NEDERLANDS-INDIË
want ik heb uw
vader gekend
Annemie Mac Gillavry
MEVROUW A. H. FÜHRI-MIEROP f
Op 9 augustus overleed in Den Haag
Mevrouw A. H. Führi-Mierop, die op
de dag waarop dit nummer van Moes
son verschijnt, 83 jaar zou zijn gewor
den. Zij was in de rumoerige jaren
voor en na de oorlog in Indië journa
liste, waarmee rekening werd gehou
den.
Haar levendige interesse voor alles
wat in en buiten haar eigen wereld
gebeurde, gevoegd bij een aangeboren
taal- en stijlgevoel deed haar na de
dood van haar man, die in de suiker
was, voor de journalistiek kiezen. In
Malang was zij verbonden aan "De
Malanger", later werd zij hoofdredactri
ce van de Djokja/Mataran Bode. In die
laatste functie was zij werkzaam toen
de oorlog uitbrak. In de fragile gestalte
huisde een militante geest, die haar
spoedig in aanraking bracht met de
beruchte Kempetai. Zij verdween ten
slotte in een van de Japanse kampen.
Na de oorlog werd zij medewerkster
bracht haar opnieuw in conflict met de
overheid. Nochtans bleef zij op haar
post zolang dat mogelijk was, om ten
slotte in Nederland te kunnen uitrus
ten na een zo werkzaam leven.
De omstandigheden voor de repatriant
in de vijftiger jaren waren echter van
dien aard, dat Mevrouw Führi het toch
niet kon laten met haar vaardige pen
een eigen visie te geven op vele za
ken. Voor "Onze Brug" (voorloper van
Tong-Tong) schreef zij nog vele artike
len, met het zwaartepunt op de Nieuw-
Guinea-kwestie. Tot aan haar laatste
levensjaren toe, lang nadat zij haar
schrijfmachine voorgoed gesloten had,
wilde zij weten wat er in de wereld
omging, erover lezen.
De immense hopen kranten, tijdschrif
ten en boeken, die zich tot aan haar
dood toe, om haar heen stapelden,
getuigden van deze belangstelling.
Een lid van de oude garde is heenge
gaan. Velen zullen zich haar blijven
herinneren als een bijzondere en strijd
vaardige vrouw. j(_(p
van de herleefde Regerings Voorlich
tingsdienst en toen het Nieuw Soera-
baiasch Handelsblad verscheen, hoofd
redactrice van dit blad met zijn in
drukwekkend verleden. De soeverei
niteitsoverdracht zinde haar niet en
"Bij het bestuderen van enkele schoolboeken bleek ons, dat er aan de geschie
denis van Nederlands-lndië te weinig aandacht wordt besteed", aldus de eerste
zinsnede van een 'verantwoording", waarmee een werkstuk begint van de
"Projectgroep Nederlands-lndië", bestaande uit studenten van de leraren-op-
leiding te Utrecht. Een vriendelijke lezer vestigde onze aandacht op de werk
groep en deze verplichtte ons door ons een exemplaar van wat men zou kunnen
noemen een leiddraad voor het onderwijs in de contemporiare geschiedenis toe
te zenden.
De verantwoording gaat verder: "Zelfs
bij een thema als het Kolonialisme
komt ons eigen koloniale verleden ui
terst summier te voorschijn. De ge
schiedenis van het kolonialisme is in
de schoolboeken voornamelijk de ge
schiedenis van de koloniën van Enge
land en Frankrijk. Wanneer er dan toch
enige aandacht aan Nederlands-lndië
wordt besteed, dan beperkt men zich
tot de periode na 1940". De samen
stellers bleek, dat er, althans voor de
MAVO-scholen, gebrek is aan bruik
baar leesmateriaal. Daarom deze bun
del van wat men zou kunnen noemen
capita selecta uit de geschiedenis van
Nederlands-lndië, ruwweg van de
eeuwwisseling tot het einde van het
Nederlands gezag. Daarbij komen de
aspecten Religie, Onderwijs en het
wederzijds beeld dat Nederlander en
Indonesiër van elkaar hadden en de
onderlinge sociale verhoudingen aan
de orde.
