Hoe landgenoten in Indonesië de extra steun ontvingen.
(adv.)
Verslag van Telegraaf-redakteur B. Lulofs
De bijna zeven ton die Nederland spontaan voor de Hulp aan Landgenoten in Indonesië - "Halin" - bijeen heeft
gebracht, is als een geschenk uit de hemel over de kampongkrotten van de oud-Indische Nederlanders neerge
daald. Voor de meer dan drieduizend "landgenoten zonder paspoort" zijn de "Halin"-uitkeringen voorlopig met
50°/o verhoogd, ernstig zieken in ziekenhuizen opgenomen en krepeergevallen voor de dood weggehaald. In veel
gezinnen hebben ellende en verdriet plaats gemaakt voor onuitsprekelijke vreugde en hoop op betere tijden.
Wat niemand van hen voor mogelijk had
gehouden, is als uit een oosters sprookje
bewaarheid geworden. "Er wordt in Hol
land nog aan ons gedacht". Dit was
minstens zo verrassend als de 675.000,
die de kijkers spontaan op girorekening
308 van de "Halin" in Den Haag stortten
na de dramatische beelden in Avro's Tele-
vizier van 8 juli jl. over de erbarmelijke
omstandigheden waaronder vele oud-In
dische Nederlanders in Indonesië moeten
leven.
Glans
Eerst geholpen zijn de ernstig en langdurig
zieken die nu misschien beter worden, de
lichamelijk gehandicapten yoor wie een
prothese of simpele dingen als een nieuwe
bril het leven weer perspectief geven, er
zijn studieboeken voor de kinderen geko
men, echte nieuwe kleren en 'n heuse ma
tras in plaats van een matje op de grond.
De krepeergevallen zijn niet langer ten
dode opgeschreven. In hun doffe ogen is
iets van de glans terug.
De drie "Halin"-vertegenwoordigers in Ja
karta, pater Piet Nooy, broeder Ted Siteur
en mevrouw Greet Hardjosudiro hebben
de dankbaarheid ervaren. Zij zijn door be
traande ogen aangekeken, zij hebben de
stamelende woorden gehoord, de omhoog
gestoken duimen gezien en de vaak ont
roerende dankbrieven gelezen. Er is weer
wil tot leven bij deze oud-Indische Neder
landers, de verschoppelingen van de souve-
reiniteitsoverdracht, de ongelukkigen die
om duizend-en-een redenen de aansluiting
misten naar Holland en in Indonesië ble
ven. Weggegleden in een maatschappelijk
moeras. Genegeerd door Jakarta en verge
ten door Den Haag. Levend in hokken van
soms enkele vierkante meters op een aarden
vloer.
Slapend op vodden, zittend in de krotope
ning waar het stinkend riool van de miljoe
nen-stad aan hun voeten voorbijstroomt.
Zonder licht, uitzicht, paspoort en waar
zonder de uitzending van Avro's Televizier
geen hond meer van zou hebben gehoord.
Wrak
Op vodjes papier hebben zij hun dank naar
de "Halin" gekrabbeld, naar de goede en
gulle gevers.
"Hoe kunnen wij u danken voor wat u
weer voor ons heeft gedaan? Het is een
ongekende weelde weer echt eten te kun
nen kopen en niet te moeten bedelen
"Mijn handschrift is erg beverig. Excuus
daarvoor. Maar ik wilde u toch schrijven
hoe verschrikkelijk gelukkig u mij gemaakt
hebt met de verhoging van de steun"
"Hoe kan ik de mensen in Holland zeggen
wat er door me heen is gegaan? Ik heb
weer echt gelachen van blijdschap en mis
schien ook wel van zenuwen"
De (dood)zieke mevrouw Florentius, die
in de uitzending van Avro's Televizier mis
schien wel het schrijnendste toonbeeld was
van ellende van de oud-Indische Nederlan
ders, werd rechtstreeks door kijkers uit
Holland met tienduizenden roepia's "be
giftigd". Door zoveel medeleven overwel
digd schreef zij broeder "Ted" Siteur:
"lk ben nog wel een wrak; maar kan nu
misschien gauw naar de acupuncturist, lk
hoop dat hij mij helpen kan. De Hemel en
de milde mensen in Holland zij dank"
Het Leger des Heils, Missie en Zending
assisteren in Indonesië bij de besteding van
zeven ton. Financieel dirigent van de Halin-
operatie, secretaris J. Kortenhorst in Den
Haag heeft zijn 33 contactpersonen in In
donesië richtlijnen gestuurd hoe het geld
het beste aan het doel kan beantwoorden.
