Reis floor Java en Bali (II) Treinreis naar Yogya. Hotel Guntur, Bandung. Klein, netjes èn vlak bij het station I Gevraagd 4.00 uur te wekken. Dus een kwartier eerder, om niet verkeerd te zijn. Opstaan, wassen, kleden en tussendoor de laatste spullen inpakken. Half vijf klaar, nog gauw een kop koffie en even voor vijf met een djongos, die de koffer draagt over de brug - djambatan 'pan - juister "viaduct", naar het station. Het is dichtbij als je die brug over de rails gebruikt. Maaar, wel voorzichtig! Alle plan ken zijn schuin afgesleten en sommige, ook op de tussenlanding, liggen los en één ontbreekt helemaal. Een stel vroege dames gaan dezelfde richting, vragen hoe laat de trein naar Jakarta vertrekt. Ik denk zo 6 u. 15, maar bedenk later dat 't de vertrektijd is vanaf Jakarta-Kota naar Bandung. Door de controle en de donkere over kapping naar 't tweede perron. De helemaal donkere wagon in. 't Is per slot nog maar net vijf uur geweest. Alle tijd om tot half zes de boel te be kijken. De jaloezie voor "mijn" raam is bijna helemaal omlaag gezakt en de slinger om 'm op te draaien is eraf gehaald. Dus: tida bisa. Straks de conducteur vragen of ik ergens anders, ernaast b.v., mag zitten. "Ja, dat kan natuurlijk". Ik heb wel een nummer van de plaats op m'n ticket, maar in deze omstandigheden wordt daar niet op gelet. Maar de gevlochten rieten zitting lijkt wel voor een groot deel afgesneden, langs de rand vóór! En als dan de man met kussens komt, huur ik er een in een hagelwitte sloop in een plastic zak. Keurig. En 't zit best. Even later wordt de diesel-loc aange haakt en maak ik een paar bandopna men van de geluiden in het station. Roti-roti-roti! Brood - de toekang roti. Dan de toekang roko. Er komen twee oudere Javaanse vrouwen tegenover me zitten en ik wens "Salamat pagi". Waarop de plai- santerieën meteen worden geopend: Meneer dari mana? Maoe pigi kemana? De gezette jongere was leerling ver pleegster onder Dr. v.d. Velde en Dr. Wiersema van het Zendingsziekenhuis te Solo en of ik Dr. Wiersema kende? Neen, ik ben nooit in Solo geweest vroeger. Zij woont in Ponorogo en dit was haar moeder. Zij moesten na Yo gya door naar Madioen. Nogeens drie uur rijden op de rit van negen uur vanaf Bandoeng! Maar ik ben al veel te ver! We zijn Bandoeng nog niet eens uit! Het vertrek is exact op tijd en al toe terend rijden we richting Tjitjadas. Kan niet wennen aan die C i.p.v. Tj. Ini matjam doeloe! Net zoals die Duitse u voor oe. Maar het valt op dat de trei nen exact op tijd vertrekken. En waar om niet? 't Is licht geworden. Rijden de zon te gemoet. Die zit - nou ja, hangt - ach ter een egale ochtendnevel. Het toeteren door de stad en af en toe onderweg is een "must" (Na, wéér een vreemd woord!) De ruimten tussen de steenslag-bedding en de prikkeldraad afrastering van de baan zijn tot op korte afstand van het steen slag bewoond door de armsten. Niet ééns "on the other side of the track"! Direct ernaast. Met alle gevaar en on gemak! Bovendien is de baan - de rechte lijn - de kortste verbinding tus sen twee punten. Langs de wegen is het zo óm. Buiten zijn de sawahs, de meeste groen. Sommige worden geploegd, ge- egd en beplant. Er hoort veel meer water op te staan: ze behoren blank te staan totdat de rijst in aar schiet! Dit is al de zesde droge maand! De kweekbedden zijn steeds weer fris-groene plekjes. Door deze droog te - gebrek aan water - worden te wei nig sawahs plantklaar gemaakt. De kweekplantjes verkleuren dan naar het oudere groen. Wordt alles gebruikt? Ik