DE INDISCHE PARTIJ
Een ongewone partij werd in 1912 in Indië opgericht. Ongewoon, want het zou niet een vereniging
zijn die de economische, sociale of culturele belangen van één bepaalde groep zou gaan behartigen, zoals de
Indische Bond (voor de Indo's) of Boedi Oetomo (voor de Javanen). De Indische Partij was in de eerste
E laats een zuiver politieke partij, nota bene de eerste partij die Indië's onafhankelijkheid voorstond. Maar
et bijzondere zat hem in haar multi-raciale karakter: haar streven om door verbroedering van de verschil
lende bevolkingsgroepen in Indië - Indo-Europeanen, Indonesiërs, Chinezen e.a. - een onafhankelijke ge
mengde Indische samenleving tot stand te brengen. Het is een onbetwistbaar feit dat deze poging mislukt
is. Evenzo kan worden gezegd dat ze tot mislukken gedoemd was.
Opkomst en ondergang van een nu vergeten politieke vereniging in Nederlands-Indië (1912-1913).
door JAN NOMES
De heer ian Nomes is student in de
geschiedenis aan de Vrije Univer
siteit te Amsterdam. Zijn bijdrage
vormt een welkome aanvulling van
de artikelen die onze betreurde -
sedert overleden - medewerker
Margono in Tong Tong publiceerde.
Wie kan de heer Nomes helpen aan
bijzondere gegevens, brieven, foto's,
documenten etc. over Douwes Dek
ker en de Indische Partij? Zijn adres
is: J. Nomes, Legmeerstraat 3911,
1058 NB Amsterdam.
In een periode van ongekende ont
wikkelingen in het voormalige Neder
lands-Indië, grofweg het eerste kwart
van deze eeuw, nam de Indo-Europe
aan E. F. E. Douwes Dekker (1879-
1950), een naneef van Multatuli, in
september 1912 het initiatief tot de op
richting van de Indische Partij. Zijn
slogan was "Indië voor de Indiërs";
volgens hem behoorde Indië toe aan
hen die er geboren waren of er zich
thuis waren gaan voelen. Douwes
Dekker stak zijn afkeer van de kolo
niale verhouding niet onder stoelen
of banken. Niet zozeer de culturele
band tussen Indië en Nederland wees
hij af (hij had overigens niet veel op
met de westerse beschaving) als wel
de volstrekt ongelijke politieke ver
houding tussen beide landen.
Douwes Dekker was een idealist en
een avonturier. Hij heeft over de hele
wereld gereisd en veel meegemaakt.
Zo ging hij in 1900 naar Zuid-Afrika om
er te strijden aan de kant van de Boe
ren, die in oorlog waren met de En
gelsen. In Indië zelf kwam hij op voor
uitgebuite inlanders en stelde hij mis
standen op particuliere landerijen aan
de kaak, wat hij geromantiseerd heeft
in "Het boek van Siman den Javaan"
(1908). Hij kon echter niet helemaal
los komen van zijn Indo-Europese af
komst en hoewel hij veel Indonesische
vrienden had en zich met hen nauw
verwant voelde, slaagde (ook) hij er
niet in een hechte vertrouwensband
tussen Indonesiërs en Indo's te sme
den. Niet dat hij dat in zijn eentje had
moeten of kunnen klaarspelen; maar
anderzijds heeft hij het niet kunnen
laten de Indo-Europese groep in Ned.-
Indië een speciale rol toe te bedelen.
Over dat laatste heeft hij zich welis
waar niet al te duidelijk uitgelaten,
maar bekend is dat hij mengrassen
(zoals de Indo's) hoge kwaliteiten toe
kende. Hij achtte het noodzakelijk dat
de Indo's, in het bijzonder tijdens de
onafhankelijkheidsstrijd, een voorhoe
depositie zouden innemen, zoals de
mestiezen dat enige jaren tevoren op
de Philippijnen hadden gedaan.
Douwes Dekker had al een paar jaar
het plan om "zijn" Indische Partij op
te richten en schreef daarover in zijn
eigen periodiek' "Het Tijdschrift" en in
het dagblad "De Expres". Als actief
lid van de Indische Bond maakte hij
in 1912 van een mandaat om die ver
eniging te reorganiseren gebruik om
een eigen partij op te richten. Dat ge
beurde op 6 september 1912 in Ban
doeng. In de weken daarna maakte hij
enkele propagandareizen door Java en
daarbij viel het enthousiasme onder de
bevolking op. Het leek erop dat de
aansluiting tussen blank en bruin tot
stand zou komen. Het zijn vooral ar
mere Indo's geweest die toen in de
welsprekende leider der Indische Partij
hun verlosser zagen, maar sommige
Javanen zullen vanuit hun politiek on
dergeschikte positie hetzelfde gedacht
hebben. Het waren vooralsnog meest
intellectuele Javanen die zich bij deze
op westerse leest geschoeide partij
aansloten. Douwes Dekker speelde in
elk geval handig in op de haat jegens
Nederland die bij de vele verpauperde
Indo's bestond.
Tijdens de grote constituerende ver
gadering in december 1912 bleek dat
de partij al bijna 5000 leden telde, een
aanzienlijk aantal voor die tijd. Bij de
ze gelegenheid werden de statuten
bekendgemaakt en spoedig daarna ter
goedkeuring naar de regering gezon
den. Het doel van de Indische Partij
was het patriotisme aller Indiërs
voor den bodem, welke hen voedt,
wakker te roepen ten einde hen te
nopen tot samenwerking op den
grondslag van staatkundige gelijkstel
ling om dit Indisch vaderland tot bloei
te brengen en het voor een onafhan
kelijk volksbestaan voor te bereiden".
Maar Gouverneur-Generaal Idenburg
en de Raad van Indië hoefden niet
lang te beraadslagen: een vereniging
met een dergelijke doelstelling (men
lette vooral op de laatste zinsnede
van die doelstelling) kon geen rechts
persoonlijkheid worden verleend. Niet
alleen het politieke karakter van de
partij - politieke partijen waren in die
dagen officieel nog verboden - maar
vooral het feit dat ze de openbare or
de bedreigde werd door de regering
als motief voor de weigering aange
voerd. Douwes Dekker zou zijn aan
hangers tot subversieve daden hebben
aangespoord, immers het koloniale juk
moest worden afgeworpen. Ook in
tweede instantie, toen gewijzigde sta
tuten werden overlegd, weigerde de
regering rechtspersoonlijkheid te ver
lenen, in de mening dat er aan het
werkelijk doel van de partij niets
E. F. E. Douwes Dekker met zijn Indonesische vrienden en geestverwanten Suwardi Sur-
janingrat (links) en Tjipto Mangunkusumo (rechts).
6