JAN KOENDERING
NOGMAALS:
THAILAND-KNILLERS
Mijn tante Marie in Den Haag schreef
mij een brief, waarin zij aankondigde
dat een zekere Koendering naar (ndië
zou komen, en ze verzocht mij hem te
willen opvangen. Deze Koendering
was volgens de brief een bijzonder
aardig jongmens, waard om geholpen
te worden. In Nederland zonder werk
geraakt door de crisis en bezield van
de wil naar Java te gaan. In die tijd
was daarvoor slechts één manier, na
melijk tekenen als soldaat voor het
K.N.I.L. Dat deed Koendering dus en
hij ontving zelfs een opleiding tot ser
geant. Bij de keuring in Nijmegen had
hij echter verzwegen dat hij lijdende
was aan epilepsie, anders was hij im
mers nooit goedgekeurd?
Ik haalde hem van de boot en mocht
hem direkt erg graag. We hadden ge
regeld contact en ik vond hem een
fijne en betrouwbare vriend, altijd even
vrolijk en opgewekt. Bij het 10de Ba
taljon, waar hij werd geplaatst, kreeg
hij echter zeer zware diensten te
verrichten, steeds marsoefeningen en
wachtlopen, dat ging boven zijn krach
ten. Hij kreeg dan ook steeds aanval
len van zijn ziekte en werd na een
poosje voor de dienst afgekeurd. Men
was van plan hem naar Nederland te
rug te sturen, maar daartegen verzette
hij zich. Hij wilde toch zo graag op
Java blijven! Toen ik hem aan een
baantje kon helpen werd zijn verzoek
toch nog ingewilligd en bleef hij te
Batavia.
Een broer van de bekende Doorman
had te Batavia een zaak van Castrol,
een nieuw soort olie, geschikt voor
motoren met hoge temperaturen. Deze
olie werd in vaten geïmporteerd en
moest worden overgepakt in literblik
ken. Koendering werkte in de olieloods
van Castrol en had het naar zijn zin.
Op onze vrije dagen gingen we met
een paar goede vrienden vaak zeilen
in mijn omgebouwde prauw, de "Bon
tekoe". Toen de Bataviaasche Jacht
club nog niet zo modern was ingericht
werd er uitsluitend met dit soort sche
pen gevaren en was de vaste ligplaats
op Pasar Ikan, langs het kanaal. Op
bovenstaande foto (links) zien we Jan
Koendering met de witte pet, hij trad
alijd op als kapitein van de boot omdat
hij het meeste ervaring had met zeil
boten.
De anderen zijn van links naar rechts:
Florentinus, een onbekend meisje, Juul
Smith en Albert Coester. Over het zei
len met de Bontekoe vertel ik een vol
gende keer meer.
De andere foto (rechts) maakte ik
rond 1928 en toont een van de moder
ne zeiljachten, die vanuit Europa wer
den geimporteerd. Het lage zeilnummer
wijst erop, dat dit een van de eerste
nieuwe jachten was. Maar ook dit schip
zien we nog via het kanaal varen naar
de oude ligplaats aan Pasar Ikan.
De jaren verstreken en de oorlog
kwam naderbij. De activiteiten werden
meer en meer gericht op versterking
van onze defensie, baantjes waren er
genoeg en Koendering had al lang
weer werk. De Bontekoe lag vergeten
in het kanaal, er was geen tijd meer
om te zeilen. We werden allen opge
roepen voor de militaire dienst. Na de
strijd tegen de Japanners kwamen al
len, militairen en burgers in de kampen
terecht. Koendering zat ergens in de
buurt van Bandoeng. Vandaar werd hij
in 1943 getransporteerd naar Flores
om te gaan werken aan de aanleg van
vliegvelden. Veel te zwaar voor iemand
met zijn ernstige ziekte. Het was dan
ook niet haalbaar voor mijn vriend. Na
de oorlog kreeg ik het droeve bericht,
dat Jan Koendering op Flores is ge
storven en begraven
JOHAN RAKET
Via Mevrouw Sipma ontvingen wij
thans de volledige lijst (zie vorige
Moesson) van oud-Knil militairen, hun
weduwen en/of familieleden. Zij leven
vaak onder zeer moeilijke omstandig
heden en contact met familieleden of
vrienden hier zou misschien hun situa
tie kunnen verbeteren of veraangena
men. U kunt rechtstreeks aan de heer
A. Schrama, 507/4 Thanon Thanurat,
Bangkok 12, Thailand inlichtingen vra
gen en uw correspondentie voor de
betrokken personen zenden.
