Dansgezelschap
Suryabrata in Nederland
AGENDA DANSGEZELSCHAP SURYABRATA
JAVA - Magie en mysterie van masker en dans.
Wie kent niet het mysterie van het masker, dat vrijwel
altijd aan de muur hangt, zwijgend met een raadselachtige
glimlach, of met een afschrikwekkend voorkomen?
Maar kent men het doel van het masker, namelijk een
persoon of een geest voor te stellen, er mee te dansen?
Java kent de maskerdans - de wajang topeng - al sinds de
11e eeuw.
De dansers zijn poppen, die trachten door het masker en
door gebaren het innerlijke, het niet- zichtbare, zichtbaar
te maken. Daarbij leven zij zich zo in datgene, wat het
masker voorstelt, dat zij het masker een magische kracht
toekennen, die hun eigen persoonlijkheid zal kunnen doen
verliezen.
Maskerdansen heeft men in Java zelden en in Nederland
nooit gezien. Niet verwonderlijk, want zelfs in Java zijn er
beroepsspelers van en is het zelfs daar een kostbare aan
gelegenheid. Dankzij de gezamenlijke inspanning van Surya
brata en Da Silva kan het publiek in Nederland deze unieke
kunst zien en beleven.
Een aantal beroepsdansers, tevens leraar aan de kunst-
akademie te Jakarta, maken deel uit van het gezelschap,
naast een aantal eminente musici en danseressen.
Zo zal de uitvoering aanvangen met de Serimpi, de hofdans
van de hemelse nymphen - beeldschone meisjes- die naar
de aarde afdalen.
Enkele muziekstukken wisselen de maskerdansen af, die
p.a. een "lakon" - verhaal - bevatten, dat qua inhoud
evengoed West-Europees zou kunnen zijn, en het legen
darische "Ardjuna Wiwaha", dat onder meer grote invloed
van West-Java op de Vorstenlanden aantoont. De voorstel
ling eindigt met een magisch mysterieus gebeuren. In een
lange processie trekken fabeldieren, geesten en demonen
voorbij op de tonen van de anklung, begeleid door het
geschel van cymbalen en het dreunen van gongs
Suryabrata (Bernard Yzerdraat) van origine een Rotterdam
mer, is een bijzondere persoonlijkheid, deken van de Uni
versiteit van Jakarta en de begaafde leerling van Jaap Kunst,
die de afdeling ethnische muziek te Amsterdam oprichtte.
Tot het gezelschap behoort Suleiman, misschien wel de
begaafdste fluitist van Zuid-Azië. Hij kreeg in 1928 de
gouden medaille op de koloniale tentoonstelling te Amster
dam, als musicus van de allereerste orde en niemand weet
hoe oud hij nu is
DEN HAAG Nederlands Congresgebouw zondag 4 en maandag 5 maart - GELEEN Roxy-theater dinsdag 6 maart
ROTTERDAM Kleine Zaal De Doelen vrijdag 9 en zaterdag 10 maart - EINDHOVEN /Philips Ontspannings Centrum
zondag 11 maart - ALKMAAR Cultureel Centrum "De Vest" dinsdag 13 maart - HENGELO Concertgebouw
woensdag 14 maart - ASSEN Cultureel Centrum "De Kolk" donderdag 15 maart - LEIDEN Leidse Schouwburg
vrijdag 16 maart - ARNHEM Schouwburg Arnhem zaterdag 17 maart - HAARLEM Concertgebouw zondag
18 maart - MIDDELBURG Schouwburg maandag 19 maart - ZAANDAM Schouwburg "De Speeldoos" dinsdag
20 maart - ZWOLLE Stadsschouwburg Odeon woensdag 21 maart - EMMELOORD 't Voorhuis donderdag 22
maart - SLIEDRECHT Cultureel Centrum De Bonkelaar vrijdag 23 maart - DRACHTEN Schouwburg De Lawei
dinsdag 27 maart - UTRECHT Stadsschouwburg woensdag 28 maart - EMMEN De Muzeval donderdag 29 maart
NIJMEGEN Stadsschouwburg zaterdag 31 maart - HILVERSUM Schouwburg Gooiland maandag 2 april.
Lekas!" Koestiah lag te bibberen
op haar matje: "Non! Non! Het schip
vergaat, Non! Allah, wij verdrinken
allemaal!" Ik was zelf ook bang, hoor,
maar ik zei: "Djangan takoet, Koes
tiah, Toean Allah laat het schip niet
vergaan." Tegelijkertijd moest ik weer
overgeven: Koestiah hield de emmer
voor me op, maar werd toen van de
weersomstuit ook misselijk, nou, stel
je voor, als iemand me ooit gezegd
had dat ik nog eens samen met mijn
baboe in één emmer zou spugen
"Vraag vergiffenis, Non, vraag ver
giffenis!" zei Koestiah onder 't braken
door. Ja, ik heb het benauwd gehad die
nacht en gebeden heb ik ook, weet je
nog, zoals we bij de nonnen moesten
doen, en ik heb er een gelofte bij af
gelegd: dat ik Pieter nooit meer zou
tegenspreken als we nu veilig in Sin
gapore zouden aankomen. Want je
kent hem: tegenspraak verdraagt hij
niet. Zelfs bij het afscheid, toen aan
boord van de "Zuster Adelaide",
bracht ik hem daarmee nog weer uit
zijn humeur. Die goeie Pieter. Natuur
lijk, als officier is hij' niet gewend te
gengesproken te worden. En dan nog
wel door een vrouw!
Wanneer zal ik hem weer zien? Ik be
grijp wel dat het niet pantes is: een
verloofd stel op één-en-dezelfde boot,
en van zijn verlofgeld had hij de over-
land-route ook niet kunnen betalen.
Nog een goed ding dat hij tenminste
vroeger dan ik vertrokken is, maar je
zult zien dat ik me straks in Holland
toch nog blauw zit te wachten: ieder
een zegt dat het met zo'n zeilschip
om de Kaap gemakkelijk een half jaar
kan duren en dan moet je nog niet
eens teveel tegenslag met de wind
hebben. Oh, Loes, hoe hou ik het uit!
(wordt vervolgd)
mHM
10