Wij hebben met belangstelling kennis
genomen van de door Lokje en Maar
ten Kuiper, Warner Hidden, Peter van
Houte, Ab Sikkelorum en Rob van
Veen samengestelde bundel. Het
spreekt vanzelf dat de genoemde on
derwerpen verre van uitmuntend zijn
behandeld. Dat zou niet alleen tech
nisch onmogelijk zijn geweest, maar
ook het bevattingsvermogen van de
MAVO-abituriënten verre te boven
zijn gegaan. Maar reeds het streven
naar een noodzakelijke uitbreiding van
de kennis van ons verleden valt te
waarderen. Al herhaaldelijk is in ons
blad gewezen op de vreemde situatie,
dat ons land afschoon drie eeuwen
lang het gezag uitoefenend over mil
joenenmassa in een land, zo groot als
half Europa, zich met een onverklaar
bare onverschilligheid heeft afgewend
van zijn voormalige koloniebehal
ve dan om het waarschuwend vinger
tje op te heffen wanneer de eigen re
gering van Indonesië niet handelt vol
gens de inzichten, die wij (of althans
een fractie van ons) gepast acht.
Dat de diverse bijdragen dus nogal
aan de oppervlakte blijven zal dus
niemand verbazen. Er is een oprechte
poging gedaan tot objectiviteit, of
schoon de positieve kanten van de
Nederlandse aanwezigheid juist na
1900 niet steeds tot hun recht komen.
De tekortkomingen vinden in ieder ge
val ruime bespreking. Wanneer een
enkele kritische opmerking op haar
plaats is ten aanzien van zulk loof-
waardig streven is het deze: in het
hoofdstuk over het onderwijs treffen
wij een Indonesisch slachtoffertje aan,
dat moeite heeft met het schrijven van
Nederlandsop de desaschool! In
datzelfde hoofdstuk is de ombuiging
van het middelbaar onderwijs naar een
Indocentrische interpretatie (de A.M.S.)
niet vermeld. Toch wel één van de in
teressantste aspecten van de Neder
landse onderwijspolitiek in Indië!
Behalve de verantwoording geeft de
bijgevoegde bibliografie inzicht in het
werk van deze studenten. Ze is nogal
magertjes.
JHR.
EEN NIEUW BOEK VAN
Annemie Mac Gillavry's nieuwe
boek gaat over de recente reis
van haar dochter naar Indonesië,
naar alle plaatsen met zoete, bit
terzoete en tragische herinnerin
gen voor het gezin Mac Gillavry.
("Je kunt niet altijd huilen").
Het accent valt op Java, waar
Aline de suikerfabriek Klepu be
zocht, acht jaar lang de woon
plaats van het gezin Mac Gillavry
(de vier laatste jaren in oorlogs
tijd). Zij werd met overrompelen
de gastvrijheid want ik heb
uw vader gekend") ontvangen,
vond de geliefde Indonesiërs uit
haar kindertijd weer en mocht
ter nagedachtenis aan haar va
der een selamatan geven.
Vandaar bezocht zij de cellen in
de gevangenis waar het gezin
onder de Japanse Geheime
Staatspolitie (Kempeh Tai) was
ingesloten en waar haar vader
omkwam. Daarna logeerde zij op
Linggarjati en zag de plek waar
hun verwoeste buitenhuis had
gestaan. Aline Mac Gillavry
keerde terug met een dagboek
vol notities over land, bevolking,
ontmoetingen en over haar ge
voelens.
VERSCHIJNT IN OKTOBER
Prijs f 24,90 plus porto
U kunt nu bij ons bestellen
BOEKHANDEL MOESSON
19