CHAIRIL ANWAR
Indonesisch dichter van de Revolutie
Sedert enige tijd is er in Nederland weer een Engelse vertaling te koop van het
Verzameld Werk van de belangrijkste Indonesische dichter Chairil Anwar, die
leefde van 1922 tot 1948. Een revolutionair dichter en een groot vernieuwer van
de "Bahasa Indonesia". Anwar wordt vaak vergeleken met de Nederlandse dich-
ter Jan Jacob Slauerhoff, die ook sterk individualistische verzen schreef, waarbij
het thema van de piraat, de voorloper (pelopor), en van de uitgestotene telkens
terugkwam.
Zelfs de titel van een van de bundels
van Anwar, die bij zijn leven versche
nen, doet denken aan de titel van een
verhalenbundel van Slauerhoff. Was
het bekendste werk van Slauerhoff
"Schuim en As", Anwar noemde zijn
tweede bundel "Deru Tjampur Debu -
Rommeling en Stof".
Het waren Rob Nieuwenhuys, Dolf Ver
spoor en Tjalie Robinson, die al vroeg
de waarde van het werk van Chairil
Anwar onderkenden. Tjalie Robinson
herdacht hem eens in het gedicht "Pa
sar Ikan", als hij schrijft:
Dan staat daar de ontdane
schim van Ril te
schreien
om de verloren "Rommeling en Stof"
De vreugde van dé zon wordt dof...
Chairil Anwar en SlauerhoffHoe
wel beiden voor een heel andere rich
ting stonden in de letterkunde, heb
ben zij toch veel gemeen.
Slauerhoff was een rusteloze zwerver,
die alleen "in zijn gedichten kon le
ven", en die als scheepsarts het liefste
in de tropen rondzwalkte. Een man die
niet om bezit of om een thuis gaf, een
taalvernieuwer, die in vijf, zes alle
daagse woorden zijn onvrede met het
bestaan kon uitdrukken.
Chairil Anwar, ook een rusteloze
zwerver, die in het woelige Jakarta
van 1945-1948 rondzwalkte, van het
ene baantje in het andere vallend,
vriend van diplomaten en betjakbe
stuurders, minnaar van dichters en
publieke vrouwen, aartsindividualist,
die geen geloof alleenzaligmakend
vond, en geen woord te "gewoon" om
in zijn gedichten te gebruiken.
Van de 71 gedichten die hij in zijn kor
te leven schreef, verscheen een tijdje
geleden in Singapore een vertaling van
professor Liauw Yock Fang, die werd
bijgestaan door de Indonesische lite
rator en criticus Hans Jassin. Jassin
geldt eigenlijk als de ontdekker van
Anwar; hij was de man die altijd in
hem heeft geloofd en hem tot schrijven
aanzette, hem aanmoedigde, en die al
zijn werk - vaak op kleine kladpapier
tjes in een haast onleesbaar hand
schrift - verzamelde, toen Anwar op
28 april 1948 in Jakarta overleed.
Ik denk dat, naast de vertaalkwalitei
ten van Liauw, die hulp van Jassin be
palend is geweest voor de goede kwa
liteit van de vertalingen. Jassin kende
Anwar goed, hij kende het idioom
goed dat in die na-oorlogse jaren in
Jakarta werd gesproken, en dat sinds
dien zo ingrijpend veranderd is.
En het is des te meer belangrijk dat
er nu een goede vertaling van Anwar
voorhanden is, omdat eer* eerdere
poging om het werk te vertalen op
tal van punten mislukte.
In 1970 kwam er namelijk uit: "The
Complete Poetry and Prose of Chairil
Anwar" van de Amerikaan Burton Raf
fel. Een vertaling die kenners welis
waar welluidend en dichterlijk vonden,
maar die vaak qua vertaling er volledig
naast zat.
Daarvoor zijn best redenen aan te
voeren. Anwar schreef vaak heel een
voudige zinnen en begrippen neer, die
voor tweeërlei uitleg vatbaar waren.
Maar ook het Indonesisch van die da
gen was, vooral waar het ging om be
grippen, die in de gevoelssfeer lagen,
nog weinig expressief.
Daarom is het letterlijk vertalen van
Anwar vrijwel uitgesloten, en moet de
vertaler intuitief kiezen, en interpre
teren.
Ook de vertaling van Liauw en Jassin
is niet de alleen-zaligmakende, maar
omdat beiden het Indonesisch van
kindsaf aan hebben gesproken, de he
le ontwikkeling van de Bahasa hebben
meegemaakt en beiden literatoren van
naam zijn geworden, lijkt er voorals
nog op hun vertaling weinig aan te
merken.
Laten wij U een voorbeeld geven. Hier
bij een gedicht van Anwar in drie ver
talingen. Een Nederlandse van M. Bal-
fas, de vertaling van Burton Raffel en
ten slotte de vertaling van Liauw en
Jassin.
Oordeelt U zelf.
AKU
Kalau sampai waktuku
'Ku mau tak seorang 'kan meraju
Tidak djuga kau
Tak perlu sedu sedan itu
Aku ini binatang djalang
Dari kumpulannja terbuang
Biar peluru menembus kulitku
Aku tetap meradang menerdjang
Luka dan bisa kubawa berlari
Berlari
Hingga hilang pedih peri
Dan aku akan lebih tidak perdull
Aku mau hidup seribu tahun lagi
IK
Wanneer mijn tijd gekomen is
Toont dan geen verdriet
Ook jij niet
Wat nut heeft nu nog verdriet
Ik ben een beest nog ongetemd
Tot uitgestotene voorbestemd
Al dringt de kogel door mijn huid
Huilen blijf ik en storm vooruit
Met mij rennen gift en wond
In een verbond
Totdat zij mij geen pijn meer doen.
Alles is mij om het even
Ik zal nog duizend jaren leven.
(Vertaling M. Balfas)
ME
When my time comes
I want to hear no one's cries
Nor yours either
Away with all who cry!
Here I am, a wild beast
Driven out of the herd
Bullets may pierce my skin
But I'll keep on,
Carrying forward my wounds
and my pain,
Attacking,
Attacking
Until suffering disappears
And I won't care anymore
I want to live another thousand years
(Vertaling Burton Raffel)
ME (SPIRIT)
If once my hour arrives
I know no one will mourn for me,
Not even you.
There is no need to sob.
I am a wild animal
Thrown out of its herd.
Let bullets pierce through my skin,
I will attack with rage.
Running, I carry with me the wound.
Running
Until the pain is lost.
And I'll be more indifferent,
I want to live another thousand years.
(Vertaling Liauw Yock Fang)
Het zou mij wat te ver voeren om in
dit tijdschriftartikel dieper in te gaan
op het werk van Anwar. Alleen door
zijn werk te lezen, leert men hem ken-
(lees verder volgende pagina, onderaan)
18