KLOPPENBURG
EINDELIJK
19
die men voor zijne oogen ziet aan
richten, maakt dat men zich moeijelijk
rekenschap geven kan van hetgeen
men aanschouwt. De beste vergelijking
is met eene plotselinge verandering
van decoratie, die in feeëriën ge
schiedt door den toverstaf eener fee,
maar op eene kolossale schaal en met
het bewustzijn dat het werkelijkheid is
wat men ziet dat er duizenden men-
schen zijn omgekomen in een ondenk
baar oogenblik, dat eene verwoesting
zonder wederga is aangericht erv dat de
waarnemer zich in dreigend levens
gevaar bevindt. Als men al deze dingen
samenvat, kan men wellicht den in
druk weergeven, die zulk een natuur-
tooneel maakt, maar men blijft dan
toch nog beneden de werkelijkheid.
Zoo had dan de "Loudon" eene zee
beving doorstaan, die Telok Betoeng
verwoest had. Daar het telegraafkan
toor aldaar eveneens verdwenen was,
zou het wellicht lang duren voordat
men op Java tijding had van de ramp,
die Telok Betoeng getroffen had, te
meer daar verondersteld kon worden,
dat de telegraafkabel, die van Anjer
naar Telok Betoeng loopt, gebroken
was. De gezagvoerder besloot dus
naar Anjer terug te varen, ten einde
aldaar te rapporteeren.
Waren alle aanwezigen op de "Lou
don" aan levensgevaar blootgesteld
geweest, zeker in de eerste plaats de
passagiers, die voor Telok Betoeng
bestemd waren, doch die, doordat er
geen verkeer met den wal te verkrij
gen was, niet geland waren. Gewoon
lijk wordt Anjer niet aangedaan, doch
wijl aldaar de koelies aan boord zou
den komen, was er via Anjer ge
stoomd. Aan dit toeval hebben de
passagiers voor Telok Betoeng hun
behoud te danken. De "Loudon" was
anders eenige uren vroeger op de
reede van Telok Betoeng aangekomen,
er zou dan zeker nog verkeer met den
wal geweest zijn, de passagiers zou
den geland zijn en een zekeren dood
hebben gevonden.
Wij stoomden intusschen op, hadden
weldra de reede van Telok Betoeng
uit het oog verloren en hoopten
spoedig uit de Lampongbaai te zijn.
Maar zoo gemakkelijk zouden wij er
niet van af komen. Het werd hoe lan
ger hoe duisterder, zoodat reeds om
tien uur des morgens de meest Egyp
tische duisternis heerschte. Deze duis
ternis was volslagen. Meestal toch,
zelfs in een donkere nacht, kan men
nog eenige omtrekken, b.v. van witte
voorwerpen onderscheiden. Doch hier
heerschte eene volkomen afwezigheid
van licht. De zon klom hooger en hoo-
ger, doch geen harer stralen bereikte
ons. Zelfs aan de kim zag men niet
het minste licht, terwijl geen ster aan
den hemel verscheen. Deze duisternis
heeft 18 uren aangehouden. Het
spreekt van zelf dat de "Loudon" ge
durende dezen poolschen nacht in de
baai moest blijven overwinteren. In
tusschen viel er eene dichte regen van
modder, die het dek meer dan een
Het Indische Kruidenboek van Me
vrouw J. Kloppenburg-Versteegh is
in herdruk en wordt binnenkort in
de boekhandel verwacht. Boek plus
ingebonden atlas kosten f 100,
compleet.
Heeft U het al besteld
Deze herdruk van het Indische Kruiden
boek van Mevrouw Kloppenburg-Versteegh
zal het meest verkochte kruidenboek wor
den van de laatste tijd!
Voor wie het bedrag wat hoog is: U kunt
nu reeds erop intekenen en maandelijks
een termijn van f 20,storten. Wij sturen
U 5 girokaarten toe. Tegelijk met de toe
zending van het boek ontvangt U nog een
acceptgiro voor de verzendkosten. Met
de laatste termijn heeft U Kloppenburg
weer op de plank. Een bezit voor het
leven. Een GEZOND leven hopen we
TE BESTELLEN BIJ
BOEKHANDEL MOESSON
halve meter diep bedekte en overal
indrong, en vooral hinderlijk was voor
de bemanning, wier oogen, ooren,
neus letterlijk gevuld werden met een
materiaal, dat de ademhaling bemoeij-
elijkte. Nu en dan viel er weer asch en
puimsteen. Het compas vertoonde de
vreemdste afwijkingen. Felle zeestroo-
mingen werden waargenomen in uit-
eenloopende richtingen. De barome
terstand was intusschen buitenge
woon hoog, wat zeker moeijelijk te
verklaren is. De ademhaling werd ech
ter niet alleen bemoeijelijkt door de
asch, modder en puimsteendeelen,
maar de dampkringlucht zelve had
eene wijziging ondergaan. Eene hel-
sche lucht van zwaveligzuur verspreid
de zich. Sommigen gevoelden suizin
gen in de ooren, anderen een gevoel
van drukking op de borst en slaperig
heid.
