POIRRIÉ BEZOEK AAN IRIAN (slot) 16 lang het aanbod, vaart het schip van de ene naar de andere haven; ten slotte komt het wel in Biak aan, maar je kunt niet anders dan afwachten! Daar zit ik nu. Ik heb het gevoel in een fuik terecht gekomen te zijn, en voor zie, dat mijn reisplan danig in de war zal raken. "Selamat sore": een dienst meisje komt binnen (in de na-oorlogse verhoudingen komt het woord "baboe" mij niet meer over de tong). Zij draagt een dienblad met veelbelovende ter rines en schalen, ons avondmaal. Het is Rosa, hulp bij de Zusters, kleine dikkerd, geen beauty, maar zeer goed lachs. Hier zie ik voor het eerst een "asli" Irian-meisje, zeer donker van huid, kroezig haar, komt van het laag land aan de overkant, niet van Biak zelf, maar ze is ook geen "berg-Pa- poea". Ze is niets verlegen, kan haar woordje doen in duidelijk verstaanbaar Maleis, doet niet onder voor de Ja vaanse meisjes: een tastbaar resultaat van geregeld onderwijs onder het Ne derlands Bestuur. De Pastoor nodigt mij aan tafel. Niet "Indisch" eten, maar ook geen Hol landse avondboterham, zo iets er tus sen in, maar het smaakt goed. De Pastoor raadt mijn gedachten en ver telt, hoe moeilijk het is in Biak aan vers vlees, verse groenten, of wat maar vers ook te komen; we moeten het grotendeels met blikjes doen. De Zusters doen hun best er wat van te maken. Na tafel presenteert de Pastoor een biertje. Hé, wat is dat? Nog nooit ge zien: Oranjeboom in zulke leuke fles jes. Ja, dit is geen import uit Java, maar komt langs de andere kant binnen. De Pastoor zet een bandrecorder aan en daar hoor ik waarempel draaiorgel- muziek met Hollandse wijsjes na zo veel jaren hier in Irian! Er komt be zoek, enkele zaken moeten worden be sproken; de Pastoor laat ,mij alleen bij de recorder en de grammofoon. Zo eindigt de eerste dag van wat ik als "dienstreis" ben begonnen, maar zal uitlopen op een gedwongen vakantie! Onder het praten door heb ik weinig op de omgeving gelet. Terwijl we voortsnellen langs de weg van Mokmer naar "de stad", zie ik alleen "Europe se huizen", kleinere en grotere, maar geen van die Indische "herenhuizen" op Java; alle zien er redelijk onder houden uit, wat heesters, enkele bloe men, erfenis van de Nederlandse ge meenschap die weggetrokken is. Maar verder kaal en droog, geen bo men. Biak is een groot rots-eiland in de Geelvink-Baai (Teloek Tjenderawa- sih) zonder kali'sDe weg is ver laten, geen mensen, geen voertuigen, geen dieren. Wij zijn aangekomen op het terrein van de Missie: Kerk, Pastorie, School, Zusterhuis, en nog wat grond er om heen. De Pastorie is een ruim, gezellig inge richt huis met meerdere kamers voor doortrekkenden. Momenteel ben ik de enige gast. Meteen krijg ik het gasten boek toegeschoven. Wat leuk! leder die kwam of ging, heeft er wat inge- krabbeld, de jaren door; dikwijls voor zien van zijn foto of van kleurige te keningen. Al bladerend zie ik menige bekende naam van iemand die ik op Java heb ontmoet; gelegenheid er over te praten. Daar rinkelt de telefoon. Ja, dacht U, dat de Nederlanders op Biak en elders in Irian geen telefooninstallatie hadden aangelegd? Het is wel geen automa tische, maar de bediening door telefo nistes is efficiënt, zoals blijkt. Dit te lefoontje is een "Intel" bericht uit Na- bire, aan de overkant van de Geelvink baai, op het "vasteland" van Irian. "In tel" is de term voor de radio-telefo nische verbinding op Irian. Nabire, in dit geval de missiepost, meldt, dat eerstdaags een boot naar Biak ver trekt, met enkele missiegoeroes aan boord, die door zullen gaan naar Ja karta, verzoeke hen zo nodig te helpen. door M. FEROUGE SJ. Ook nog enkele bestellingen. De pas toor legt het mij uit. In Nabire is een depot van de Missie voor fouragering van alle posten in het bergland; hij is inkoopagent bij de "importeurs" in Biak, die hun barang uit Makassar laten komen. Dan moet hij de goederen per bootje of prauw naar Nabire laten vervoeren. Wat de goeroes (missiepersoneel) betreft, die komen of gaan' via Biak-Nabire naar het bergland. Die nu verwacht wor den, gaan met verlof naar Java, en nu moet hij, weer als "agent" van het schoolbestuur hun papieren in orde maken bij de instanties in Biak, voor dat zij naar Jakarta kunnen vertrekken. Het wordt mij duidelijk, dat de Pastoor een soort duizendpoot is, die voor al lerlei akkefietjes klaar moet staan, hij wordt geen ogenblik met rust gelaten; gelukkig heeft hij een bekwame rech terhand in een Chinese jongeman, die kennis met mij komt maken, en wat vertelt over het werk in Biak. De Missie heeft een L.S. (voortzetting van de vroegere E.L.S.) en een S.G.B. (lagere opleidingsschool voor onder wijzers) met internaat. De Zusters heb ben een huishoudcursus voor meisjes. Uiteraard heeft de Pastoor de gewone zielzorg op het eiland met de kerkdien sten, maar daarnaast nog de veelom vattende besognes van inkoop en ver voer van vivres, en de paperasserij voor de inkomende en uitgaande goe roes. Ik vraag, hoe je nu van Biak verder kunt gaan naar het "vasteland" van Irian. Hij lacht. Dat zult U wel zien; maar wees er op voorbereid, dat het wel dagen of weken kan duren voordat U gelegenheid krijgt. Ik kijk erg zuinig. En die boot van Jakarta met mijn goe roes? Tja, daar is geen peil op te trek ken. Het is geen reis recht toe recht aan; alles hangt van de lading af, die gaat voor bij de passagiers. Naarge- Woningen van de Papuabevolking op het eiland Biak.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 16