Devaluatie van de Rupiah KEJUTAN 15 NOPEMBER Met ingang van 15/16 nov. te midder nacht heeft de Indonesische regering een aantal maatregelen op economisch terrein genomen die neerkomen op een aanzienlijke devaluatie van de Ru piah. Dat zijn, blijkens een bekendma king van de Indonesische Ambassade de volgende: a. De Indonesische munteenheid (Ru piah) wordt niet meer vastgekoppeld aan de US dollar in de vorm van een vaste koers, en wordt voorts zodanig veranderd, dat de rupiah-koers vast gekoppeld wordt aan een groep van vreemde valuta's a basket of cur rencies). Deze verandering wordt nodig geacht in verband met de koers-fluctuaties van de US dollar op de wereld deviezen markt. Door bovenbedoelde maatregelen, krijgt men een normaler wisselkoers van de rupiah ten opzichte van an- "Kejutan" betekent "shock", "gees telijke opduvel". En 15 November 1978 is de datum, waarop Indonesië die geestelijke opduvel te incasseren kreeg. In de avonduren van die dag deed de regering per radio en televisie weten, dat ze de verbondenheid aan de dollar los liet. Als gevolg waarvan de rupiah een duikeling zou maken (aanvangen de op de 16e November d.a.v.) van 400 naar 600 rupiah per dollar. Een devaluatie dus (al werd dat woord niet gebruikt) van 50%. Er werd verwezen naar de onstabiele koers van de dollar en de in verband daarmede te hoog gewaardeerde rupiah. Als reden van de devaluatie werd - zeer terecht - op gegeven, dat door die te hoge waar dering van de rupiah, het moeilijk, zo niet onmogelijk, was, om onze export te doen concurreren met die van an dere landen. Hetgeen toch noodzakelijk is nu de export van olie (de kurk, waarop onze economie tot dusver dreef) ons van een belangrijk deel aan inkomsten beroofd heeft, doordat ze zich om verschillende redenen in da lende richting beweegt. Opvoering van de export van andere producten is daarom dringend noodzakelijk, willen wij de middelen voor verdere opbouw verkrijgen. Dat is inderdaad volkomen juist. De vraag rijst alleen, waarom bij de op stelling van de begroting 1978/1979 daarmede geen rekening is gehouden Economie is over het algemeen een tamelijk exacte wetenschap. Maar de Indonesische economie eist naast exacte redenering, ook begrip voor de zeer bijzondere, specifiek Indone sische, factoren. Als daar zijn de men taliteit van het volk, de samenstelling van onze agrarische industrie (die het nu toch zal moeten doen), de doelstel ling van onze consumenten-industrie en de verambtelijking van onze maat- dere valuta's. Met ingang van don derdag, 16 november 1978, 00.00 u., is de gemiddelde wisselkoers per US dollar gelijk aan Rp. 625 (zes honderd vijfentwintig rupiah.) (was 415/420 Rp. - Red. Moesson) b. Een ander belangrijk element is, dat de wisselkoers van de rupiah ten opzichte van die vreemde valuta's kan zweven. Desondanks, om de economische stabiliteit dynamisch te houden, wordt de zwevende wissel koers niet blootgesteld aan scherpe fluctuaties op de markt. Met andere woorden: het zweven van de wissel koers blijft steeds beteugeld. Door zo'n beteugelinq hoopt men, dat de zakenwereld steeds de zekerheid heeft voor haar handelsplannen op voldoende lange termijn. c. Het deviezen-verkeer ondervindt geen verandering en verloopt nor maal. De in- en uitvoer van deviezen schappij (overblijfsel van het vóór oorlogse overwicht van de ambtenarij, de bureaucratie, in dit land). Dat devaluatie onontkoombaar was, dat was voor geen enkele econoom al sinds lang geen vraag meer. De ande re weg, inflatie, is te avontuurlijk. Men heeft die niet meer in de hand als ze eenmaal begonnen is. Maar heeft men de devaluatie wel in de hand? Dat zal nog moeten blijken. De agrarische in dustrie heeft in de loop van ruim twee decaden veel terrein verloren (behalve de tabak). Producten, die we vroeger exporteerden, zoals