(XXIII)
Indonesisch leren van Tante Koes
MENSEN EN MACHTEN
veranderd was. Dat laatste besluit viel
op 11 maart 1913. Deze weigering be
tekende de feitelijke ondergang van
de Indische Partij. Het hoofdbestuur
kon niets anders doen dan de partij
ontbinden: de leden werd geadviseerd
over te gaan naar de Indo-vereniging
Insulinde, een partij die nog iets van
de progressiviteit van de verboden In
dische Partij in zich droeg. In de laatste
maanden was het ledental van de In
dische Partij tot ca. 7300 gestegen (de
grootste afdeling was die van Sema-
rang met 1375 leden). Daarvan was
ongeveer 25% Indonesiër. Gezien de
getalsverhoudingen kan niet ontkend
worden dat de Indische Partij hoofd
zakelijk een Indo-partij was.
De onoverbrugbare kloof tussen de
opvattingen van Douwes Dekker c.s.
en die van de regering maakte het be
staan van een vereniging als de In
dische Partij eigenlijk bij voorbaat al
onmogelijk. Wisten enkele individuele
autoriteiten nog wel enig begrip op te
brengen voor het streven van de In
dische Partij, de regering als instituut
kon de partij nooit tolereren, omdat
ze daarmee haar eigen positie zou
ondermijnen. Een paar maanden later
kreeg Douwes Dekker weer met het
koloniale gezag te maken. Samen met
zijn Indonesische vrienden en geest
verwanten Tjipto Mangoenkoesoemo
en Soewardi Soerjaningrat werd hij er
van beschuldigd opruiende artikelen
te hebben geschreven, waarop de re
gering besloot artikel 47 van het Re
geringsreglement op hen toe te pas
sen, wat internering inhield. Hun werd
overigens toegestaan naar Nederland
te gaan. Na het verbod van de partij
zelf was nu ook de oprichter en leider
voorlopig uit het gezichtsveld verdwe
nen. Duidelijk was dat de partij stond
en viel met haar voorzitter en in min
dere mate diens Indonesische colle
ga's, want na hun vertrek zakten ,de
interesse en de animo voor Douwes
Dekker's streven naar een laag peil.
Insulinde wist nog wel enigszins de
idealen van de voormalige Indische
Partij hoog te houden, maar veel
geestdrift was er niet onder de leden.
In 1919 volgde een opleving toen In
sulinde haar naam veranderde in Na
tionaal Indische Partij/Sarekat Hindia,
waarbij nieuwe statuten werden op
gesteld die zeer sterk leken op die
van de Indische Partij. De opleving
was mede een gevolg van de terug
keer van de drie bannelingen. De Na
tionaal Indische Partij heeft echter
nooit die bijzondere aantrekkings
kracht gehad die we geconstateerd
hebben bij de Indische Partij in de
periode 1912-1913. De politieke lijn die
men volgde was nogal vaag en het
verloop binnen de partij was groot.
Bovendien sloten veel Indo's zich
gaandeweg aan bij het in 1919 opge
richte Indo-Europeesch Verbond, een
gezagsgetrouwe belangenvereniging,
en de Nationaal Indische Partij werd
meer en meer een radicale Indone
sische vereniging. Tenslotte werd in
1923 ook de Nationaal Indische Partij
verboden, nadat het koloniale bewind
meer dan drie jaar het verzoek tot
goedkeuring van de statuten in beraad
had gehouden.
Op dat moment was het echter al lang
gedaan met de idee die aan de voor
malige Indische Partij ten grondslag
had gelegen. De verbroedering tussen
met name Indonesiërs en Indo-Euro
peanen was niet duurzaam geweest
en had ook niet op grote schaal plaats
gevonden. In de koloniale situatie lag
het a.h.w. verankerd dat de weg die
Indonesiërs en Indo-Europeanen zou
den gaan niet één en dezelfde zou zijn.
Dat de Indonesiërs in de onafhankelijk
heidsstrijd en bij de soevereiniteits
overdracht zelf het heft in handen heb
ben genomen is niet zo verwonderlijk.
Dat de Indo-Europeanen, die zich even
zeer met het Indische land verknocht
voelden, daarbij helemaal uit de boot
zijn gevallen is op zijn minst tragisch.
Het was een uitvloeisel van de pro
blematische positie van een groep die
zich cultureel en psychologisch gezien
tussen twee werelden bevond.
HET DWERGHERT (een fabel).
Op een onbewaakt ogenblik werd
het dwerghert verrast door de
slang.
Voordat hij weg kon springen, had
het reptiel zich om het middel van
het dwerghert gewonden, gereed
om het te wurgen.
Toen kwam de tijger.
"Ha! dwerghert, eindelijk heb ik jou
te pakken."
"Mijn einde is gekomen," zuchtte
het dwerghert, "maar voordat je
me opeet, verzoek ik jou om de
riem van Koning Salomo, die ik
aan heb, te bewaren. Ik moest er
op passen terwijl hij een bad
neemt".
Het is een grote eer voor alle we
zens om koning Salomo een dienst
te bewijzen.
De tijger trok de slang weg van het
lichaam van het dwerghert.
Bevrijd sprong het dwerghert in
het kreupelhout.
SI KANCIL (sebuah fabel).
Pada suatu saat waktu kancil
terlena, ia dikejutkan oleh si
ular.
Sebelum ia sempat meloncat
pergi, binatang melata ini telah
membelitkan diri pada pinggang
si kancil, siap untuk mence-
kiknya.
Datanglah tiba-tiba si harimau.
"Ha! kancil, achirnya aku me-
nangkapmu."
"Waktuku telah tiba". keluh si
kancil, "Tetapi sebelum kamu me-
makanku, aku mohon kepadamu
untuk menyimpan sabuk Raja
Sulaiman yang saya pakai ini.
Aku harus menjaganya selama
beliau mandi."
Adalah suatu kehormatan besar
bagi semua machluk untuk men-
gabdi kepada Raja Sulaiman.
Si harimau meiepaskan ular dari
tubuh si kancil.
Setelah lolos, si kancil melompat
kedalam semak belukar.
ia of dia hij/zij; ia wordt midden in een zin gebruikt, sempat tijd/
gelegenheid hebben, kesempatan gelegenheid, saat terlena on
bewaakt ogenblik, beliau hij, voor oudere of hooggeplaatste per
sonen.
door Hélène Weski
Mysterieuze verhalen uit Indië.
Waargebeurde geschiedenissen
boeiend en sfeervol weergege
ven.
Prijs f 15,90 porto f 1,70
BOEKHANDEL MOESSON
Giro 6685.
MALEIS/INDONESISCH
sprekend Ned. echtpaar
geeft Indon. les en verzorgt
(desgew. beëdigde) vertalingen.
Adres: Knooren-Yo,
V. W. Poelmanstraat 164
6417 ES Heerlen
tel. 045-41 06 46
7