TJIOEMBOELOEIT, WAAR EN NIET WAAR TJIOEMBOELEUIT Zoals gezegd, de vraag van de heer Mulder in Moesson van 15 okt. heeft een lawine van brieven, telefoontjes en persoonlijke gesprekken teweeg gebracht. Niet altijd tot mijn grote vreugde belde men zelfs laat in de avond nog op om informaties door te geven en kwam ik tot de ontdekking dat, hoe gezelliger de gesprekken, hoe minder belangrijk de informaties! Apa boleh boeat! Samen zijn we tot een indrukwekkende lijst gekomen te verdelen in de mededelingen van de positieve weters, die van de half-weters en die van de "ik-weet-er-niets- van-maar-ik-dacht-zo"-lezers. We hebben van alles een bloemlezing gemaakt, mocht u eens in Tjioemboeloeit komen dan weet u (bijna) alles wat er van te weten valt 1. Tjoemboeloeit is een SOENDANEES woord. Er bestond een thee-onderne ming van die naam, toebehorende aan de Mij. "Baud", gelegen ten Noorden van Bandoeng, waar mijn vader in 1921 administrateur was. De betekenis van Tj. is: tjoemboe (gelijk aan lindeuk) tam, mak tegenovergestelde van galak wild, ongetemd. Loeit (leuit) rijstschuur. In overdrachtelijke zin be tekent het woord dus: een rijstschuur die in een rustige, vredige omgeving gelegen is, waar men kalmte onder gaat. Wij zouden zeggen: welgelegen. De woorden tjoemboe en leuit staan vermeld in het Soedan.-Ned. woorden boek van S. Coolsma. E. DRISSEN 2. De juiste spelling is niet loeit, maar leuit. Tji betekent in het Soendanees rivier, beek, en leuit is een rijstschuur. Tjioemboeleuit was een Gouv. thee onderneming uit de eerste helft van de vorige eeuw, gelegen op een uitloper van de Tangkuban Prahu ten Noorden van Bandoeng. Omdat het gouverne ment steeds verlies leed op de thee cultuur, werd deze geliquideerd en waarschijnlijk in 1857 verhuurd aan baron Baud, die het later in erfpacht kreeg, tezamen met een groot aantal ondernemingen in het Bandoengse, Buitenzorgse en Garoetse. Dit werd la ter de z.g. "Baud-groep". Ik meen mij te herinneren, dat de erfpacht van Tj. na afloop niet werd verlengd, al of niet volgens de wens van de pachters. De onderneming werd opgeheven en de gronden verkaveld. Hierop verrees een villawijk; na de soevereiniteitsover dracht werd hierheen de sociëteit ver plaatst, die oorspronkelijk op de hoek van de Grote Postweg en Bragaweg lag. H. J. v.d. MEER 3. Tji rivier (Tjitarum, Tjiwideuj, etc) en de rest is volgens de rasechte Ban- doengers gewoon de naam van de rivier. Zij zijn het er echter ook niet helemaal over eens of het Tjimboeloeit of Tjioemboeloeit is. Ik hou het maar op de laatste naam, om het maar in goed Nederlands 'te zeggen "de ge- oemboelde rivier"! Verder beweren zij, dat het gewoon een streek is, dus geen plantage, waar de beter gesitu eerde Bandoengers hun villa's en bungalows hadden staan. Ik kan mij deze woningen nog goed herinneren omdat wij weieens met het zweet in de handen onze Bren-carriers (Onder- steuningscie) over de steilten in die omgeving moesten manoeuvreren. Een niet al te grote brug in een vrij diep dal was er ook, de slokan die er on derdoor liep zal wel de bedoelde rivier zijn. POIRRIÉ 4. Tjoemboeloeit bestaat niet. Er was ten Zuiden van Bandoeng (rechts af slaan van Dr. de Grootweg, gerekend vanaf de Dagoweg) wel een onderne ming Tjioemboeloeit, later sanatorium Solsana. Wie zoekt een Maleis of Ja vaans woord in een Soendanees ge bied? Prof. L. v.d. PIJL