suiker, zout, kopra, etc. moeten we nu importeren. Zal het mogelijk zijn, de produktie op korte termijn zodanig op te voeren, dat wij van importeurs weer exporteurs wor den? Zal die termijn zo kort zijn, dat we verdere devaluatie zullen kunnen voorkomen? Is prijsbeheersing, waar door inflatie voorkomen moet worden, mogelijk met een ambtenarenkorps, dat zich plotseling 50% van zijn inkomen en zijn pensioen ontnomen ziet (want daar komt het toch op neer en dat pensioen, de zorg voor de oude dag, is in deze de belangrijkste factor). Indien de regering (en de particulieren) aan die vermindering tegemoet komen door loonsverhoging, dan gaat een be langrijk deel van de besparinq weer verloren. Een belangrijk deel van de Indone sische industrie ontstond in de Japanse tijd. Toen er geen grondstoffen ver krijgbaar waren en de consument dus genoegen moest nemen met (soms er barmelijke) surrogaten. Bijvoorbeeld in- plaats'van tandpasta: krijt. Gedurende een hele tijd heeft de consumptie-in dustrie nog vastgehouden aan de ge dachte: de consument slikt het toch wel. Tot de import van buitenlandse producten haar dwong om zich aan te passen aan de eisen van een nieuw tijdperk. Zal de verminderde koop- naar/van Indonesië is volkomen vrij. Bank Indonesia is bereid vreemde valuta's te kopen en verkopen vol gens de dagelijkse wisselkoers, d. Om de produktie te stimuleren en werkgelegenheid te vergroten, wordt aan de bedrijven die goederen pro duceren voor de binnenlandse con sumptie, faciliteiten verleend voor de import van grondstoffen en hulp materiaal uit het buitenland in de vorm van een verlaging van invoer rechten en verkoopsbelasting van 50 procent. Voor de grondstoffen en hulpmate rialen, die geïmporteerd worden ten behoeve van de produktie van ex port-artikelen, wordt een algehele vrijstelling van de invoerrechten en de verkoopsbelasting gegeven. Aldus de bekendmaking. Onze mede werker Agus Daruch schrijft ons naar aanleiding van deze maatregelen het volgende: kracht van het publiek en de noodzaak om dus goedkopere goederen op de markt te brengen met daarnaast de zucht naar behoud van grote winst, de producenten weer naar die 'Japanse" mentaliteit terug dringen? Of is die mentaliteit inmiddels al zover en zoveel veranderd, dat men de eerzucht heeft om ook tegen minder winst goede waar te leveren? Zo niet, hoe willen wij dan export-markten heroveren of nieuwe veroveren? Zal de bureaucratie zich op heel korte termijn zodanig kunnen aanpassen aan de nu gestelde eisen van zeer snelle en zeer efficiënte afdoening van zaken, waardoor de vertraging in de export en de import overwonnen wordt? Zullen de profiteurs nu eindelijk het algemeen belang willen stellen bo ven het vermeende belang? Niet alleen in woorden, maar ook in daden? Is op voering van de arbeidslust en arbeids capaciteit bij de onvermijdelijke ver sobering, nadat men geroken heeft aan de welvaart, mogelijk? Dat allemaal is toch noodzakelijk, wil men de regering steunen en het alge meen belang dienen (dat uiteindelijk ook het eigen belang is). De regering heeft er de nadruk op ge legd, dat de voorraden aan z.g. "po- kok" (basis) consumptie-goederen zo groot zijn, dat prijsopdrijving daarvan niet nodig is. Ze heeft ook het bewijs geleverd door grote hoeveelheden rijst op de markt te brengen (notabene tegen verlaagde prijzen). Desondanks steeg de detailprijs van suiker in het binnenland hier en daar al op de 16e (eerste dag) van Rp. 100 tot Rp. 140,per kilo. En verdwenen bepaalde goedkope goederen van de markt. Zogenaamd uitverkocht. Het besluit van de regering blijkt toch uitgelekt te zijn. Op de 15de des mor gens bleek de animo om dollars te ko pen overweldigend. Sommige banken (lees verder volgende pagina) 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1978 | | pagina 24