geloof dat Nji Sri vele tranen laat, door de manier waarop men haar be handelt De bergen - Malabar - zijn wazig. Heb ben een wattig wolkendek met op staande pluimen op de top, vloeiend gelegd langs de helling, om dan plot seling in een rechte lijn over de lagere heuvels te reiken naar de volgende berg. Daar komt de zonAlles fleurt op. Die ene kap blijft lang liggen. Diepe uitkappingen en bruggen als de trein langzaam de hellingen op- kronkelt. In de bochten kun je vanuit de eerste wagon net stukjes van de railbaan overzien. Knap ingenieurs werk! Al die "kunstwerken" - bruggen, dui kers, syphons, een tunnel - zijn ge nummerd. Bij Yogya zag ik nummer 2246! Welk nummer zouden ze wel bij Banjuwangi hebben? De autoweg bij Nagrek heeft een hel ling van 25% of 221/20! De uitkap pingen, afgravingen en aanaardingen langs de vele bochten van de hellin gen aan de Noordkant van de bergen geven het traject een veel geleidelijker verloop. Niet dat het de hoogte van de Nagrek bereikt! Maar het komt op een gegeven ogenblik over zijn hoog ste punt in de baan heen en kronkelt dan - weer geleidelijk aan - langs de vlakte van Lèlès over Tjibatu, Malang- bong en Tjiawi naar Tasikmalaja en Tjiamis. Die vlakten van Lèlès prachtig die terrassen veel groen met wat geel. Tè wazig en tè schomme lend voor een goede foto! Toch een zw/w proberen. Neen, toch maar niet. Rechts, in de verte flikkeren in de zon de ramen van de groots opgezette Lh niversiteit van Lèlès. Alles is doods, verlaten. Géén universiteit zonder wa ter! Planning? Nou ja, planning Een handige vent heeft verdiend. Bo ren bracht niets omhoog! Teu poegoeh! De heuvels worden steeds kaler. Steeds meer ketela, die er beroerd bijstaat. Een uitzuiger. Alang Alang tiert zelfs niet eens meer welig! En dan hebben we het vruchtbare nog waterrijke gebied gehad. We dalen af naar Tasik, Tjiamis. Ban- djar en dat heeeele Banjoemas-sche land: droge, dorre vlakten. De dijkjes .markeren. De aarde onder de verdorde strohalmen gebarsten. Irrigatie kana len met sluisjes en andere kunstwer ken: droog. De rivieren: hier en daar een plasje. De grote Kali Serajoe stroomt nog een beetje. Misschien 25 m. breed water. Tjisèèl, Tjibeureum, Tjihaoer - alle droog of bijna. Diepe kloven in een verdorrend land. En al zes maanden geen regen volgens mijn overbuurvrouw de ex-verpleeg ster. We hebben intussen eten uit gewisseld: een ei van hen, wat katjang van mij. Mevrouw Lim heeft goed ge zorgd! Ik koop drie glazen warme thee - Rp. 150,— 0,90). Toch groene plekken: Katjang idjo, katjang pandjang, indien niet al ver droogd, katjang kedelee en kang- koeng. Het is uiterst zorgvuldige tuin bouw! Een landbouwer ^bebouwt - wanneer dan ook - het land! En er is geen water! Overal putten en putjes en met gietertjes wordt het vocht verdeeld. Dat is zorgen en hard werken. De zon is over het zenith en er wordt gewied en begoten. Een mooi gezicht die groene plekken in 't dorre land. De bergen en heuvels Noord van de lijn: kaal tot aan de top. Hier en daar een boomsilhouet. Kromo, als altijd, zwoegt en heeft banjak soesah. MANG SASMITA (slot volgt) WIJ helpen U GRATIS Inlichtingen te ver zamelen voor Uw familiestamboom. Wilt U s.v.p. Uw medewerking hieraan verlenen door zelf op te geven wat U van de be treffende familie weet. U kunt daarvoor een model aanvragen. Voegt U altijd een gefrankeerde, zelf geadresseerde envelop pe bij I INDISCH FAMILIE ARCHIEF Vreelandsestraat 14, Den Haag, tel. 070 - 45 44 06. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 21