Als oud Bandoenger en bekend met de Sundanese taal ben ik ook bekend met de kampoeng Tjioemboeleuit. Deze kampoeng ligt n.l. in het verlengde van de oude weg naar Lembang vanuit Bandoeng. Deze weg is bij oud Ban doengers bekend, omdat aan deze weg het zwembad Tjihampelas ligt. Ook heden is het zwembad er nog, alleen wat minder verzorgd maar toch in re delijk goede staat. Allereerst, het woord Tjioemboeleuit is een 100% Sundaas woord en geen Ja vaans of Maleis (Bahasa Ind.) De schrijfwijze als gegeven in Moesson door de hr. Mulder is dus foutief. Nu de betekenis; Tji komt van het woord Tjai, d.i. wa ter. West Java bewoners zal het op gevallen zijn, dat in de Preanger (ook al een verwesters woord, want Prean ger komt eigenlijk van Parahiangan) vele rivieren en plaatsnamen met "Tji" beginnen. Water is voorwaarde voor sawah. Oemboe komt van ibu n.l. moeder. De lettergreep "oem" is eigenlijk een voorvoegsel; zeer gebruikelijk in de Sundase taal. B.v. het woord "dateng" komen, wordt dan vervoegd tot "Doemateng". Het klinkt beter in de 5. Uit mijn lestijd dateert de wetenschap aan mij overgedragen door de Soen- danese lerares over de betekenis van Tjioemboeleuit (nu geschreven Cium- bulleuit): "het water dat opwelt bij de rijstschuur". E. M. POSTHUMUS-KAMPMAN (met dank voor uw lange brief! - red. Moesson) 6. Tjioemboeloeit was een aan de malai se en uitbreiding van de gemeente Bandoeng ten offer gevallen kina- of rubberonderneming. Weet ik niet pre cies. Wat betreft de betekenis: Tji rivier; omboel bron; oeit hier ga ik de mist in. Iemand met grijs haar is hoeisan, vrij vertaald dus Tjioeboe- loeit grijze bron. (N wordt het toch al te grijs! - red.) CH. J. KRAMER 7. Het landgoed of onderneming (ong 6 km ten Noorden van het centrum van Bandoeng) die. op de steen wordt aan geduid, werd genoemd naar dat rivier tje. Dat land. dat omstreeks 1863 cul tuuronderneming begon te worden, werd in genoemd jaar door Mr. W. A. (lees verder volgende pagina) uitspraak. In dit geval zou het woord klinken; Tji ibu leuit. Dat klinkt niet aangenaam (melodieus) Leuit Rijstschuur, waar de padi (on- gestampte rijst) wordt bewaard. Plaatsen wij nu de lettergrepen op een rijtje, dan zien wij dat het woord be tekent; Plaats van de moeder van de rijstschuur, en wie zou dit anders zijn dan Nji Pohatji Sri of meer bekend on der de naam Dewi Sri oftewel de Rijstgodin. Nu een situatie beschrijving; als wij de oude Lembangweg richting Lembang opgaan, slaan wij niet linksaf, maar rij den door, bij de kampung Tjioemboe leuit krijgen wij een fikse helling, die meestal in de tweede gehaald moet worden. Boven op de heuvel gekomen krijgen wij een weidse hoogvlakte te zien, die ook al voor de oorlog met vele villa's is volgebouwd, ook nu nog. Wij rijden echter door en komen dan bij een oude Waringin-boom, deze plaats is gewijde grond;singit of angker. Ver moedelijk werd hier, misschien ook nu nog, geofferd aan Dewi Sri, want op. deze hoogvlakte werd natte rijstbouw (sawah) verbouwd, dus voordat de vil la's werden gebouwd. Het in het artikel genoemd jaartal 1857 of 1867 waarin begonnen is met het bouwen van hui zen, kan ik niet bevestigen, vermoede lijk waren het pioniers. De opleving en uitbreiding van Bandoeng is naar mijn weten pas begonnen omstreeks het jaar 1900. J. R. v. DELDEN 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 18