Wajang Purwa, het Javaanse Schaduwtoneel (II)
-
Eertijds werd wel eens de onvriendelijke opmerking gehoord dat "die inlandse
poppekast (doelend op de wajang voorstelling) in de kampong thuishoorde en
niet in fatsoenlijke europese kringen". Daargelaten wat men onder dit laatste
nu eigenlijk verstond toonden dergelijke opmerkingen een duidelijk gebrek aan
respect voor en kennis van de autochtone cultuur. Toegegeven, sommige dalangs
debiteerden bepaald scabreuse grappen als zij de Panakawan, de "clowns" ten
tonele voerden. Dat echter is geen maatstaaf om een cultuurbeeld naar te be
oordelen, evenmin als het mogelijk is om naar aanleiding van uit dorpse Jan-
Klazen-en-Katrijn-kasten opklinkend dronkemans gelal het hele westerse theater
te disqualificeren. Waarmee bepaald niet gezegd wil worden dat Wajang Purwa'
identiek is aan de Westerse poppekast. Integendeel, de poppenkast kan zelfs
niet in de schaduw staan van het Javaanse schimmenspel.
DE DALANG vermoedelijk herkomst
In deze tweede aflevering over de wa
jang purwa zullen we de figuur van de
Dalang belichten; U iets vertellen van
de hoedanigheden die hij in zich moet
verenigen, wat zijn plichten zijn en wat
hem beslist verboden is.
Etymologisch beschouwd wijst het
woord DALANG naar verschillende
stamwoorden. DA-LANG kan samenge
steld zijn uit de woorden WEDA
Heilige teksten, Wijsheid, en DIWU-
LANG onderricht geven. Een Dalang
zou dus oorspronkelijk een leermees
ter zijn. Een andere lezing zegt dat het
woord Dalang afkomstig is van het
woord NGANGLANG waken over,
beschermen; een beschermer van
geestelijke waarden dus. Beide uit
leggingen verschillen in wezen niet zo
heel veel van elkaar.
Sommige vergelijken de Dalang met
de Bestierder van de Kosmos. Hij im
mers is het, die de poppen tot leven
brengt en in de hand houdt; die be
schikt over leven en dood, over de ge
beurtenissen op het scherm. Anderen
zien in de Dalang het medium, de tus
senpersoon tussen het Opperwezen en
de wereld der mensen. Deze hoge
waarderinq van geestelijke en maat
schappelijke functie van de Dalang
wettigt de veronderstelling dat de Da
lang stamt uit priestergeslachten van
oud-Javaanse (pre Hindoe) tijden.
Het is duidelijk dat deze status de
Dalang onderwerpt aan stringente
voorschriften vastgelegd door de ho
ven van Java. Voorschriften die zeer
hoge eisen stellen aan de man die dit
beroep uitoefent.
Een van die eisen omvat de tech
nische kwaliteiten en begaafdheden
van de Wajang Purwa vertoner. Laten
we eerst dit aspect eens bekijken.
Daartoe geven we een korte uiteen
zetting van de opstelling van een Wa
jang Purwa "theater" (hier gaan we
in een latere aflevering dieper op in).
De dalang zit voor zijn scherm, boven
zijn hoofd de Blentjong of Wajang
lamp, links van hem de Kotak, de kist
waarin hij zijn poppen bergt, rechts
van hem het deksel van die kist. Ach
ter hem bevindt zich het Gamelan or
kest; alweer, afhankelijk van de welge-
gesteldheid van de gemeenschap een
eenvoudig of een groot orkest.
De Dalang heeft de leiding van de ge
hele manifestatie. Het orkest heeft
ook een leider - de Lurah Gending
(Gending compositie, .muziekstuk) -
die altijd de Kendangs, de trommen be
speelt. Deze Lurah Gending richt zich
bij Wajangvoorstellingen echter altijd
naar de aanwijzingen van de Dalang,
die dus "supervisor" is.
Dit houdt in, dat de Dalang volledig op
de hoogte moet zijn met de Gamelan-
muziek en daarin over dezelfde kennis
en bekwaamheden moet beschikken
als de Lurah Gending ("dirigent" in
westerse terminologie). De Dalang
moet dus in hoge mate muzikaal zijn.
Bovendien zal hij over een goede zang^
stem moeten beschikken aangezien hij
alle zangstukken voor zijn rekening
neemt. (Er bestaan opnamen, zowel op
band als op plaat van werkelijk indruk
wekkend mooie gezangen van beroem
de Javaanse Dalangs).,
De Dalang moet feilloos zijn composi
ties en gezangen uit het hoofd kennen
en alleen al dit onderdeel van zijn werk
vereist jarenlange studie.
Met alleen deze kwaliteiten is men
echter nog geen Dalang. Hiernaast
moet de Dalang nog in zich verenigd
hebben de hoogst mogelijke bekwaam
heid als psycholoog, regisseur, acteur,
dramaturg, voordrachtskunstenaar, hu
morist, entertainer, imitator, letterkun
dige en talenkenner. Daarbij dient hij
volledig op de hoogte te zijn met de
hof-etiquette, de mystiek-religieuze
handelingen en tenslotte beschikken
over een ijzersterke physiek, daar zijn
werk nu eenmaal meebrengt dat hij
onafgebroken bijna twaalf nachtelijke
uren voor het wajangscherm zit waarbij
het hem niet toegestaan is zich één
ogenblik te verwijderen. In het kort
samengevat: de goede Dalang moet
een duizendkunstenaar zijn. Aan geen
westerse kunstenaar worden dergelijke
eisen gesteld.
We noemden reeds even de voorschrif
ten voor de Dalang, zoals die aan de
Javaanse hoven werden vastgelegd.
Hieronder laten we in beknopte vorm
deze voorschriften volgen.
Vereiste kennis en bekwaamheid
1: De Dalang moet goed onderscheid
kunnen maken tussen de stemmen der
verschillende ten tonele gevoerde figu
ren. In hun spreekwijze moet duidelijk
verschil te horen zijn. Daartoe is niet
in de laatste plaats noodzakelijk de
kennis van de karakters der figuren.
2: De Dalang dient er zorg voor te
dragen dat handeling noch dialoog ver
velend en langdradig worden.
3: De Dalang moet zijn publiek kunnen
ontroeren en meeslepen in zijn spel:
bij hen medegevoel op kunnen wekken
voor zijn toneelfiguren en kunnen ver
tederen wanneer hij twee gelieven in
het toneelstuk tot elkaar doet spreken.
4: De Dalang mag de in de Lakön (het
verhaal) voorkomende samenspraken
en toelichtingen niet bekorten.
5: De Dalang moet over een spranke
lende humor beschikken opdat de toe-
(lees verder pagina 30)
27
In tegenstelling tot de afbeelding bij het vorige artikel over de wajang, hierbij een plaatje
van een zeer eenvoudige dorpswajang, opgebouwd uit een bamboe-raam, waartussen de
kelir is gespannen. De gedebok waarin de wajangpoppen zijn geprikt, bestaat uit een paar
verstgekapte pisangstammen.