Kortom, de toestand liet iets te wen-
schen over, daar het vrij natuurlijk zou
geweest zijn, als wij allen gestikt wa
ren.
Doch aan geheel andere gevaren
was de "Loudon" blootgesteld. Toen
de duisternis eenigen tijd was inge
vallen werd de zee onstuimig. De
wind stak hevig op en groeide aan tot
een vliegende orkaan. Daarop volgde
een reeks van zeebevingen. Deze
openbaarden zich door zeer hooge
zeeën die plotseling opkwamen. Eeni
ge daarvan kreeg de "Loudon" dwars
scheeps, zoodat zij werd opgenomen
en zoodanig op zij helde, dat het ge
vaar dreigde, dat zij zou kapseizen.
Het schip maakte dan bewegingen, dat
alles door elkaar rolde en men zich
verbeeldde in de Golf van Biscaye te
zijn. Verder sloeg tijdens die bevingen
de bliksem tot zeven malen toe in de
mast, en bewoog zich eerst langs den
afleider, om daarna nog boven het
schip met een demonisch knetterend
geluid in het water over te slaan. Op
zulk een oogenblik was alles plotse
ling helder verlicht, en men zag, dat
alles aschgrauw van tint was gewor
den door den modderregen, zoodat
men onwillekeurig aan een spookschip
dacht.
De brandspuiten stonden op het dek
gereed, daar er alle kans was, dat het
schip in brand vloog. Het is bepaald te
verwonderen, dat dit niet gebeurd is,
evenzeer als het mij verbaast, dat de
"Loudon" deze zeeën heeft kunnen
doorstaan. Steeds was er stoom op en
stoomde zij langzaam achter de beide
ankers aan.
Behalve bliksem en donder kon er nog
een electrisch verschijnsel worden op
gemerkt. Op de uitstekende punten
van mast en stengen gingen vlamme
tjes heen en weder. De inlanders heb
ben het bijgeloof, dat dit St. Elmus-
vuur de voorbode is van het vergaan
van het schip. Vandaar, dat, zoo
spoedig zich een vlammetje vertoonde,
al was het ook hoog in het tuig, de
inlandsche matrozen in het want klau
terden om het uit te dooven en zoo
deze ongeluksboden te verdrijven.
Hoewel de modderregen het touw
werk glibberig had gemaakt en on
danks het gevaar bij de ontzettende
slingeringen, die het schip maakte,
vlogen zij naar boven en sloegen op
de vlammen, die echter tot hunne wan
hoop niet uitdoofden, doch zich ver
plaatsten.
Dit waren uren, die men niet ligt ver
geet. Na elke zeebeving heerscnte er
eene verbaasde stilte en kalmte in de
zee, ook de modderregen hield dan
tijdelijk op. Deze kalmte was nog on
rustbarender dan de orkaan. Men
hoorde dan aanhoudend het hulpge
schreeuw van de kettingjongens en
koelies in het voorschip, hun La lllah,
ill' Allah, het gebed tot den God van
de Islam.
Hulde aan den kok, die ondanks alle
zeebevingen er toch in geslaagd is
eten te koken. Natuurlijk had alles de
couleur locale, dat wil zeggen, dat
de spijzen niet vrij waren van asch,
modder en puimsteen, maar toch:
een diner was er.
Zelden is de morgenstond met meer
vreugde begroet dan aan boord van
de "Loudon" op den 28sten Augustus.
Des nachts tegen vier uur, toen wij vol
le 18 uur in de duisternis hadden door
gebracht, werd aan de kim eenig
flauw licht waargenomen, een schijntje
van de maan brak door en de lucht
was minder drukkend. Het werd lich
ter en de zon was weder te zien, er
was dus kans om uit de baai te ko
men. Er viel nog wel wat puimsteen en
asch, maar er was tenminste licht. De
Sumatrawal was dichtbij. De kust zag
er allertreurigst uit. Alles kaal, de
boomen door het gewicht van asch en
modder omgevallen of door de golven
der zeebevingen medegenomen. De
zee was overal bedekt met puimsteen
en drijfhout en verder in de richting van
Poeloe Tiga was de ingang van de
baai afgesloten door gansche eilanden
van puimsteen die als klippen in zee
uitstaken en eene verbinding vormden
tusschen Poeloe Tiga, Seboekoe en
de vaste wal.
(lees verder volgende pagina)