Mej. P. C. C. van der Aalst; De Heer O.
Belzer; Mej. H. Biemans; Mevr. A. Bloem-
hard-Saysawaeng; Mevr. S. Bounin-Sukdi;
Mevr. L. Broese van Groenou; de Heer en
Mevr. A. L. Colman-Soewanalat; de Heer
en Mevr. J. de la Croix-Yoksanguan; Mevr.
S. de la Croix-Niaw; de Heer en Mevr. F.
A. Donleben-Soewanapin; de Heer en Mevr.
J. Edwards van Muijen-Wanasuk; de Heer
en Mevr. J. Eras-Krachanchai; de Heer en
Mevr. P. A. van Eybergen-Koch; de Heer
W. C. P. Fortuijn; Mej. Juana Fortuyn; Mevr.
A. Frederiks-Pey; de Heer D. O. N. Frede-
riks; de Heer S. I. R. Frederiks; de Heer
K. I. N. G. Frederiks; de Heer A. L. Gel-
laerts; Mevr. R. Gellaerts-Phoxai; de Heer
en Mevr. J. Ch. Gout-Vogelsang; de Heer
F. M. G. Gubbels-Suangkluang; de Heer
Ch. W. J. Hamels - en Mevr. Ch. Hamels
Sinthuchai; de Heer en Mevr. D. C. Hamels
-Hutasingh; de Heer R. C. Hamels; Mej. R.
C. Hamels; de Heer M. C. Hamels; de Heer
en Mevr. Th. G. Hermsen-Ponijom; de Heer
en Mevr. G. J. L. R. van den Heuvel-Teten-
burg; Mevr. S. van der Heijde Yuwasut;
Mevr. L. Hills-Lippe; Mevr. P. Ch. van der
Hoek-Ko; Mej. T. M. J. Hogenboom; de
Heer A. D. A. Hollinga; Mevr. A. M. Hollin-
ga-Somsri; Mevr. T. Hubenet-Choemnoem-
mahni; de Heer en Mevr. J. J. Keylard-
Schulz; Mevr. S. van der Kley-Uamphakdi;
Mevr. S. Korenbrits-Chantriseng; Mevr. P.
Bergmans-Kosol; Mevr. T. Koster-Kamsoe-
ria; Mevr. C. R. J. Limprasutr Delhaye; Me
vrouw S. E. Lippe Anderson; Mevr. S. Lip-
pelt Tjaijai; de Heer en Mevr. J. G. Loman;
Mevr. N. Merkelbach Wongpithak; de Heer
en Mevr. F. Meijer-Potipan; de Heer en
Mevr. J. H. M. Moes-Songnarin; Mevr. A.
Munnich Niranyem; de Heer en Mevr. H. A.
Neyhoff Pathawoom; Mevr. H. Panomwan
van Benthem; Mevr. Pramonsri Piet Srilit;
Mevr. Chalom Plas Chuajareon; Mevr. Wan
Poetskoke Poetpat; de Heer A. A. Potjes;
de Heer en Mevr. J. Potjes; Mevr. Phuan
Potjes Srisook; Mevr. W. M. E. Ratanaru-
ka van der Put; de Heer A. J. Riks; Mevr.
P. Scholte Chantraprapa; de Heer en Mevr.
N. H. Senn van Basel-Mapaisan; de Heer
en Mevr. C. A. Sersansie-Thongthum; Mevr.
B. Sirisantana Krist; de Heer en Mevr. J.
P. H. M. Smets-Patkew; de Heer en Mevr.
R. Th. Soffner-Lim; de Heer Th. P. Soffner;
Mevr. S. Soffner-Bunsanong; de Heer W. I.
Sorbach; de Heer A. Th. Tan; de Heer H.
A. Traugott; Prof. en Mevr. A. H. Verkuyl-
Bolton; de Heer en Mevr. C. C. Verweij;
de Heer B. P. Vlietstra en Mevr. B. Vlietstra
Patamasingh; de Heer en Mevr. C. C. Vo-
ges-Scheffers; Mevr. T. de Water Sriwit;
de Heer en Mevr. R. van der Wel-Harteveld;
de Heer en Mevr. J. T. Wouda-Kaewweekan;
de Heer en Mevr. A. J. Zwaan-Khitprajoen;
Mevr. L. i. Liddie Junia.
7