^ler Inner incj en 3<Cetjll Briefkaarten Kalenderkaarten Een stukje paradijs op aarde. We kennen allemaal wel de reclame tv-spot "Bounty, een stukje paradijs op aarde". Ik ga er altijd even voor zitten als die spot in m'n beeld komt. Niet voor die mand vol bounty's. O nee. Wat dat betreft vind ik de spot een lachertje, want wie eenmaal in z'n leven een klapper moeda heeft leeg gelepeld weet hoe kokos echt smaakt en zal een bounty maar surrogaat vin den. Maar voor de entourage om de mand bounty's zet ik me neer en voor niets anders. Alle attributen voor een paradijs op aarde zie je bij elkaar: zon, een spiegelgladde zee, een strandje dat nog eigendom is van de natuur en niet van de beschaving en tot slot de niet weg te denken klap perbomen. Het geheel, op de zon na, vierentwintig uur per dag beschik baar om van te genieten. Elke keer als ik deze spot op de tv zie komt één van de vele paradijsjes op aarde in Indië uit tempo doeloe me beeldscherp voor ogen, namelijk Anjer Lor. De tv-spot kon daar wel ge maakt zijn, zoveel gelijkenis zie ik er in. Na de tweede politiële actie werd ons peloton - helaas maar voor een maand - in Anjer Lor gelegerd. We hadden ons geïnstalleerd in een paar schamele hutten op geen vijftig meter afstand van het strand. We leef den daar wat je noemt een bruin leven, 's Morgens wakker worden en dan om goed wakker te blijven een duik in de Straat Soenda, wat patrouille lopen want daar waren we uiteraard voor gekomen en verder zonnen, zwemmen envissen. Als dat geen paradijse lijk leven is in een stukje paradijs op aarde, dan weet ik het niet meer. De kampongbevolking hield zich de eerste dagen wat angstig op de ach tergrond maar toen ze merkten dat wij ons eigen leventje met volle teugen genoten en zij met rust gelaten wer den klonken al gauw weer de slamats over en weer in de kampong en voel den zij zich ook weer thuis. Een geweldige en plezierige verma kelijkheid voor mij was om met de vissers uit de kampong op visvangst te gaan. Het verzoek om mijn helpende hand aan te bieden aan de vissers voerde ik op een zeer bescheiden manier op. Ik moest wel want met mijn kennis van het maleis was ik altijd gauw aan het eind van m'n latijn. Ik stapte dan op de vissers af, tikte me met de vinger onder het uitspre ken van saja op de borst, maakte een paar roeibewegingen en sloot m'n verzoek af met het niet om heen te komen dringend vragende baik. Het was een succesvolle manier want ik zat er elke keer mee in de boot en daar ging het me om. Het vissen kwam me bekend voor. Het gebeurde op dezelfde wijze als het haringtrekken op de hollandse stranden van vroeger. Vanaf het strand werd het visnet eerst met de roeiboot in een wijde boog in zee uit geroeid en daarna door de vissers op het strand langzaam het strand opgetrokken. Ik weet het zo goed omdat ik op zeer jeugdige leeftijd met m'n vader mee naar het strand mocht om naar opa Klaas te kijken die onder andere met het haringtrekken z'n verdiensten uit zee trachtte te trekken. M'n beide grootvaders waren vissers en nog huiselijke ook want elke dag voeren ze het zeegat uit maar ook weer in om op tijd thuis te zijn voor het eten, de een op de motor en de ander op de riemen zoals dat heet in visserskringen. Vandaar m'n enthou siasme om ter visvangst te gaan. Ik heb het gelukkig niet van een vreem de. Evenmin het eeuwige optimisme in de verwachtingen van een rijke buit. Dat is blijkbaar het wereldkenmerk van alle vissersvolkjes op aarde want ook in Anjer Lor was het aantal meegebrachte vismanden ruimschoots voldoende om na één trek te gaan stil leven. Maar ook in Anjer Lor, net als overal, viel de rijke buit manden en manden vol tegen. De rijkste buit die ik mocht helpen binnenhalen bestond uit een twintigtal sardienachtige visjes en vijf hand grootte vissen. Hoe slecht de vangst ook was, de vissers bleven er onbewogen onder. Ze verdeelden het zooitje vis, hingen het net te drogen en verdwenen kam- pongwaarts gevolgd door de altijd lachende kinderen. Ik dook de Straat Soenda weer in. Het zijn eenvoudige belevenissen maar hoe eenvoudig ook onze beleve nissen waren in Indië, ze zijn niet te evenaren aan deze kant van de eve naar. J. BLOKKER Herinneringen, het kloppend hart van de retourgangers. Ze zijn er weer met leuke, zonnige tafereeltjes uit Indonesië 6 verschillende voor 8,25 Per stuk f 1,50 (met enveloppe) porto voor 6 stuks 0,80. leuk om als Nieuwjaarswens te versturen, 4 motieven: serimpi-Balinese- Betjak-Wasvrouwen. 5,per stuk, porto 0,80. MALEIS/INDONESISCH sprekend Ned./Chin. echtpaar verzorgt graag beëdigd vert. uit die talen (geen Arab, schrift) van akten, dipl. enz. Adres: Ny. Yo, V. W. Poelmanstraat 164 6417 ES Heerlen (Onk. indien gewenst n. draagkracht) 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 16