalde Lassie en bracht hem bij
me. De hond was in het begin wan
trouwig, maar nadat hij mij had be
snuffeld, veranderde hij volkomen. Hij
sprong tegen me op en holde door de
tuin, telkens terugkomend. Hij was in
één woord door het dolle heen!
Frits schudde glimlachend het hoofd.
"Honden zijn dankbaarder dan men
sen", zei hij. "Kijk dat beest eens
rondrennen! Dat doet hij anders nooit!
Nu wel omdat jij gekomen bent. Hij
wéét wie hem genezen heeft".
(lees verder volgende pagina, onderaan)
28