Wie zijn zij, waar gingen zij heen? BIJ HET OVERLIJDEN VAN MEVROUW M. J. HILLERSTRÖM Het antwoord op deze vragen kwam Marie Jeanne Hillerström nooit te weten. Op 5 september j.l. stierf zij, 78 jaar oud in haar Haagse flatwoning, waar zij 30 jaar lang temidden van honderden albums en tienduizenden foto's, waaronder die u op deze pagina ziet, geleefd heeft. Weinigen hebben haar gekend maar mevrouw Hillerström kende duizenden mannen, vrouwen, kinderen, van gezicht alleen, niet van naam. Dat nu is al die jaren haar probleem en meteen ook haar levenswerk geweest: de namen en adressen te weten komen van de eigenaars van de foto-albums en foto's die zij bezat. Tijdens en na de Japanse bezetting lie ten duizenden gezinnen in Indië hun bezittingen achter toen zij het kamp in gingen, moesten vluchten of evacu eren. Alles wat niet noodzakelijk was voor het levensonderhoud, kon niet mee worden genomen en daar be hoorden natuurlijk ook boeken, foto's, films, poëziealbums bij. Er werd veel in bewaring gegeven bij vrienden, maar nog meer bleef achter in de verlaten huizen. In 1948 pas kon in Indië orde op zaken worden gesteld en kon met de hulp van instellingen in Nederland die onder het Min. van Buitenlandse Zaken werkten, iets worden gedaan om de goederen die men had kunnen redden, aan de rechtmatige eigenaars terug te geven. Maar, van wie was dat? Dat gold voor al voor de vele foto-albums want hoe vreemd het ook schijnen mag, heel weinig mensen hadden ooit de moeite genomen naam en adres in hun album te schrijven of zelfs ook maar naam of plaats onder de foto's te vermelden. Mevr. Hillerström werkte bij de afde ling die belast was met het opsporen van de foto-eigenaars. Nooit in Indië geweest, Zweedse van afkomst, werd zij toch door het kijken naar die dui zenden mensen uit Indië, totoks en In dische mensen zo emotioneel betrok ken bij wat zich afgespeeld had, dat zij zich helemaal voor dit werk wilde blijven inzetten. Ook nadat de betrok ken dienst was opgeheven en men deze foto-kwestie eigenlijk als beëin digd wilde zien. Marie Hillerström nam vrijwillig deze omvangrijke "erfenis" mee naar haar eigen huis. Geen kast, geen rek, geen plekje in haar toch al niet zo ruime huis, of er kwamen fo to-albums in en op. Met stapels dozen, blikken met nog méér foto's. Marie Hillerström bekeek die foto's, 30 jaar lang. Ze werden een deel van haar leven, haar leven werd een deel van die Indische foto's en naarmate zij ouder, eenzamer en zieker werd, vul den zij haar hele dag. Ze las alles over Indië, was van het eerste uur af abonnee van "Tong-Tong" en bleef tot de laatste maand haar leven "Moes son" trouw. Zij werd een stukje van het oude Indië, deze merkwaardige, lieve vrouw. "Haar" foto's wilde ze aan niemand afstaan.- Instellingen boden aan haar te ontlasten, maar ze weigerde. Ze plaat ste advertenties, annonces, ze stond op pasar malams met haar albums, be zocht bijeenkomsten en trok, toen ze nog goed ter been was, het land in met haar foto's. Honderden brieven schreef ze, op eigen kosten deed ze al die moeite en ze was dolgelukkig als er iemand zijn bezitting terug had ge vonden. Maar de laatste 20 jaar werd het een zoeken van 100 naalden in 1000 hooi bergen. Als er mensen naar haar toe kwamen om hun foto's te zoeken, hoe moesten ze dat doen? Al die kasten, laden, dozen, trommels door? Onmo gelijk. Ach, men verhuisde, emigreerde, over leed en wie herkent nog foto's van grootouders en overgrootouders in hun jonge jaren, wie? "Alleen aan Tjalie, aan Tong-Tong wil ik alle foto's geven als ik doodga", had mevrouw Hillerström gezegd. "Want jullie hebben het meest met Indië en Indische mensen te maken, jullie ge ven er écht om." Ze belde me na Tjalie's dood geregeld op, om die be lofte te herhalen. Kort voor ze over leed was ik nog bij haar, beloofde haar dat alle albums naar de Prins Mauritslaan zouden worden overge- 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 4