Hij regelt het "Geven voor Indisch leven"
aan de bijna verpauperde oud-landgenoten
die na de souvereiniteitsoverdracht tussen
de wal van Jakarta en schip naar Holland
zijn gevallen.
Andere kant
De "Indische" huis- en thuislozen" voor
velen van wie alleen nog maar leven mo
gelijk is in de marge van de Indonesische
maatschappij; in de kampong of aan de
zelfkant.
Urenlang heeft de blonde Canadese briga
dier Levina Kroeker van het Leger des
Heils mij die andere kant van Jakarta laten
zien, de zieke binnenkant; slop-in-slop-uit.
Van de ene armoede in de andere ellende.
Het andere gezicht van deze miljoenenstad
waar ex-Nederlanders leven als kerk-Ma
rokkanen zonder kerk. Vaak nauwelijks een
dak boven hun hoofd bivakkerend achter
op stokken gestoken vuile lappen; hun
schaarse bezittingen in een doek geknoopt,
sterk vermagerd en dikwijls ziek en uit
gestoten door een hun vijandige omgeving.
Er is in Indonesië veel vergeten en ver
geven van Tempo Doeloeh. Er is ook nog
veel, oud zeer. Het wreekt zich op deze
zwakste uit de vroegere Nederlands-In
dische samenleving. De "Indische toeans"
van toen zijn de paria's van nu, de ellen-
digen tegen wie zich alles en iedereen
keert. Er is voor hen meestal geen werk en
er is voor hen nog minder mededogen.
Het is natuurlijk óók waar dat er veel ex-
Indische-Nederlanders zijn die het in het
nieuwe Indonesië wél goed gaat. Zeker.
Sommigen zelfs zeer goed. Maar al het
water van de Java-zee wast niet weg dat er
in Indonesië bijna vierduizend oud-landge
noten tegen iedere nieuwe dag opzien als
het voorportaal van de dood. Voor deze
verschoppelingen is alles wat zij meer
krijgen dan een hap rijst en een visje, luxe.
Voor deze "landgenoten zonder paspoort"
zijn een goed woord Van een Leger des
Heils-officier en een uitkering van de
"Halin" de strohalmen waaraan zij zich al
jaar en dag vastklampen. Ernstig ziek zijn
betekende er tot vorige maand nooit meer
beter worden.
Sprakeloos
Sedert de 675.000,op girorekening
308 in Den Haag is binnengekomen, is er
kans op herstel. Voor velen is al een plaats
je gevonden in een wit ziekenhuisbed. Voor
anderen zijn er medicijnen gekomen, schoon
verband, versterkende middelen en alles
wat nodig is om een ziek-mens weer mens
te maken. Er is hoop in de harten ge
varen, er is bij deze oud-Indische mensen
iets terug gekomen van het geloof in "Den
Haag".
Men moet als "Halin"-betaalmeester "Ted"
Siteur, de knijpende handen hebben ge
voeld, de verbaasde ogen hebben gezien en
de onuitsprekelijke dankbaarheid hebben
ervaren om te weten hoe weinig er uit
Holland nodig was om in Indonesië zo
verschrikkelijk veel goed te kunnen doen.
Niet alleen in Jakarta. Ook in Bandung,
Semarang en Surabaya hebben de Neder
landers zonder paspoort de verhoogde
bedragen sprakeloos voor zich uit zien
tellen. Deze maand 50% meer, in februari
65% en in augustus 100%. Voor "wat de
toekomst brengen moge" zijn de verwach
tingen hoog gespannen.
Er is hoop op "Holland" de "Halin" en
"Den Haag".
Er is ook vertrouwen, dat wat AVRO'S
Televizier in juli "los maakte", niet alleen
de ogen, maar ook de schatkist in Neder
land zal openen.
Voor meer dan drieduizend "Indische"
mensen in Indonesië is er wat licht ge
komen in de duisternis van hun krotten.
Er kan weer een aarzelend lachje af, er is
hoop en geloof terug. Hoop op "Den
Haag", geloof in het leven van de nieuwe
dag. Er zijn minder zorgen voor morgen.
Of zoals één schreef: "Holland gaf ons
meer dan geld alleen".
36