EEN INDISCH MEISJE IN AMERIKA (slot) door Liselotte Balgooy Voor de volgende interviews verplaatsten we onze basis van operatie naar San José, wat de meest zuidelijke van de San Francisco Bay area-steden is. We waren de stedelijke drukte al wat ontwend, na twee heerlijke en koele dagen doorgebracht te hebben in Monterey, waar het vaak eindeloos mist, maar waar je ook zalige tjoemi-tjoemi (abalonetti noemen ze 't daar) gerechten kunt bestellen. Op z'n Italiaans hoor, niet zoiets als sambal goreng tjoemi-tjoemi, maar wel erg lekker en anders. Proberen als u in die buurt komt! Je moet daar voor naar Fishermen's Warf gaan in Monterey; parkeren in de grote publieke parkeerplaats en dan niet meer dan vijf minuten lopen naar een kort zijstraatje waar je dan al gauw allerlei vis-heerlijkheden ziet aangeboden. Anyway, we waren nu in San José, waar 't alweer een stuk warmer is dan in Monterey of zelfs Salinas. We sno ven ook weer de hatelijke smog op, die ons zo bekend is uit onze eigen buurt. In San José staat een eigenaar dig monument. NI. een huis van meer dan 160 kamers en kamertjes, die op een allervreemdste manier in elkaar lopen. De eigenares en bouwster, de weduwe van de millionnair Win chester, geloofde dat ze een bood schap had gekregen van Indiaanse geesten, dat ze geen ogenblik mocht ophouden te bouwen, wilde ze haar man en dochtertje, die ze al vroeg ver loren had, rust verzekeren in het hier namaals. Waarom Indiaanse geesten zult u zich afvragen? Wel, de naam Winchester zal u wel bekend voor komen, en zij was er rotsvast van over tuigd dat de geweren die door Win chester gemaakt waren, en die zo vaak gebruikt waren om Indianen uit te roeien, vervloekt waren. Ze geloof de dat ze geesten te dineren kreeg en nodigde hen daartoe uit door pre cies om 12 uur 's nachts een bel te laten luiden in een speciaal daarvoor gebouwde klokketoren. Er zijn geen twee kamers gelijk en zelfs van buiten gezien is 't huis een mengelmoes van stijlen. Alles is echter perfekt in el kaar gezet, ze had al die miljoenen tot haar beschikking en niemand om haar aan te raden die liever, als ze dan toch zo'n wroeging had, aan te wenden ten goede van de Indianen die nog in leven waren. Haar huis is nu in handen van een instantie die het natuurlijk helemaal vercommerciali- seert heeft, met nonsens verhaaltjes en rondleidingen die tijd verknoeien. Toch is 't de moeite waard het huis zelf te bekijken, al is 't alleen om weer eens prachtig vakmanschap te bewon deren (er is geen één plastic mormel in dat hele huis, en ik betwijfel of ze die getolereerd zou hebben, zelfs al zou ze het huis nu laten bouwen), en om er even aan herinnerd te worden dat 't hebben van geld persé geen ge luk of wijsheid met zich brengt. San José is ook iets heel anders rij,k, nl. het Rozekruisers Museum, dat er uitstekend onderhouden en interes sant uitziet vanbuiten. Nu had ik dit museum allang graag willen be zoeken om zijn Egyptische beziens waardigheden te zien. Maar 't hoefde niet hoor, we kwamen nu net precies op de allerenigste dag van het jaar dat het gesloten is. En diezelfde dag moesten we huiswaarts. Pech! Maar weer verderWe hadden niemand te interviewen in San José zelf, maar wel in Sunnyvale en San Mateo, die iets ten noorden, ook aan de binnen- baai, liggen. We waren gastvrij uitgenodigd om mee te komen eten door de Sunny- valers, Hans en Inge Retemeyer, ons volgende interview. We vertrokken dachten we. vroeg genoeg om ruim op tijd voor hun huis te staan. Help te ge loven! We kwamen in een ongeloof lijke en mijlenlange opstopping te recht op de freeway, die ons bij tijden schier tot wanhoop bracht. We zijn er nooit achter gekomen wat de oorzaak hiervan was, maar toen we onze ver ontschuldigingen aanboden voor het te laat komen begreep Hans 't onmiddel lijk. "Oh, de freeway zeker hè? Ja, die op stoppingen heb je hier geregeld," zei hij laconiek. Ook hier was de ontvangst hartelijk. De Retemeyers zijn van onze leeftijd en hebben twee leuke opge schoten knapen en een hond. Van de hond weet ik alleen, omdat ik hem op de achtergrond van m'n tape hoorde blaffen. Hun huis ligt geheimzinnig maar leuk verborgen achter een ga rage, grote bomen en een korte muur, lekker veilig en apart. Ze wonen er al een hele tijd en hebben 't leuk met rotan en zo ingericht. Je voelt je da delijk thuis in zo'n huis, vind ik. Hans is van de P T-landen waar zijn vader werkte en heeft in de oorlog en daarna in Bandung gezeten. Inge is oorspron kelijk van Yogya (de eerste Yogyanese die ik in jaren tegenkwam, leuk was dat) maar was er al heel vroeg van daan gegaan, had als klein meisje in 't Tjihapit-kamp in Bandung gezeten. Hans haalde allerlei herinneringen op van 't Lyceum, we kenden elkaar toen niet, maar hij vertelde dat hij bijvoor beeld met Lisa Boutmy en andere Ve- doanen in die buurt een volleybalclub had. Maar sinds Lisa is weggegaan is er geen animo meer voor volleybal en dat betreurt hij. Hij herinnert zich vooral de goede verstandhouding die er op VEDO doorgaans heerste. Jam mer dat we zo uit elkaar getrokken zijn. We hadden nu onze les wel ge leerd en de volgende middag vertrok ken we heel ruim op tijd om naar San Mateo te gaan. We hadden 't kunnen weten! Onze kant van de freeway vloog er lustig op los, terwijl we de tegenover gestelde zijde deze keer op slakken- manier voort zagen sukkelen. We wer den er nerveus van. Wat moesten we met al die extra tijd doen op zo'n on mogelijke tijd van de dag, en we kon den moeilijk een half uur of meer te vroeg, bij onbekenden binnen vallen. Dat was te gek! Dus maar buurten be keken. Tot onze opluchting was 't een heel mooie buurt, zoals Hans en Inge ons al verteld hadden. De straten en de huizenstijl in die buurt deden ons denken aan de vroegere Bandungse buurt om het Lyceum heen. Erg veel bomen en bloemen en weinig verkeer, en de temperatuur was zo dat 't ons helemaal 't idee gaf terug te zijn in ons geliefde Bandung. De Nielsens stonden op 't punt naar Hawaii te verhuizen, waar Swen (ik geloof dat hij op 't Lyceum een andere naam droeg) 'n goede baan wacht. Swen lijkt me een echte avonturier die altijd wel kans ziet op zijn pootjes te recht te komen. Hij en zijn kornuiten behoorden tot die volgroeide Lyce- isten die me toen' als eerste klasser zo ontzagwekkend voorkwamen. Hij noemde inderdaad zulk namen als de Cookes en anderen met wie hij fantas tisch leuke tijden had beleefd, vooral in het waterpolo team in Tjihampelas. Ook hij kijkt met genoegen terug op de naoorlogse jaren op 't Lyceum, al heeft hij nu volkomen andere hobbies, (lees verder volgende pagina) Buurt in San Mateo, California, die ons deed denken aan het "oude" Bandoeng. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 12