BRONBEEK Veel is er de laatste tijd geschreven over Bronbeek. Dit verzorgingstehuis voor oud KNIL-militairen beneden de rang van 2e luitenant waar nog ca. 40 personen wonen zou per 1 januari 1981 moeten worden gesloten. De kosten van instand houding waren te hoog opgelopen. Uiteindelijk bleek de 2e Kamer unaniem in haar uitspraak om dit Tehuis in stand te houden, vooral omdat voor velen van de inwoners een verplaatsing naar welk ander tehuis dan ook gepaard zal gaan met een wegkwijnen in een voor hen vreemde omgeving. De factor menselijkheid is hier in het geding. En wat de na delige kosten betreft, deze zijn een fractie van een procent van de totale begroting van het Ministerie van Defensie en kunnen m.i. nooit een onoverkomelijk bezwaar zijn voor het laten voortbestaan van het tehuis. Op 6 februari 1979 nog was er de deputatie van 8 ex KNIL-ers die Kamervoorzitter Vondeling 12.000 handtekeningen aanboden van mensen die vinden dat Bronbeek moet blijven. Wat weten wij eigenlijk van dit paleis achtige gebouw? De eerste inwoner van de plek grond waarop zich nu Bronbeek bevindt was afkomstig uit het westen van Neder land. Hij werd niet bij name genoemd. De naam Bronbeek werd door hem aan dit stukje grond gegeven, om de sim pele reden dat er zich een bron be vond waaruit een beekje ontsproot. De vestiging van deze inwoner zou om streeks 1830 moeten hebben plaats gehad. Het was van oorsprong een be scheiden wit huisje dat op deze plek werd gebouwd. Onduidelijk is of de heer Verkouteren, die in 1847 het huis tot een villa liet herbouwen, de twee de eigenaar van het landgoed werd. Reeds een jaar hierna werd de villa met omgeving verkocht aan de heer J. J. van Braam die het in- 1851 ver kocht aan de heer H. G. Fromberg, waarna het in 1853 in het bezit kwam van Koning Willem III, die het had ge kocht voor zijn moeder koningin Anna Paulowna, omdat zij zo graag in Arn hem woonde. Zij heeft echter nooit op Bronbeek gewoond, zodat als officiële bewoner van dit paleis de naam van Koning Willem III voorkomt in het adresboek van Arnhem uit die tijd. Toen de koning het landgoed kocht heeft hij twee lage zijvleugels aan het gebouw laten aanbrengen, het geheel herschapen en zeer veel vergroot zo dat het daarna met de omgeving een vorstelijk aanzien heeft. Het gebouw was reeds gedeeltelijk gemeubileerd o.m. met het prachtige ameublement dat door de keizer van Japan aan koning Willem III was ge schonken. De koning heeft weinig van dit paleis gebruik gemaakt. Alleen in oktober 1854, toen in Arnhem de ko ninklijke tentoonstelling van landbouw- voortbrengselen werd gehouden woon de hij te Bronbeek. Op zondag 16 mei 1859 werd Bron beek bezocht door een persoon wiens naam destijds vaak in de kranten werd genoemd. Het was Z.K.H. Henri Char les Ferdinand Marie Dieudonné d'Ar- tois, Hertog van Bordeaux, Graaf Chambord, kleinzoon van Karei X en pretendent van de Franse troon. Nog lange tijd na het vertrek van de graaf van Chambord werd door de bakker J. G. Timmer uit de Bakkerstraat in Arnhem het bekende Chambordbrood in de handel gebracht. Na het vertrek van de graaf schonk koning Willem III Bronbeek aan de Nederlandse Staat om het in te richten tot een Koloniaal Militair Invaliden- tehuis. Op dit landgoed werd door de rijksarchitect W. N. Rose het "Invali denhuis" gebouwd voor de som van f 190.000,Het geheel werd in 1862 opgeleverd en op 17 februari 1863 werd het tehuis in gebruik genomen door 31 oud-militairen, destijds "inva liden" genoemd. De eerste comman dant was overste J. C. J. Smits, van wiens hand in 1881 in Arnhem ver scheen het "Gedenkboek van het Ko- door E. H. Merens Sedert 1876 konden ook militairen van de Koninklijke Marine er terecht. Dat Willem III in 1859 het plan opvatte voor de instelling van een militair in- validentehuis getuigt van een in die da gen nog slechts zeer sporadisch voor komend sociaal gevoel voor de on gelukkige medemens. Voor 1863 be loonde de Staat der Nederlanden de teruggekeerde kolonialen die door in validiteit levenslang verminkt waren met de grootst denkbare ondank. Bron beek stelde destijds slechts voor een zeer beperkt aantal veteranen zijn loniaal Militair Invalidenhuis Bron beek". Dit "Invalidenhuis", aanvanke lijk plaats biedend aan 220 militairen van het leger van Oost- en West-ln- dië, werd gebouwd achter het eigen lijke paleis, de huidige ambtswoning van de commandant en de plaatsver vangend commandant. De inwoners waren verplicht hun pensioenakte in te leveren en overdag te werken in het tehuis of in het agrarisch bedrijf van Bronbeek. Pas in 1955 werd de werk plicht afgeschaft. Dagelijks kregen de inwoners zakgeld waarvan ze sigaren of een borrel konden kopen. De dagen verliepen naar militair model compleet met drie appèls. Dat er in die dagen schrijnende toestanden heersten ge tuigt een aantekening in de annalen van 1889: "Wegens de grote invalidi teit onder de bewoners wordt afge zien van deelname aan de parade". deuren gastvrij open, maar het begin was er. Voor vele toekomstige invaliden zal het bestaan van zo'n tehuis een wel dadig gevoel hebben gegeven voor al thans een rustige onbezorgde levens avond. Dit gevoel van in de steek ge laten te zijn heeft zich in de vijftiger ja ren van deze eeuw herhaald toen Ne derland als enige land uit de groep van geallieerden geweigerd heeft zijn KNIL- militairen hun achterstallige salarissen te betalen. Ik zal hier niet uitvoerig op ingaan, want daar is al veel over ge schreven in de kranten en bovendien een onderwerp wat niet direkt te ma ken heeft met de inhoud van dit opstel. Groot bezoek kwam er in Bronbeek op 29 september 1902 toen de Boeren generaals De la Rey en Botha op hun reis door Nederland, om steun voor de weduwen en wezen, ook Arnhem Het park vari het Militair Invalidentehuis Bronbeek, links het museum, rechts de comman dantswoning. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 14